La ménagerie de verre Tennessee Williams / Ivo Van Hove
Sterk ensemble, subtiele regie
Ivo Van Hove houdt van de moderne klassiekers van het Amerikaans toneel. Dat bleek al uit belangwekkende opvoeringen van Eugene O’Neill, Arthur Miller en Tennessee Williams. Aan die reeks artistieke successen voegde hij in 2017 de Franse versie van Williams’ ‘The glass menagerie’ toe. Het stuk werd gecreëerd in het Parijse Théâtre de l’Odéon. Isabelle Huppert schittert daarin als de aan lager wal geraakte Amanda Wingfield, de centrale rol in het stuk. Maar ook drie jongere acteurs acteren zo sterk dat de voorstelling veel meer biedt dan een overweldigende centrale rol.
‘La ménagerie de verre’ is theatrale
kamermuziek: het stuk telt slechts vier rollen. Alles draait rond het gezin
Wingfield dat in armoede vervallen is toen de vader, een dronkenlap en een charmeur,
zestien jaar eerder met de noorderzon verdween. Zoon Tom (Nahuel Pérez
Biscayart) is de enige echte kostwinner, maar heeft slechts een luizenbaantje
in een schoenenbedrijf. De moeder, Amanda, is er heilig van overtuigd dat alles
beter zal gaan -ook, misschien vooral, financieel, als haar licht gehandicapte
en ziekelijk verlegen dochter Laura (Justine Bachelet) maar huwt met een goede
partij.
Ze negeert de problemen waar die dochter voor
staat, en heeft het almaar over haar eigen succes bij mannen toen ze jong was. Maar
Laura vindt enkel troost vindt bij haar collectie glazen speelgoed en haar oude
grammofoonplaten. Ze heeft een koosnaampje: ‘Blue Rosie’. Een bewonderde
schoolkennis, Jim O’ Connor, gaf haar dat toen ze vertelde dat ze pleuritis had
gehad (wellicht ook de oorzaak van haar handicap). Hij interpreteerde dat woord
verkeerdelijk als haar naam, en maakte er dus ‘blue rosie’ van. Ook de zoon
heeft het moeilijk: hij gaat ganse nachten op zwier in cinema’s en
variétéhuizen om aan de beklemmende sfeer thuis te ontsnappen.
Moeder Amanda roept uiteindelijk de hulp van haar zoon in om een echtgenoot voor Laura te vinden. Die nodigt een vriend uit. Het blijkt dezelfde Jim (Cyril Gueï) te zijn waar Laura in haar schooltijd smoorverliefd op was. Eerst durft ze zich bijna niet aan hem te vertonen, maar dan volgt een tedere ontmoeting die de dochter laat opfleuren, zeker als Jim haar ophemelt en beweert dat ze haar verlegenheid mits de juiste cursus -hij volgt zelf zo’ n cursus ‘Spreken in het openbaar’--kan overwinnen. Maar na een innige kus biecht hij pots op dat hij op het punt staat te trouwen . Het meisje stort psychologisch in. De zoon beslist dan om de familie te verlaten? Hij laat een puinhoop achter, al is het alsof hij uit een gevangenis ontsnapt.
Hij laat een puinhoop achter, al is het alsof hij uit een gevangenis ontsnapt
Tennessee Williams koos voor een bijzondere
vorm. Tom is tegelijk een personage en de verteller die de toeschouwer door het
verhaal leidt. Ivo van Hove voegde daar een ingreep aan toe. Hij verdeelt het
stuk in scherp afgebakende taferelen, waarna telkens het doek zakt. Zo geeft
hij het stuk een nieuw ritme. Jan Versweyveld bedacht daar een eenheidsdécor bij
een brede scéne met centraal een keuken, alles in een naargeestige bruine kleur,
de kleur van de armoede. Op het behang schemeren gezichten door. Even wordt vermeld
dat daar ook een portret bij is van de afwezige vader..Vooraan spaarde
Versweyveld een ruimte uit die staat voor het terras waar Jim en Laura
samenkomen.
In het eerste deel van het stuk gaat alle
aandacht naar de moeder. Isabelle Huppert speelt haar als een vrouw die uit
wanhoop heftig te keer gaat. Ze leeft nog half in het verleden, toen het haar
voor de wind gaat. Als ‘La mer’ van Charles Trenet weerklinkt -voor Fransen een
hymne uit het verleden- toen Frankrijk nog ‘douce France’ was- bevestigt dat.
Je ziet haar wanhoop vooral in de scène waarin ze eten bereidt. Ze gaat een kip
en groenten met wilde hauwen van een kapmes te lijf. In deze handeling zit alle
frustratie van iemand die gevangen zit in een hopeloze sociale situatie. Ze
praat aan een hoog ritme. Haar woorden lijken wel het geratel van een machinegeweer
komen. Het is een prachtig portret van een mens in nood.
