Infinity Forever Jonas Baeke & Mats Vandroogenbroeck / Kopergietery
Dada Disney, de musical
Onthoud hun namen: Jonas Baeke en Mats Vandroogenbroeck. Na hun uiterst plezierige debuut ‘Bambiraptor’ bevestigt nu ook ‘Infinity Forever’ dat het jeugdtheater zich in de handen mag wrijven met zo’n duo. Het verhaaltje dat ze brengen, is er één van dertien in een dozijn: de break-up van twee tieners. Maar hoe ze dat verlies inkleden, dat is van een heel eigen planeet. Tijd én ruimte zetten Baeke en Vandroogenbroeck naar hun hand. Daar herken je geboren makers aan.Het decor van ‘Infinity Forever’ zuigt je meteen aan. Aan weerszijden van de scène lopen hoge witte wanden strak en schuin naar achteren af, alsof je voor een levensgrote perspectieftekening zit. De vluchtlijnen lopen zo sterk naar elkaar toe dat de kamer die we zien, zo claustrofobisch wordt als een film van Hitchcock. Het wordt nog meer film noir wanneer hoofdpersonage Lulu (Maria Magdalena de Cort) treurig ter aarde zijgt om haar gemis met ons te delen: haar eerste liefje Snipper heeft het alweer uitgemaakt. Maanlicht vangt haar treurspel door een scheef ruitje. Zachte pianomuziek bespeelt slinks onze emotionele snaar. De dieptewerking van deze openingsscène is totaal.
Lang blijft dat niet duren. Verrassende stijlbreuken zijn de kunst van deze voorstelling. Als we via Lulu’s geestesoog teruggaan in de tijd, op zoek gaan naar een verklaring voor Snippers prompte beslissing, krijgen we die hele voorgeschiedenis van haar kalverliefde ineens gepresenteerd als een komische strip. Eén voor één komen allerlei memorabele momenten uit de muur geschoven, in de vorm van vlak geschilderde decorstukken in bordkarton. Een schoolbank in de klas bij meester Buysse, tijdens die ene les over de big bang. Een groezelig bankje bij een vuilbak, voor vlinders in de buik. Het keukeneiland van papa, terwijl hij groenten staat te snijden.
Al die stemmige plaatjes zijn getekend door schilder Emiel Rambaux Vandekerckhove, die als art director ook al meewerkte aan ‘Bambiraptor’. Ze doen denken aan de infinis van het klassieke repertoiretheater: flinterdunne geschilderde wandjes die het lege podium én de verbeelding helemaal inkleuren. Alleen zijn er hier soms openingen gelaten in die zetstukken, waar de acteurs dan half in kunnen plaatsnemen. Hun bovenlijf beweegt, hun onderkant is getekend. Zo lopen twee- en driedimensionale beelden vaak gewoon in elkaar over. ‘Infinity Forever’ ziet eruit als een bewegend prentenboek. Of als theater met levensgrote illustraties.
Ook de attributen zijn uit karton gesneden: van papa’s keukenmes tot het skatebord van Snipper (Jonas Baeke). Ze voorzien de personages van een perfect uitgekiende knulligheid. Zelfs hun kostuums, ontworpen door Leentje Kerremans, zien er half geschilderd uit. Vooral Vandroogenbroeck, die zowel Lulu’s vader als meester Buysse speelt, gaat gekleed in grotesk gesteven broeken en vesten, als uitgeknipte schilderijtjes om zijn lijf geplooid. Ze maken van al die nevenpersonages stripfiguren, op het randje van karikaturen.
‘Infinity Forever’ ziet eruit als een bewegend prentenboek. Of als theater met levensgrote illustraties.
Opvallende spelkeuzes doen de rest. Meneer Buysse krijgt een hilarisch Duits accent, terwijl skater Snipper met slungelige armbewegingen geen blijf weet met zijn onderkoelde cool. Bovendien beginnen alle personages, Lulu inclusief, bij tijd en wijlen ook nog eens te zingen, zelfs bij eerder banale huis-, tuin- en keukendialogen. ‘Infinity Forever’ flirt dus ongegeneerd met musical, terwijl de personages zich temidden van hun toonladder zelf afvragen waarom: “Waarom begin ik nu ineens te zingen?” Dat ironische zelfbewustzijn, kurkdroog gespeeld, werkt allesbehalve aanmatigend. Het is werkelijk komisch.
Is ‘Infinity Forever’ ook meer dan dat? Precies die balans is het grote huzarenstuk van deze voorstelling. Het lijkt wel een bewust artistiek onderzoek naar de grenzen van platheid, zowel ruimtelijk als stilistisch. Hoe plat kan je in theater gaan vóór je er geen diepgang meer in krijgt? Hoe karikaturaal mag je je figuren maken voor ze als flat characters mateloos gaan vervelen? Hoe blijf je uit de klauwen van goedkoop scoren aan de ene kant en pedante kunstmatige kitsch aan de andere?
Het lukt deze Kopergietery-productie, in eindregie van Simon D’Huyvetter, wonderwel. Niet alleen de intensiteit van Lulu’s eerste verliefdheid weet oprecht te ontroeren, maar vooral ook de goedmoedige onbeholpenheid van haar vader om met zoveel pubergevoel om te gaan. In al zijn platheid biedt ‘Infinity Forever’ dus net een prettig staaltje multiperspectief, zeker ook door de ruimtemetafoor die als een rode draad door de voorstelling loopt. Terwijl Lulu opgeslokt dreigt te worden door een zwart gat, zweeft haar moeder als astronaut door de ruimte. Haar finale videoboodschap aan dochterlief lijkt ook die van de makers zelf aan hun jonge én oudere publiek: alles wat veel te groot voelt voor één hart, zal uiteindelijk veel kleiner blijken in het licht van het heelal. Suikerzoet klinkt deze eigen ‘relativiteitstheorie’. Maar zoals alles in deze voorstelling wordt hij opgediend met de juiste dosis.
Noem die balans gerust een topprestatie. Baeke en Vandroogenbroeck leggen zichzelf in stijl, vorm, genres én disciplines zoveel spreidstanden en rek- en strekoefeningen op, dat het een wonder mag heten dat ze nergens van hun hoge balk afdonderen.
Het geheim van dit duo? Wat zeker opvalt, is opnieuw hun stevig gefundeerde dramaturgie. Vanuit Lulu’s psychologische echokamer goochelt de opbouw van ‘Infinity Forever’ met tijd en chronologie, maar zonder ergens de draad kwijt te raken. Daarbij komt een uitzonderlijk taalvermogen, goed voor taalkapriolen die toch altijd weer op hun pootjes terechtkomen. Ook de kinderlijke absurditeit en de visuele vindingrijkheid van dit werk blijven steeds verrassen, maar zijn altijd dienstbaar aan de vertelling. Misschien is dat wel het grootste geheim van Baeke en Vandroogenbroeck: hun absolute bescheidenheid. Hun makersblik kijkt niet vanuit hun navel naar de wereld, maar vertrekt vanuit de ruimte zelf.
Zo leveren ze opnieuw een van de beste jeugdvoorstellingen van het seizoen. Zo plat, zo pienter. Tegelijk Disney en dada. ‘Infinity Forever’ is ‘Dada Disney, de musical’.
‘Infinity Forever’ speelt nog op 10 en 11 mei in Kopergietery.Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz