Perzen – Triomf van Empathie Action Zoo Humain & NTGent
Het theater als overwinnaar in een oorlog vol verliezers
Soms ligt de actualiteit zo gevoelig dat kunst erover bijna onmogelijk wordt. Toch zette Chokri Ben Chikha ook na 7 oktober zijn plan door om de Griekse tragedie ‘De Perzen’ te actualiseren in het licht van het Israëlisch-Palestijnse conflict. Terwijl de barbarij in Gaza nog dagelijks doorgaat, koos hij bovendien voor een cast met een Israëlische, een Palestijnse en ook Maghrebijnse dansers. Is het niet al een wonder dat deze voorstelling de première heeft gehaald? Nog wonderlijker is het resultaat. ‘Perzen’ zet niet alleen het hele debat, maar ook het theater op scherp.Theatermaker Chokri Ben Chikha is een man van vele oorlogen: de Vlaamse identiteit, de Arabische Lente, Syriëstrijders, westers kolonialisme, de collaboratie… Steeds gaat hij met zijn gezelschap Action Zoo Humain met beide voeten in verhitte conflicten staan om er een eigen draai aan te geven. Steeds vaker ziet hij daarbij ook de straat, de media, de rechtszaal of het parlement als zijn speelterrein. Alleen bleek deze oorlog een heel ander spel, zo ondervond hij in januari, toen hij met documentairemaker Jan Beddegenoodts naar Israël reisde. Hij bezocht er het festivalterrein waar Hamas op 7 oktober in het rond begon te schieten, en interviewde ook veel andere partijen in zowel Jeruzalem als op de Westelijke Jordaanoever. Eén centrale vraag joeg Ben Chikha daarbij aan: de mogelijkheid tot empathie. Hoeveel ruimte krijgt medeleven met ‘de andere kant’ in een totaal gepolariseerd conflict?
Precies dat vraagstuk kenmerkt ook de receptiegeschiedenis van ‘De Perzen’, een stuk van Grieks tragedieschrijver Aeschylos van 2500 jaar geleden. Het zoomt in op het hof van de Perzische koning Xerxes. Zijn machtige leger kreeg net een militaire uppercut van de Grieken in de Slag bij Salamis. Verslagen komt hij thuis bij zijn moeder Atossa, terwijl de geest van zijn dode vader Darius hem de mantel uitveegt voor zijn hoogmoed. In ‘De Perzen’ portretteert de winnaar dus de verliezer. Het zorgde voor een blijvend debat over Aeschylos’ motieven. Beoogde hij oprecht mededogen met de vijand? Of was het verdoken leedvermaak? Oorlogen worden pas gewonnen als ze ook gewonnen worden op het morele slagveld.
Die morele druk geldt net zo goed voor theatermakers die zich aan een eigentijdse oorlog wagen. Peter Sellars voerde ‘De Perzen’ in 1993 op in Edinburgh om de eerste Golfoorlog (1990-1991) te becommentariëren. Tony Randall gebruikte de tragedie in 2003 in New York als spiegel voor de Amerikaanse inval in Irak. Voor Ben Chikha liggen er vandaag zo mogelijk nog meer wolfijzers en schietgeweren op de loer. Elke regiekeuze, elk beeld, zelfs elk woord kan aanstoot geven. De een ziet er meteen antisemitisme in, een ander ervaart het als een onderschatting van decennia van koloniale onderdrukking van het Palestijnse volk. Voor activisten moet de boodschap zo expliciet mogelijk, terwijl het er voor artistieke fijnproevers meteen te dik op ligt. Weer anderen vinden zelfs de vraag naar empathie al problematisch in dit verband: ze ontkent de totaal ongelijke machtsverhouding in wat zich nu voltrekt in Gaza. Valt dit conflict wel te vergelijken met een klassieke oorlog? Is het niet zonder meer eenzijdige uitroeiing?
Niet toevallig begint ‘Perzen – Triomf van Empathie’ in de NTGent-schouwburg met een bijzondere meta-theatrale buffer tegen dat hele front van gewapende kijkhoudingen. Een voice-over verplaatst ons naar 2031. De EU is nagenoeg uiteengevallen, de zevenjarige oorlog in het Midden-Oosten heeft ook Tel Aviv en Jeruzalem in puin gelegd en in Vlaanderen worden nog maar drie theaters gesubsidieerd, waaronder het VTGent: het Vlaams Theater Gent. Daar zijn we vandaag getuige van een toonmoment van theaterstudenten, begeleid door Chokri Ben Chikha. Alleen is hij als docent blijkbaar net op non-actief gezet, wegens gevaarlijke politieke denkbeelden. Zijn vervangster, Mareille Labohm, spreekt ons aan als een bevriende beoordelingscommissie: wat kan er door de beugel in de ingestudeerde voorstelling, wat moet er tegen de première zeker worden aangepast?
Wat we te zien krijgen, is geen direct statement, maar eerder een toekomstvoorspelling waarin de pro-Israëlische visie van de Vlaams-nationalisten de voorstelling bepaalt.
Het is een geniale dramaturgische greep: Ben Chikha en co. verdubbelen de fictie en spannen rond hun voorstelling een extra ideologisch kader. Wat we te zien krijgen, is geen direct statement, maar eerder een toekomstvoorspelling waarin de pro-Israëlische visie van de Vlaams-nationalisten de voorstelling bepaalt. De rol van Labohm, die vorig jaar ook al bij Action Zoo Humain meespeelde in de Nederlandse versie van ‘De Waarheidscommissie’, vormt er de sleutel van. Af en toe komt ze vanop de zijkant het toneel op om scènes te onderbreken, het oorspronkelijke stuk te duiden, de dansers te bevragen op hun intenties of nieuwe scènes op te dringen. ‘Wat zou Aischylos daarmee bedoeld hebben, denken jullie?’ ‘Is dit niet je reinste Jodenhaat?’ Haar rol is tegelijk die van dramaturg, master of ceremony, bedenkelijke morele autoriteit en bemiddelaar van onze blik. Mareille Labohm maakt van ‘Perzen’ vooral een voorstelling over onze verhouding tot het Israëlisch-Palestijnse conflict. De repetitiezaal wordt een miniatuurversie van het wereldtoneel.
Vervolgens injecteert Ben Chikha binnen die hele metafictie bijna ondraaglijk realistische videobeelden. Ze verschijnen op zijdelingse schermen als op uitvergrote smartphones. De slag bij Salamis? Die voltrekt zich hier onder pompende beats, als een reeks losse visuele flashes van het technofestival dat op 7 oktober 2023 ontaardde in een bloedbad. Onder een tikkende klok verglijden uitgelaten sfeerbeelden van feestende massa’s en dj’s uiteindelijk in bang fluisterende getuigenissen van weggedoken enkelingen onder verre schoten. Intussen snokken en schokken de vijf dansers op scène er ritmisch op los, glijden ze collectief over de vloer. De grens tussen dionysische extase en het neerstuiken van aangeschoten wild wordt ijzingwekkend dun in hun bewegingen. ‘Perzen’ grijpt zo meteen naar de keel. Niet alleen door wat je ziet, maar óók door de keuze om dit te laten zien.
Zo gaat dat in dit mediatijdperk vol real-time beelden van reële drama’s. Ze zijn het ware repertoire van vandaag: iconisch en vol betekenis, maar wel ontdaan van hun breder verband. Instortende gebouwen in Gaza, in puin herschapen steden, schreeuwende Palestijnen onder het stof, gehelmde Israëlische bombers die de knoppen van hun vernietiging bespelen als dj’s hun draaitafel: ook dat soort beelden zullen nog volgen in de voorstelling. Ben Chikha maakt er nooit excessief gebruik van, maar wel met maximaal effect. Ze vormen tekens die het theater overtreffen in symboolwerking en emotionele lading. Het wereldtoneel vormt de achterwand van de repetitiezaal.
Toch zijn het vooral de vijf dansers/studenten die ‘Perzen’ dragen. In de spanwijdte tussen metatheater en documentaire zoeken zij continu hun positie tussen Labohms autoriteit en hun eigen persoonlijke relatie tot het conflict. De Algerijnse danser Abdennacer Leblalta interpreteert een roerend gedicht van Mohammed El-Kurd over dans als laatste uitlaatklep, wanneer zelfs woede tonen gevaarlijk worden. Rateb Syassi speelt ‘Bibi’ Netanyahu als de overmoedige Xerxes in een speels saterspel, maar weigert dezelfde scène over te doen als leider van Hamas. Hellen Boyko eist dan weer aandacht op voor alle andere conflicten in de wereld, van Rwanda tot Soedan. ‘Zwarte mensen die sterven, chockeren blijkbaar niet meer.’ Allemaal praten ze als dansers, in een bewegingstaal met snelle illustratieve gestes die ‘Perzen’ een bewust kinderlijke maar ook gedreven aanblik geven. Heel nauw zijn deze performers betrokken geweest in het creatieproces. Net zo dicht zitten ze nu op hun eigen geschiedenis en overtuigingen. Zelfs het metatheater blijkt documentair.
Bewust legde hij het overwicht van de voorstelling bij het Israëlische perspectief, omdat zijn vraagstelling rond empathie dáár wellicht bij velen het scherpste prikt.
Die directe betrokkenheid geldt bij uitstek van de Palestijnse Marah Haj Hussein en de Israëlische Liah Frank. Als de laatste een ruime evocatie geeft van haar jeugd in de kibboets, en ons tussen het abstracte ijzerwerk van het decor meeneemt op een gidstoer door haar verbeelding, voel je waar Ben Chikha het wil doen schuren. Bewust legde hij het overwicht van de voorstelling bij het Israëlische perspectief, omdat zijn vraagstelling rond empathie dáár wellicht bij velen het scherpste prikt. Kan het? Mag het, om zoveel ruimte te schenken aan een gelukkige kindertijd in de Joodse nederzetting? Vanaf waar streept het geluk van de ene partij het ongeluk van de ander weg? ‘Perzen’ verwart evenveel als het provoceert.
Toch is het totaalplaatje duidelijk. De pro-Israëlische kaart die Labohm steeds explicieter trekt, gaat er qua romantiek en ethische inconsequenties zó ver over dat ze het Israëlische legitimatiediscours vooral ironiseert. Haar continue oproep tot empathie beperkt zich tot slachtoffers aan Joodse kant, vroeger én nu. Al wie dat slachtofferschap bevraagt, belandt aan gene zijde van haar medeleven. Zo wordt elke inbreng van Labohm in het Vlaanderen van 2031 vanzelf een aanklacht tegen zichzelf. En zo zal ook Liah Frank zich na haar gidstoer expliciet excuseren voor het grote taboe waarmee ze in de kibboets is grootgebracht: dat op dezelfde grond eerder al andere mensen woonden. ‘Ze zeiden dat dit land ons was geschonken. Maar niemand zei ooit hoe het was genomen. Ik schaam me diep.’ Het voelt als een oprechte bekentenis, die ook veel moed vereist. Tegelijk zullen sommigen het misschien willen associëren met ‘Wir haben es nicht gewusst’?
Net daarvoor hebben Marah Haj Hussein en co al zwarte handschoenen in het ijzerwerk van de kibboets gestopt, als memoriaal voor alle Palestijnse (en ook Congolese?) mensenhanden die de geschiedenis mee opgebouwd hebben. Ja, kolonialisme heeft vele gezichten. Je kijkt het in ‘Perzen’ recht in de ogen.
De strategie die Ben Chikha daarvoor inzet, is opnieuw die van de verrassende vergelijking. Net als in veel eerder werk schuift hij continu contrasterende beeldregimes en culturele discours over elkaar. Soms subtiel, soms door ze net knetterend te doen clashen. Een typisch toeristisch promofilmpje voor Israël laat ineens ook de militaire bezetting zien. Een troostvolle scène tussen moeder en kind in het jodenghetto van Warchau in 1940 speelt zich af tegen stille beelden van alle vernieling in Gaza. Nazi-soldaten vervellen tot Israëlische militairen. Een interview met historicus Moshe Zimmermann over Aeschylos plaatst de Israeli pertinent in het verliezende kamp van de Perzen. Joodse volksdans loopt bijna onmerkbaar over in dabke, de Palestijnse dans. Kan het? Mag het? ‘Perzen’ speelt met vuur, maar precies in die gewaagde overflows maakt het zijn onderzoek naar empathie, naar de mogelijkheid tot overeenkomst in alle verschil, ook artistiek geloofwaardig.
Tegelijk wordt de monumentale muur van ijzeren kooien waarmee de voorstelling begon, scène per scène verder ontmanteld. Blok per blok gaat de muur van vooroordelen en clichés, de muur van de Palestijnse openluchtgevangenis, symbolisch neer. Gelooft Ben Chikha dan in deconstructie als een vorm van depolarisering? Uiteindelijk blijft toch vooral de vlammende slotmomonoloog van Marah Haj Hussein tussen je oren hangen. Ze geeft een stem aan zoveel andere Palestijnen: ‘Empathie is een alibi voor stilzwijgen. Empathie is een businessmodel. Totaal decadent. Een saviour’s syndrome. Artistieke egomanie. Goede intenties, mooi verpakt. Ze boosten vooral het ego.’
Zo eindigt ‘Perzen’ uiteindelijk even uitzichtloos als de oorlog zelf, tussen de brokstukken van vele illusies en idealen. Met gepantserde overtuigingen betrad je de zaal, maar ontmanteld wandel je ze weer uit. Dooreengeschud door een rollercoaster van emoties, geschiedenissen en perspectieven. Dat effect mag een prestatie heten. Velen vreesden dat deze voorstelling wel eens de oorlog te veel zou kunnen worden voor Chokri Ben Chikha. Dat hij als ironisch en expressionistisch kunstenaar aan zijn hubris tenonder zou gaan. Maar zelden zie je theater dat fictie en actualiteit, woord en beeld, repertoire en performance zo slim én straf met elkaar weet te confronteren. Het is bijna ontluisterend om vast te stellen. Precies dankzij alle ontheemding waar deze oorlog op aanstuurt, komt de kunst in ‘Perzen’ thuis: riskant, noodzakelijk, op het scherp van de snee.
Gezien op 20 en 21 juni in schouwburg NTGent
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz