Jeugdtheater

Perdju Tinneke Van Ransbeeck

Wie winkelt, die vindt

‘Perdju’ (8+) van Tinneke Van Ransbeeck is een voorstelling over dingen verliezen  – van een sleutelbos tot een schoolvriendje of de band met je ouders – en de woede of onmacht die je daarbij voelt. Het stuk speelt zich af in Perdju (Perdu + Dju, inderdaad), een winkel waar alles terecht komt. Verlies is nooit zo groot of er is wel een toveroplossing voor in dit sprookje waarin voor tragiek geen plaats is.        

Perdju
Pieter T’Jonck 't Kadaster (oude politiesite), Oostende, in het kader van TAZ25
02 augustus 2025

‘Perdju’ heeft er al een lange tournee langs een rist cc’s en cultuurhuizen op zitten, maar op TAZ speelt het op een bijzondere, erg goed gekozen locatie. ’t Kadaster is een voormalige rijkswachtkazerne, maar dient nu tijdelijk als een ontmoetingsplek voor Oostendenaars. Je kijkt er dus niet van op dat een brocanterie er onderdak vond in een grote garage op het binnenplein. Alleen is het geen echte brocanterie, maar het decor van ‘Perdju’.

‘Perdju’ begint als Dries Lenaerts van onder een sectionaalpoort tevoorschijn komt in een opzichtig kleurig kostuum. Hij knippert gemaakt verbaasd maar ook opgetogen met zijn ogen als hij ziet hoeveel volk er wacht om Perdju, zijn winkel voor verloren voorwerpen, te bezoeken. Die winkel (een ontwerp van Mira Truyens), staat stampvol banken, oude kasten, een Mariabeeldje in een grot van papier mâché, een telefoonstandaard met speelgoedtelefoon, een reproductie van een tweederangs ‘Olympia’ (niet die van Manet), een beeldje van een Yorkshire Terrier, een futuristische kruising van een bromfietshelm en een discobol, een wasmachine, iets wat lijkt op een manshoge raket en vooral ook heel veel kartonnen dozen met een sticker van Brol.com. Een groep vogels zweeft in het midden van de benauwde ruimte boven een stapel knaloranje slazwierders en maakt maneuvreren in de ruimte helemaal lastig. Toch vindt elke bezoeker wel ergens een plaatsje. Lenaerts trekt zich terug achter een kassa/toog en zorgt van dan af voor de muzikale omlijsting van het spektakel.

Dat spektakel begint met een ‘verrassing’: alle objecten in de propvolle winkel beginnen door elkaar heen te praten. De Olympia met een Frans accent, de terriër met veel gegrol, het Mariabeeld met een uitgesproken Vlaamse tongval. Van Ransbeeck kon het puikje van de Vlaamse acteurs strikken om een stem te geven aan die voorwerpen: Koen De Graeve, Lucas Van den Eynde, Sien Eggers, Els Dottermans, Els Olaerts en vele anderen tekenen present.

Een oude radio steelt de show met het programma van Radio Maria, een religieus geïnspireerde zender. Dat programma wordt geregeld onderbroken door reclamespots voor Perdju. Zo kom je aan de weet dat dit de plek is voor mensen die ‘iets’ kwijt zijn, al weten ze daarom zelf niet per se wat. Pas als de speelgoedtelefoon in het midden van de zaal gaat rinkelen, komt Tinneke Van Ransbeeck in beeld. De radio port deze vrouw met lange, blonde krullen aan om de telefoon op te nemen. Haar veel te grote mannenpak en knaloranje Crocs verraden meteen dat zij vanaf nu de hoofdrol speelt.

Verlies verwerk je niet door te winkelen en zeker niet door te luisteren naar Radio Maria.

Wat daarna gebeurt valt onmogelijk na te vertellen: het verhaal springt van de hak op de tak. Het gaat over Mielke die dood is, over slechte (telefoon-)connecties, over de vraag welke job bij je zou passen en nog veel meer. Te veel weten zou trouwens de pret bederven voor wie nog wil gaan kijken. Een rode draad is Van Ransbeecks angst om een kleurloze volwassene te worden. Toch ziet ze geen andere uitweg, want ze ervaart te veel druk vanuit haar omgeving om regels te volgen en een ‘veilige job’ te vinden.

Van Ransbeeck voelt zich nog meer bedrukt doordat haar ouders kort geleden scheidden, zodat ze geen thuis meer heeft. Met haar moeder, die een poetsmanie heeft, botert het sowieso niet. En dan zijn er nog liefdesrelaties die stuk liepen. Niet verwonderlijk dat ze zich al 547 dagen ‘Ugh’ voelt. Een beter woord is er blijkbaar niet voor. Toppunt van ellende is het verhaal van een jongetje dat stierf aan leukemie. In hedendaags lingo zou je zeggen dat Van Ransbeeck lijdt onder een multifactoriële problematiek. Ze is alleen net iets te wit om van intersectionaliteit te gewagen.

Ondanks al die problemen komt het toch helemaal goed. Er zijn een paar mirakels en de levering van een karaoke set door Brol.com. Een grote opluchting is het moment waarop Van Ransbeeck eindelijk de honderden rechtersokken terugvindt die al jaren spoorloos verdwenen waren. Maar bovenal verzekert haar moeder haar dat ze helemaal geen kleurloze volwassene hoeft te worden. Oef. Zo vond Van Ransbeeck in deze winkel toch soelaas. Dat jongetje blijft wel zo dood als een pier, en die geliefden keren ook niet weer, maar haar grootste angst – kleurloosheid – is wel bezworen.

Ongetwijfeld vinden kinderen het bijzonder leuk als de dingen beginnen te spreken. Of ze zich veel kunnen voorstellen bij de vele, bruuske plotwendingen en verhaallijnen was me minder duidelijk. Veel van wat Van Ransbeeck vertelt sluit immers vooral aan bij haar eigen leefwereld: een jonge stadsbewoner die probeert een leven uit te bouwen in onzekere tijden. Ze stuit daarbij, zoals te verwachten en te voorzien was, op heel wat teleurstellingen, maar ze kan ook niet meer terugvallen op de vertrouwde patronen van haar ouders, waar ze dan ook van vervreemdt. 

Dat verhaal wordt echter zo warrig, met zoveel bochten en zij-intriges verteld dat het voor mij, als volwassene dan, vooral een soort wensdenken leek te vertolken: ooit komt dit goed. Dat lijkt me geen les om kinderen vandaag mee te geven. Volwassen klinkt ze in elk geval niet. Verlies verwerk je niet door te winkelen en zeker niet door te luisteren naar Radio Maria. Omgaan met verlies vraagt een ander soort verbeelding dan de producten van Disney & C°. Maar als je daar vrede mee kan nemen, is de luchthartige manier waarop Van Ransbeeck zich door de miserie kwettert best leuk. Veel leuker dan het leven zelf.         

Genoten van deze recensie?

Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.

Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Steunen Login