Performance

I Love (And Hate You) Belgium Armin Mola

Culturele mozaïek

Met ‘I Love (And Hate You) Iran’ bracht theatermaker en performer Armin Mola in 2023 een intieme ode aan het land dat hij noodgedwongen moest verlaten, maar waar zijn ziel onvermijdelijk mee verbonden blijft. In een sobere scenografie–slechts een plastic Aldi-zak en een traditioneel Iraans jasje—ontrolde zich destijds een portret van vervreemding en verlangen, gegoten in een solo die laveerde tussen storytelling en performatieve bekentenis. In het vervolgstuk ‘I Love (And Hate You) Belgium’ richt hij zijn blik op zijn andere thuisland: België.        

I Love (And Hate You) Belgium
Aïcha Mouhamou Vayamundo, Oostende, in het kader van TAZ25
04 augustus 2025

Wat betekent het om Belg te zijn? En voor wie precies? Waar de Belgische identiteit doorgaans wordt samengevat met clichés als frieten, bier, druilerig weer in een surrealistische saus, duwt Armin Mola met ‘I Love (And Hate You) Belgium’ ons richting de rafelranden van dat discours. Want in een land getekend door institutionele fragmentatie, taalkundige breuklijnen en identitaire verwarring, is de vraag naar een ‘Belgische cultuur’ misschien ofwel zinloos, of daarentegen juist urgent.

‘I Love (And Hate You) Belgium’ schetst een mozaïek van stemmen uit Mola’s omgeving. Zijn ouders vormen de emotionele kern. Op de vlucht voor het Iraanse regime zochten ze een nieuw begin in België, waar ze in een opvangcentrum belandden. Daar ontpopte de jonge Armin Mola zich volgens zijn moeder tot entertainer pur sang. Iemand die met gemak schakelt tussen Iraanse klassiekers en Vlaamse meezingers, en zo letterlijk en figuurlijk tussen twee werelden heen en weer beweegt. Zijn vader blikt terug op een adolescentie waarin rebellie en creativiteit hand in hand gingen.

Daarna verbreedt het perspectief. Een vriend van vermoedelijk Arabische afkomst  bekritiseert het discours waarin ‘integratie’ gelijkstaat aan het leren van de Belgische taal — een taal die volgens hem niet eens bestaat, gezien de veelheid aan dialecten. Een Gentse kennis, tegelijk crypto-investeerder en red-pill-adept, poneert zonder schroom dat een man moet ‘providen’ en zich niet als ‘pussy’ moet gedragen: “Pussy moet je niet zijn, die moet je neuken.” En dan is er nog de Kempense man, die in zwaar dialect klaagt over migranten met een buitenverblijf, maar Mola wél erkent als “een van de goei”.

Armin Mola domineert het lege speelvlak met fysieke flair en aanstekelijk spelplezier.

Armin Mola domineert het lege speelvlak met fysieke flair en aanstekelijk spelplezier. Maar hoe aanwezig hij ook lijkt, gaandeweg dringt zich een prangende vraag op: waar is Mola zélf in dit geheel? In een stuk dat put uit autobiografische elementen blijft zijn eigen stem opvallend diffuus. Hij fungeert eerder als doorgeefluik dan als protagonist. We horen wat zijn moeder denkt, hoe zijn vader terugblikt, wat zijn vrienden of vijanden zeggen—maar wat vindt Armin Mola eigenlijk zelf? Wat betekent België voor hém? De dramaturgische keuze om via andermans perspectieven een mozaïek te bouwen, is interessant, maar resulteert hier in een zekere vrijblijvendheid.

Toch valt er ook veel te waarderen in deze voorstelling. Mola weet hoe hij een publiek moet bespelen. Hij beschikt ook over een indrukwekkend improvisatietalent. Dat blijkt onder meer uit een scène waarin hij het publiek uitnodigt om willekeurige woorden in het Vlaams, Frans en Duits te roepen. Hij componeert daarop ter plekke een rap met wat hem aangereikt wordt. Dat gebeurt niet als kunstgreep, maar als oprechte expressie. De muziek—Belgische hiphop van o.a. Freddie Konings—is geen achtergronddecor, maar een verlengde van zijn identiteit. Wanneer Mola rapt, staat hij niet in dienst van een rol, maar is hij even helemaal zichzelf.

Die gelaagdheid maakt ‘I Love (And Hate You) Belgium’ tot een hybride performance die laveert tussen maatschappelijk engagement en persoonlijk verlangen, tussen entertainment en reflectie. Maar die rijkdom is tegelijk ook de valkuil van de voorstelling: Mola wil veel—misschien te veel—in amper zestig minuten. Anekdote, imitatie, rap, dans, publieksparticipatie: het is een virtuoze caroussel, maar dat gaat soms ten koste van een scherpe focus.

Als kijker blijf ik achter met het gevoel dat ik naar iemand keek die zijn identiteit performt, zonder haar echt prijs te geven. Maar misschien is ook dat net precies de paradox van migratie en meervoudig behoren.         

Genoten van deze recensie?

Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.

Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Steunen Login