Rijgen Sarah Moeremans & Joachim Robbrecht
Een ode aan de verdraagzaamheid
Als Sarah Moeremans en Joachim Robbrecht in hun ‘Rijgen’ over liefde vandaag spreken, is dat meteen goed voor een luchtige komedie, maar wel met een diepere betekenis. ‘Rijgen’ snijdt taboes rond seksualiteit aan, maar dan als een ode aan de verdraagzaamheid. Laten we de tederheid koesteren, zegt deze voorstelling. Dat alles gedragen door een briljant trio spelers.
De titel van dit stuk, ‘Rijgen’, verwijst naar Arthur Schnitzlers ‘Reigen’ (1896-1897). Op zich wil dat niet zoveel zeggen: de makers wijzen er enkel op dat er een verband bestaat met dat schandaalstuk uit het fin-de siècle. Wie het werk van Moeremans en Robbrecht kent, weet dat ze er plezier in scheppen om een origineel tegen het licht te houden om er dan een heel eigen versie maken.
In dit geval is de band met de liefdesperikelen bij Schnitzler ver te zoeken. Moeremans en Robbrecht stellen hier in de eerste plaats de vraag of de visie van 1900 op liefde, trouw en huwelijk nog relevant is. Voor Schnitzler gaat het als vanzelfsprekend over het model van de man-vrouw relatie en de problemen van het monogame huwelijk. Dat is vandaag niet meer interessant. Een brede waaier een seksuele én emotionele verbindingen bepalen het gevoelsleven van de mens vandaag. Logisch dus dat er geen woord uit het origineel behouden bleef in dit nieuwe werk.
Van de vorm daarentegen vind je wel nog sporen. ‘Reigen’ was als een catalogus van mogelijke vormen van liefde. Schnitzler kwam daarbij tot een pessimistische conclusie. Hij stelde de rauwe waarheid tegenover het toenmalige ideaal van monogame huwelijkstrouw. Dat wilde men toen niet onder ogen zien, met controverse en een heus schandaal als gevolg.
Robbrecht en Moermans stelden een eigen en eigentijdse catalogus van de liefde op. Aan de begrippen liefde en seksualiteit voegden zij het begrip tederheid toe. Die tederheid verschijnt hier als een morele graadmeter. Aan de hand daarvan kijken ze naar situaties die vandaag taboe zijn.
Een tinderrelatie, met een wanhopig swipende man, toont hoe sterk de eenzame mens verlangt naar de ander. Het contact met de levende persoon mag dan al onbevredigend aflopen, Robbrecht en Moeremans gaan deze poging tot tederheid niet met morele oordelen te lijf. Precies in deze houding van tonen zonder oordeel of veroordeling ligt de kracht van deze tekst.
De sterkste momenten zijn dan de seksuele aantrekkingskracht van een paard (een sterk acteermoment van Ariane van Vliet), of de ontluikende liefde tussen een volwassene en een knaap tijdens de repetities van een kindermusical ( met een uitgelaten Peter Seynaeve). Gevat, geestig en vol levensvreugde.
Het sterkst is de episode waar zus en broer een koppel vormen. Hun incestueuze relatie levert een kind op – en het oordeel van de maatschappij moet het afleggen tegen de vreugde van de moeder. Zo gaan Moeremans en Robbrecht steevast op zoek naar de positieve kant, zelfs binnen een pedofiele verhouding.
'Rijgen' pleit voor nieuwe definities van liefde
De spelers brengen dit zo luchtig en lustig dat de onderliggende ernst slechts langzaam doordringt. Het stuk pleit voor nieuwe definities van liefde. Er is een grote compassie voor alle transgressieve vormen van seksualiteit, ook als ze buiten het welvoeglijke vallen. Op zijn manier is dit stuk een ode aan de levenslust. Schnitzler veroorzaakte een schandaal. Deze voorstelling zal dat niet doen omdat ze niet gebaseerd is op verbittering en frustratie.
Ze stelt wel een reeks vragen die in deze tijden van nieuwe, verengende moraliteit pertinent zijn en tot nadenken stemmen. Schuld en schaamte bestaan alleen in ‘the eye of the beholder’ . De blik van Moeremans en Robbrecht baadt in onschuld. Ze gunnen aan afwijkend gedrag veel vrijheid, blijheid.
Die vrijheid en blijheid zie je ook bij de acteurs. Moeremans doet haar reputatie als heerlijke acteursregisseur hier alle eer aan. Ze presenteert deze galerij van personages met slechts drie acteurs. Een uitbundige Ariane van Vliet, uitgedost in knalgeel, geeft zich voluit over aan de lusten die door haar lichaam razen. Louis van der Waal speelt daarnaast meer naar binnen gekeerd, zuiver en eerlijk. Peter Seynaeve tenslotte reageert met veel branie en erg alert op elke repliek.
Dat levert prachtig basismateriaal voor een komische vertolking. Die zit vol goed getroffen details zoals de sympathieke acteur die tussen het publiek laveert, of de macho die zijn lichaam beter verzorgt dan zijn relatie, maar als acteur een relativerende noot plaatst door zijn beperkte spierballen. Het is een heerlijk trio.
Een hele opgave is het om met het abstracte decor van de Duitse Dorothee Curio om te gaan. Het is een sculptuur van onregelmatige, plastische vormen, die doen denken aan ontwerpen van Robert Rauschenberg. De elementen ervan krijgen stap voor stap een concrete betekenis, als een sofa, een te gekke kinderkoets of twee motorfietsen. Het ontwerp drijft zo net zoveel op de verbeeldingskracht van de acteurs als op de fantasie van de toeschouwer.
Dit is de eerste Vlaamse regie van Sarah Moeremans. Na een rijke carrière in Nederland is ze hier een soort ontdekking. Ik kan alleen maar zeggen: alles draait niet rond in het Vlaamse toneellandschap. Moesten we nu echt op Milo Rau wachten om Moeremans een plek te bieden op onze podia? Bravo Milo.
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz