Dans

Microcosm Nicole Beutler / nbprojects

Dans voor lezers

Een dichteres en een schrijver kijken op het podium tijdens ‘Microcosm’ hun ultieme schaamtegevoel recht in de ogen: dansen voor publiek. Samen met twee professionele dansers geven ze onverschrokken hun lijven bloot. In de aanloop schreven de twee een columnreeks over het creatieproces - een genereuze bijdrage aan de archieven van hedendaagse podiumdans. 

Microcosm
Lieve Dierckx Bellevue Theater Amsterdam meer info download PDF
27 februari 2022

Bij het binnenkomen in de Paloni Zaal van Theater Bellevue in Amsterdam staan aan weerszijden van de inkomdeur dichteres Charlotte Van den Broeck en schrijver Arnon Grunberg gereed om elk van ons, toeschouwers, met vriendelijk oogcontact te verwelkomen. Achter hen houden dansers Liah Frank en Rob Polman zich klaar. Zij gaven al ruggensteun tijdens het werkproces van ‘Microcosm’ en straks ook op het podium.   

Van dat creatieproces brachten de twee schrijvers in de weken voor de première elk om beurt verslag uit in twaalf afleveringen, in de krant De Standaard en op de website van choreografe Nicole Beutler. Hun teksten leveren een prachtige inkijk door twee taalvirtuoze niet-dansers in de mores van het nicheveld dat hedendaagse podiumdans voor velen nog steeds is. Ze hadden het over onwrikbare discipline, over het parkeren van hun controledrang en ego, over vermoeidheid maar ook over de ontroering van dicht fysiek contact. Een juweeltje van een  archiefdocument voor een efemere kunstvorm. 

We leren uit hun verslag dat de twee schrijvers in een literaire context al eerder samen performden. Dat ze nog een eindje verder uit hun comfortzone wilden, richting ultieme schaamte. Welk soort activiteit zou hen het meest acute ongemak opleveren? Dansen dus, op een podium.  Ze contacteerden Nederlands Danstheater die hen doorverwees naar choreografe Nicole Beutler. Zij had immers ervaring met niet-professionele dansers.

Dit seizoen zagen we al een actrice die danst – Jolente De Keersmaeker op vraag van choreograaf Jérôme Bel in ‘Dans voor actrice’ van tg Stan. Verder de jonge Benjamin Abel Meirhaeghe die op de Madrigalen van Monteverdi dansende zangers ook letterlijk in hun blootje zette naast even blote professionele dansers. Bij Bel stond het persoonlijke geheugen aan dans centraal : een uittreksel uit een balletles, een re-enactment uit Café Müller van Pina Bausch en van Butoh-danser Kazuo Ohno, verbonden met herinneringen aan de vader van de actrice.  Bij Meirhaeghe ging het om de liefde, uitgesponnen in tijdloze rituelen rond open vuur en met magische krachten in een beweeglijke scenische evocatie van een grot.

Hier in ‘Microcosm’ staat het kijken centraal, zo zag ik het.  Kijken naar anderen als aanzet om anders te kijken naar lichamen, naar je eigen lichaam. Zo begint de voorstelling: de performers kijken ons aan, wij kijken naar hen.

Dat kijken is in ‘Microcosm’ een intieme kwestie.  De kleine tribune van het Bellevue-Theater accentueert die nabijheid. Drie wanden in bloot dennenhout rond de podiumvloer doen hetzelfde.  We gaan voor naturel, vertelt die keuze ook, terwijl ik het blauw van de vloer associeer met communicatie. Niet  eender welk blauw, nee, koningsblauw want iedereen op en rond die vloer telt voor het volle pond mee.  Opnieuw: zo lees ik dat. Ook de kostuums zijn in verschillende tinten blauw. Tenminste, tot de schrijver en de dichter samen gaandeweg naakter worden en alleen hun ondergoed overblijft.

Dat die intimiteit niet voor iedereen even vanzelfsprekend is,  wordt in de eerste scène meteen uitgelicht. Op het podium zien we links Grunberg rug aan rug achter Liah Frank, zij frontaal naar het publiek, hij naar de achterste wand gekeerd. Hij geeft zichzelf nog niet bloot. Rechts kijkt Charlotte Van den Broeck rug aan rug tegen Rob Polmann met magistrale madonnablik recht de zaal in.

Eerder gaat het om: welk verhaal lees ik in hun blikken?

Op de soundscape horen we klanken als druppels die de dansers omzetten in beweging. Zo druppelen we samen voorzichtig de voorstelling binnen, met de schrijvers voorlopig nog omzichtig kijkend hoe de dansers het doen.  Dat duurt niet lang. Even later zijn het de dansers die met een seconde vertraging de beweging van de schrijvers volgen. Tegen het einde van de voorstelling zullen ze een kluwen vormen van vier organisch bewegende lichamen.  Voor het zover is doorlopen ze samen alle constellaties (solo’s, duetten, trio’s en kwartetten) en gradaties van danstechnisch kunnen. 

Het bewegingsmateriaal, zo vertelden de schrijvers in hun teksten, kwam er op basis van een beproefde methode in hedendaagse dans: improvisaties die de choreograaf vervolgens finetunet en vastlegt. Nicole Beutler puurde er een helder evoluerende voorstelling uit. Ze besliste ook al vroeg in het proces dat de twee schrijvers niet alleen op de scène zouden staan. Oninteressant, was haar verdict, en dus plaatste ze naast hen twee doorgewinterde dansers. Helemaal goed, want binnen de opzet van ‘Microcosm’ verdiept die keuze onze blik op wat een lichaam in beweging of in rust kan betekenen.

Want uiteindelijk kijk je in ‘Microcosm’ niet zozeer naar dansfrases of waar die precies plaatsvinden in de ruimte en het tijdsverloop. Eerder gaat het om: welk verhaal lees ik in elk van hun blikken, in elk van hun lichamen terwijl ze daar heel dicht voor ons samen bewegen. En: hoe verhoud ik me daartoe, waar precies word ik aangeraakt? Ergens driekwart in de voorstelling zetten de performers die insteek kracht bij door heel even de tribune in te lopen om fysiek contact te maken met de toeschouwers. Kijken is hier een spel van op elkaar afstemmen en elkaar aanraken, letterlijk en figuurlijk: zij haken hun blikken in elkaar, raken ons met hun kijken en bewegingsconversaties, wij raken hen in onze gedeelde ruimte. De soundscape van Gary Shepherd doet mee, met echo’s van adem en een hartenklop.

Samen ontroeren ze.  De stukjes tekst die de schrijvers in de loop van de voorstelling brengen, vormen een extensie van hoe ze met hun lichaam op de scène staan. Knap hoe Grunberg in zijn verhaal de militaire inval van Rusland in Oekraïne van de vorige nacht integreert.  Dat wij toeschouwers desondanks toch komen kijken - wie zijn jullie eigenlijk, vraagt hij zich vervolgens af? Pacifisten die op hem geen geweer zullen richten, en omgekeerd denkt hij er ook niet over, zoveel is zeker.  Maar een vriend van hem weet: dat publiek van jou zit ‘net als mensen’ gewoon te wachten tot je valt.  

Dat wereldbeeld tekent zijn lichaamstaal: we zien Grunbergs weerstand tegen de overgave; liever zoekt hij confrontaties op met een knietje en een speelse kopstoot; in huppelpasjes of met een uithaal; vol branie om mogelijk falen van zijn wat houterige schrijverslijf ironisch op afstand te houden. Naast hem is Lijah Frank perfect gecast met haar vrolijke, extraverte no-nonsense energie. Zij durft even ongecontroleerd te zijn in haar bewegingen als hij hyper gecontroleerd, tot fysieke verkramping toe met de korte pasjes van een professioneel zittend lijf. Mooi hoe Grunbergs stellingen het uiteindelijk begeven. Terwijl hij in de voorlaatste scène nog als enige afwijkt van de blauwe toonaarden, door een oranje shirt over zijn hoofd te trekken, terwijl de ook de belichting oranje opgloeit als in een referentie naar de wereldbrand, zie je zijn duellerende ik wegsmelten in een laatste duet met Polmann, wanneer die hem langzaam, met liefdevolle aandacht, over zijn ledematen streelt.  De schrijver zei het al in een van zijn teksten : die blik van Polmann zou hem tot de herenliefde kunnen bekeren.

Charlotte Van den Broeck van haar kant hoeft qua présence niet onder te doen voor Liah Frank en Rob Polmann. Aan haar ging door de poëzie een echte danser verloren. Het zit hem in haar blik, het evenwicht dat ze vindt tussen binnen en buiten. Ze proeft bewegingen. Uit haar lijf spreekt het soort focus en innerlijke stilte die ze wellicht ook inzet voor haar poëzie. In haar tekst op het danspodium praat ze over dat schrijfproces, met welke listen zij de woorden en haar vluchtreflex temt. Haar taal naar het publiek is uitnodigend, ze legt er haar eigen ervaringen als toeschouwer naast, heeft het over de adem die ons verbindt, en hoe we die kunnen laten indalen tot diep in onze bekkenbodem. Ik zie haar schrijven vanuit haar tenen. Naast haar is Rob Polmann even verstild, zacht en lankmoedig.

‘Microcosm’ overstijgt de op een blauwe maandag opgenomen handschoen. We mogen onbeschaamd de intelligente lichamen lezen van twee dansende taalvirtuozen met ‘echte’ dansers als ijkpunt. Een feest.

PS: Teksten over het werkproces vind je op https://nicolebeutlerprojects.nl/project/columnreeks-dansen-tegen-de-schaamte

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login