Maar zowel Huppert als Van Hove hebben tegelijk oor en oog voor een muzikale behandeling van de tijd, met spanning en ontspanning en met een enkele keer een pijnlijke stilte. Zo ontsnapt haar vertolking aan een conventionele psychologische benadering. De confrontaties met haar zoon worden zo een erg fysieke botsing van lichamen. Moeder en zoon zijn in die ruzies en scheldpartijen aan elkaar gewaagd. Als in de laatste scène de moeder constateert dat haar plannetje mislukt, stort ze in. Huppert vergast ons dan op een hartverscheurende wanhoopscéne – met snikken en kreten. Wie dacht dat Huppert alleen in wat koele nuances acteert, ontdekt hier een actrice vol energie. Ondanks de snelheid waarmee ze de tekst brengt mist ze geen enkel punt. Maar tegenover dat vuurwerk kan ze ook de totale ontgoocheling tonen na de zoveelste ontgoocheling: ze staat tegen de muur, bewegingsloos, helemaal uitgeblust, met een totaal lege blik. Het is uiterst virtuoos acteerwerk, maar wel een virtuositeit die helemaal ten dienste staat van een artistiek project.
Er volgt een wilde dans, waarbij het meisje helemaal open bloeit
In het tweede deel van de voorstelling
verdwijnt de moeder van het toneel, en gaat alle aandacht naar de ontmoeting
van de dochter met de gast. Tennessee
Williams heeft een heel lange dialoog geschreven, met een rijke ontwikkeling . Aanvankelijk
is de toenadering onhandig, door het lage zelfbeeld en de schuchterheid van de
dochter. Stap voor stap wint de bezoeker dan haar vertrouwen. Ze laat hem zelfs haar geheim zien: de
collectie glazen speelgoed. Daarna gaat het over Jim’s muzikale talent. Het
deed hem uitblinken op school, maar later kon hij er nooit iets mee aanvangen. Warme
schoolherinneringen leiden tot een innige omhelzing en kussen – een onvermoede ervaring
bij het meisje. Er volgt een wilde dans, waarbij het meisje helemaal open bloeit.
Maar als de ontgoocheling toeslaat laat Ivo van Hove‘L’ aigle noir’ van Barbara
horen, een lied over onvervulde liefde en melancholie. Dit kan wat vreemd klinken
in de Amerikaanse context van het stuk, maar tilt het sentiment naar een hoger emotioneel
vlak.
Heel deze passage wordt bijzonder gevoelig
gespeeld door de jonge actrice Justine Bachelet. De streaming van de
voorstelling geeft haar vertolking soms een kwaliteit die in de schouwburg
onmogelijk is. In enkele close-ups zie je hoe de ogen van Bachelet de spiegels
van haar gekwetste ziel zijn. Zo extravert als Huppert speelt, zo ingehouden en
ingekeerd geeft Bachelet gestalte aan dit gehavende meisje. Van Hove gaat
daarbij alle goedkope sentimentaliteit uit de weg. Zo zien we maar in één korte
scène dat Blue Rosie mankt. Haar pijn en
haar angst zijn helemaal innerlijk. Dat is een belangrijke beslissing die de
rol een ongewone, originele invulling geeft. Meteen krijgt Justine Brachelet de
kans om een bijzonder breed palet te bespelen. Zo krijgt de voorstelling een
zeer mooi evenwicht. Bachelet bespeelt een heel ander register dan Huppert,
maar is even briljant.
Haar tegenspeler is de zwarte acteur Cyril Gueï.
Hij toont mooi de evolutie van een jonge man die eerst beleefd het meisje
benadert, en dan stap voor stap onder haar onvermoede charme bezwijkt en op die
manier een valse hoop creëert. Als hij dan zijn geheim moet prijsgeven, is hij overtuigend
beschaamd in zijn eerlijkheid. Daar hoort wel een opmerking bij: Gueï heeft
Afrikaanse roots, maar wordt toch aangesproken als een ‘Ier’. Bij Tennessee
Williams is dat belangrijk omdat de moeder bang is van Ierse dronkaards. Maar
de gekleurde invulling van de rol zorgt, telkens als het over zijn Ierse
achtergrond gaat, voor een ogenblik van
ongeloof. Waarom zou je die replieken over Ierse afkomst niet gewoon schrappen?
Problematisch is ook dat broer Tom een zwarte vriend meebrengt. Het verhaal speelt zich af in Saint Louis, Missouri, een Zuidelijke staat. In 1944, het jaar dat het stuk uitkwam, was een vermenging van wit en zwart daar ondenkbaar. Maar dat alles mag dan niet meetellen, want de keuze van een zwarte acteur voldoet aan de roep om meer kleur op het toneel, een sociale en geen artistieke noodzaak. Cyril Gueï is hier dan ‘kleurloos’, maar hoe goed hij zijn rol ook speelt, er sluipt een gevoel van onwaarschijnlijkheid in deze scene. Slim als Ivo van Hove is, en ook een moment waarop je een zekere twijfel over de waarschijnlijkheid ziet binnensluipen, heeft hij het lied van Barbara een specifieke functie in de scéne gegeven: ze zingt over een zwarte adelaar. Hierdoor tracht Ivo van Hove de keuze voor een zwarte acteur tracht te verrechtvaardigen – en even van de originele tekst en van een sociale context afwijkt.
‘La Ménagerie de Verre’ is een opvoering vol interessante
invalshoeken, zowel naar vorm als naar inhoud. Voor elk personage heeft Van
Hove een verfrissende invulling gevonden. Hij wordt hierbij gediend door vier
uitstekende acteurs die qua toon en stijl zorgen voor een juiste, indringende
karakterontleding. Daarnaast is er het grote evenwichtig belang van de vier
spelers. Zo zorgt Ivo van Hove voor een
mooi ensemble en een fascineerde opvoering.
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz