Le Tartuffe ou l’Hypocrite Ivo Van Hove / Comédie Française

Een nieuwe ‘Tartuffe’

Ivo Van Hove regisseerde bij de Comédie Française ‘tartuffe ou l’hypocrite’. Een heel ongewone versie. Niet alleen gaat het om een reconstructie van de oerversie van het stuk in drie in plaats van vijf bedrijven, Van Hove legt ook heel bijzondere accenten waardoor het stuk erg hedendaags aandoet. Bovendien is het een festijn om de acteurs te zien. Een betere hommage aan Molière is er niet.

Uitgelicht door Johan Thielemans
Le Tartuffe ou l’Hypocrite
Johan Thielemans vertoning verfilming meer info download PDF
19 januari 2022

Er zijn enkele onopgehelderde episodes in het leven van Molière. Er zijn van hem bijvoorbeeld geen manuscripten of persoonlijke documenten bewaard. Daar zit echter geen samenzwering achter: in die tijd hechtte men gewoon weinig belang aan persoonlijke papieren. Ook rond het stuk ‘Tartuffe’ hangt mist. Het werd voor het eerst opgevoerd in 1664 tijdens een groot feest in Versailles (vandaag zouden we dat een festival noemen) ter ere van de Koningin-Moeder. Het bestond uit balletten, spectaculaire voorstellingen (met ‘machines in de Italiaanse stijl’), muziek (van Lully) en ook gesproken toneel. Molières komedie ‘Tartuffe, de hypocriet’ was een vreemde eend in de bijt, want de feesten beoogden luchtig vermaak; ‘Tartuffe’ behandelt echter concrete ideologische en politieke problemen. De koning lachte, maar verbood het stuk dan toch onder druk van conservatieve katholieken.

Belangrijk is dat commentaren destijds spraken over een stuk in drie bedrijven. Toen Molière het stuk, na jaren strijd, toch mocht opvoeren in 1669, oogstte hij er overweldigend succes mee, maar het stuk telde nu wel vijf bedrijven, en kreeg een nieuwe titel: Tartuffe was nu ‘imposteur’. Op het einde komt koning Lodewijk XIV tussenbeide en ziet erop toe dat Tartuffe gestraft wordt. Dit is de versie die we nu kennen.Molières biograaf Georges Forestier probeerde nu in samenwerking met Isabelle Grellet om het stuk terug te brengen tot de oorspronkelijke drie bedrijven. Dat voorstel verleidde Ivo van Hove om in te gaan op de vraag van Eric Ruf van de Comédie Française om het stuk daar te regisseren: het vals klinkende, vleierige, royalistische einde is in deze versie immers geschrapt.

In dit stuk maken we kennis met Orgon, een tirannieke pater familias van een dysfunctionele familie. Hij onderdrukt zowel zijn vrouw Elmire als zijn zoon Damis. Alleen de meid Dorine zegt hem ongezouten de waarheid. Alles verandert als Orgon onder de invloed komt van Tartuffe. Die belijdt een streng geloof, een mengvorm van Jansenisme, katholicisme met protestantse trekken en morele principes van de Jezuïeten. Volgens die leer bestrijdt de deugd de ondeugd. Enkel strenge deugdzaamheid brengt de mens tot het paradijs. In Molières tijd leverde zo’n strenge leer echter vooral valse predikers en hypocrieten op.

Het draait niet alleen om religie en bedrog

In de figuur van Tartuffe schetst Molière zo’n hypocriet. Orgon doorziet de manipulaties van Tartuffe niet. Het eindigt ermee dat hij Tartuffe have en goed schenkt, terwijl de valse asceet Elmire verleidt. Als Orgon weigert Elmires beschuldigingen te geloven, besluit zij de ‘heilige’ man met een list te ontmaskeren. Orgon constateert dat hij bedrogen is, en wijst Tartuffe de deur. Waarop Tartuffe zegt dat niet hij maar Orgon en zijn familie het pand moeten verlaten, want hij bezit alles. Zo blijft de familie wijzer, maar gekwetst en verarmd achter. Maar zelfs dan daagt het inzicht niet bij iedereen. Orgons moeder, Madame Pernelle is en blijft een verstokte volgeling van Tartuffe en weigert de ontmaskering te erkennen. Zij staat voor het blinde, reactionaire fanatisme. In sociaal opzicht kan je het stuk ook zien als het verhaal van een arme drommel (Tartuffe) die zich door zijn komedie verrijkt. Zo gaat het niet alleen over religie en bedrog, maar ook om een maatschappij die om geld en bezit draait.

Ivo van Hove richt zich echter op nog een ander conflict. De moeder staat bij hem voor een maatschappij van het verbod. Lust en plezier zijn zondes die de weg naar de hel effenen.  Madame Pernelle (een indrukwekkende Claude Mathieu) staat in de eerste scene midden op het plateau. Op die plaats van de macht ontvouwt ze haar morele visie.  Zelden hebben de woorden van deze rechtse vrouw met zoveel kracht geklonken. Daartegenover staat dan Tartuffe die juist verleidelijkheid en seksuele aantrekkingskracht belichaamt.

Om deze twee principes scherp tegenover elkaar te stellen heeft van Hove, tegen de traditie in, voor een jonge Tartuffe gekozen. Zo wordt hij, mede door het intense spel van Christophe Montenez, het centrum van de familie. De oude vader (een schitterende Denis Podalydès) wordt lijfelijk aangetrokken door het mooie, jonge lichaam. Bij hem is er een fascinerende verstrengeling van godsdienst en lust. Het zal hem uiteindelijk lastig vallen om Tartuffe te verstoten. De laatste omarmingen liegen er niet om.

Er zijn twee slachtoffers in dit verhaal. De zoon Damis ( Julien Frison) wordt in al zijn plannen door de vader gedwarsboomd. Als hij ziet welk een sterke band zijn vader met Tartuffe heeft, wordt hij woedend. Van Hove vergroot het conflict, en laat het tot een handgemeen komen. Zo ontsnapt Van Hove aan het pure teksttheater: hij bouwt een fysieke dimensie in de voorstelling in. Al even fysiek is het moment waarop  Orgon om een stok vraagt om zijn zoon te slaan. Dat doet hij zo brutaal dat heel het gezin in paniek te hulp schiet. Deze Tartuffe speelt zich duidelijk in Van Hoves universum af. 

De regie voert van de strenge levensleer naar de religie van de ongeoorloofde liefde

Het belangrijkste slachtoffer van Orgon is Elmire (Marina Hands). In een eerste scène toont Van Hove hoe verdrukt ze is. Ze durft niet opkijken, en straalt een totale ontevredenheid uit. Een bloedmooie, maar gefrustreerde vrouw. Als ze alleen tegenover Tartuffe komt te staan bezwijkt ze dan ook als vanzelf voor zijn charmes. Ook zij treedt in de wereld van Van Hove binnen met een zeer fysiek liefdesspel. Van Hove laat de twee personages zo intiem en broeierig met elkaar omgaan, dat je een aanvankelijke poging tot verkrachting ziet omslaan in lichamelijke liefde. Dat erotisch mechanisme was ook een centrale scène in van Hoves bewerking van ‘The Fountainhead’ van Ayn Rand.

Als Elmire in het tweede bedrijf dan toch besluit om Tartuffe in de val te lokken, verstopt ze Orgon onder de tafel, zodat hij ongezien kan horen wat Tartuffe zegt. Deze scène wordt al van in de 17e eeuw realistisch gespeeld, zoals je kan zien po gravures uit die tijd. Van Hove vult de scène echter op een heel eigen manier in. Het tafeltje op het podium is veel te klein om Orgon er onder te verstoppen. Elmire laat Orgon dan ook van het toneel stappen. Ze dwingt hem in het hokje van de souffleur onder de planken. Als Orgon dan Tartuffe doorziet breekt hij de toneelvloer open en verschijnt alleen zijn hoofd. Van een realistische scene is de situatie omgevormd tot een theatraal spel met hoge komische waarde.

Ook psychologisch is dit bij van Hove een complex moment. Elmire merkt hier dat ze weer in de ban van de jongeman dreigt te raken, al begrijpt ze dat ze zich te weer moet stellen daartegen. Dat dubbele gevoel vormt de subtekst van de scène. Ook Orgon kant tegenstrijdige impulsen. Hij uit zijn woede, maar kan zijn lustgevoelens toch niet verhelen. De ontmaskering slaat zo om in een buitengewoon dubbelzinnige situatie, die nauwelijks onuitgesproken emoties onthult. De regie voert de personages van de strenge levensleer naar de godsdienst van de ongeoorloofde liefde.

Delft het oude regime hier dan het onderspit? Als de oude moeder weerkeert weigert ze te aanvaarden dat de ‘heilige’ man van zijn voetstuk is gevallen. Zij, die ziende blind blijft, verliest het argument en sterft. Van Hove voegt er een lijkverbranding aan toe.

Hiermee stoten we op een ander aspect van de voorstelling. Van Hove doet twee belangrijke toevoegingen. Als het doek opgaat, zien we een duistere straat waar iets vormeloos op de grond ligt. Orgon verschijnt en merkt dat het om een dakloze gaat. Hij stelt een daad van barmhartigheid: hij laat zijn familie de dakloze jongeman -Tartuffe- wassen en on deftige kleren steken. Van Hove situeert hiermee Tartuffe in een hedendaagse sociale situatie. Dat dit een vreemde kwibus is merken we pas later, bij zijn echte opkomst. Hij staat zich dan tot bloedens toe te geselen. Zijn wit hemd zal er de hele avond de sporen ervan dragen. Meer religiositeit, gemeend of gespeeld, zien we verder niet meer. Het is een aspect waar verder minder aandacht wordt aan besteed.

Op het einde van de voorstelling voegt Van Hove een nieuw einde toe. We lezen dat er negen maanden na het einde van het stuk nog iets gebeurde. In een korte scène zien we twee groepen tegenover elkaar staan. Aan de ene kant de familie van Orgon, aan de andere kant Tartuffe, Elmires broer én Elmire zelf. Zij is in de laatste weken van haar zwangerschap. Als we van onze verbazing bekomen zijn, dan moeten we deze dubbele familiefoto met gelukkige mensen een betekenis geven. We moeten zelf de negen maanden opvullen. We zien twee nieuwgevormde families. De grote verleidingscène heeft vrucht gedragen. Is deze burgerlijke oplossing een utopie, of de echte moraal, de werkelijke nederlaag van het oude conservatieve gedachtengoed. Is dit het bewind van de religie van de liefde. Of is dit een ironische knipoog?

De visuele kant van de voorstelling behoort helemaal tot het universum van Ivo Van Hove en Jan Versweyveld. De toneelruimte is donker en leeg. Ze krijgt een variëteit aan sferen vooral dankzij de muziek van filmcomponist Alexandre Duplat. Er zijn twee Brechtiaanse elementen: in het midden van het plateau legt men een groot wit vierkant papier. Het is de plaats van de conflicten. Telkens bij een nieuwe episode gaan de spelers er rond staan en buigen even – als een citaat uit de Japanse gevechtsport. Achteraan, boven een stel trappen is er een scherm dat alleen gebruikt wordt om teksten te projecteren. Ze hebben uiteraard een vervreemdend effect, maar onderhouden een vreemde dialoog met het publiek. Zo lees je: wie is zij? Het beladen woord ‘soumission’ komt langs.

Dat alles maakt van deze ‘Tartuffe’ een bijzonder rijke voorstelling, die regelmatig zo hedendaags is dat je als het ware naar een nieuw stuk kijkt. Met enige fierheid zegt Eric Ruf dat we vierhonderd jaar na Molière een première van een nieuw stuk zien. Terecht, want deze ‘Tartuffe’ is zoveel meer dan een gelegenheidsstuk ter gelegenheid van een verjaardag.

Nog een belangrijke opmerking: ik zag de voorstelling in de bioscoop in Charleroi. Het was een zeer overtuigende registratie – ze liet zoveel van de geladen blikken zien, bijvoorbeeld van de jonge Tartuffe, dat je bedenkt dat deze dimensie de toeschouwer in de zaal ontgaat. Vanaf 5 februari is deze gefilmde versie weer te zien. Meer gegevens op de website van de Comédie Française. 

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login