Jeugdtheater

De Jetse batelaan / hetpaleis, Theater Artemis & Zuidelijk Toneel

Hoe meer spullen, hoe minder vreugd

De Nederlandse regisseur Jetse Batelaan heeft iets met lange titels als ‘Dansen is lekker ritmisch bewegen op muziek’ of ‘Het eind van het begin van het einde’. Zijn nieuwste samenwerking met hetpaleis en Het Zuidelijk Toneel houdt het echter op ‘De’. Dat zegt niets, maar ook alles: mochten we het met minder doen, dan was de wereld misschien gered is de boodschap van dit stuk. Als geen ander vertelt hij ook in ‘De’ alweer met veel zin voor humor iets zinnigs voor een publiek van 8+ en (veel) ouder.        

De
Lotte Ogiers hetpaleis, Antwerpen meer info download PDF
30 september 2024

Wie denkt dat Jetse Batelaan te lui was om een titel te verzinnen vergist zich. ‘De’, als titel, is de komische verderzetting van zijn theaterconcept dat menselijke hebzucht en de uitgaande dreiging van die ongecontroleerde hybris met elkaar laat botsen. Batelaan drijft zijn concept zover door dat ook zijn oorspronkelijke titel ‘De voorstelling die moet overleven met het allerlaatste dat nog over is’ eraan moet geloven.

‘De’ speelt met het breekbare evenwicht tussen overvloed en schaarste. Wanneer heb je genoeg? Wanneer bereik je het omslagpunt dat ‘meer’ niet veel meer oplevert? Achtjarigen voelen zich misschien aangesproken omdat ze net nog een nieuwe videogame vroegen, de zachtste pop of het nieuwste stripverhaal van de Kiekeboes. Maar misschien kijken ook zij al met enige angst naar een wereld die nooit genoeg heeft. Ik moet denken aan het essay ‘En als we nu eens niet hoefden te groeien’ van Dirk Holemans in De Standaard (13/05/23). De coördinator van denktank Oikos koppelt in zijn tekst onze blijvende drang naar een groeiende economie aan de retorische vraag of er een ouder is die voor zijn kind verlangt dat het groeit en blijft groeien.  

Je zou denken dat Batelaan een Sci-Fi wereld zal optrekken om de schrale overblijfsels van onze hebzucht breed uit te smeren. Niets is minder waar. Op het nog gesloten doek verschijnen zinnen in Gotisch schrift die als bij een stille film het verhaal in duidelijke hoofdstukken opdelen. Elk hoofdstuk geeft je een inkijk in de evolutie van een idyllisch Hollands dorp tot een heet gehucht waar niemand nog wil wonen. Klompen worden geleidelijk ingeruild voor lederen veterschoenen. De intrede van de telefoon is een komisch blijspel. Ook de automobiel krijgt veel bekijks. Ondertussen bouwen de dorpsbewoners aan een steeds grotere schuur, omdat ook de oogst alleen maar zal toenemen.

Bij eerdere coproducties met hetpaleis als ‘Het eind van het begin van het einde’ of ‘Een perfect avondje uit’ koos Batelaan voor een gedetailleerd theaterconcept waarin zijn thema op elk niveau van de vertelling doorschemerde. In ‘Het eind van het begin van het einde’ braken theatertechniekers de voorstelling af en weer op om iets te vertellen over het einde van een wereld waarin verbeelding nog van tel is. ‘Een leuk avondje uit’ gaf via de emoties en verlangens van de kledingontwerper en toneelmeesters een inkijk in de glamourwereld van de Broadway-show. In beide producties gebruikte Batelaan de toneelmachinerie als een metafoor die voor kinderen bevattelijk was, maar met zoveel ontroering, humor en scherpte dat ook volwassenen wakker schoten.

De keuze voor ‘de leegte’ maakt paradoxaal genoeg de dreiging van een reëel toekomstig verlies tastbaar.     

Vanaf de eerste scènes van ‘De’ merk je welk concept hier de boventoon zal voeren. Je ziet nauwelijks een decor of rekwisieten. Ze zijn enkel als echo aanwezig. Je hoort water klateren, maar je ziet geen bron. Wanneer iemand in een onzichtbare appel bijt, weerklinkt knapperig gekraak. Je hoort piepende deuren, maar ziet enkel de lege black box. Batelaan trekt een kaal dorp op, zoals Lars von Trier dat deed in ‘Dogville’ (2003). Deze keuze voor ‘de leegte’ maakt paradoxaal genoeg de dreiging van een reëel toekomstig verlies tastbaar. Wat als er ooit geen water meer stroomt?

Ondanks het gebrek aan rekwisieten weten de acteurs de dingen met verve te verbeelden in hun komische spel. Dat schuwt de groteske gebaren niet. Louis Van der Waal springt met veel flair in het klaterende water, terwijl Goele Derick met evenveel zwier haar zilveren servies opblinkt. Zo schuilt in ‘De’ niet alleen een maatschappelijke waarschuwing, maar blijkt de voorstelling vooral een ode aan het spel dat in al haar levendigheid een hele wereld weet op te roepen. Die kracht gaat bovendien niet alleen uit van de acteurs, maar zet ook het inlevingsvermogen van het publiek aan het werk. Want via de geluiden van de rekwisieten klinkt de roep naar verbeelding. Meer hebben we echt niet nodig.

Zoals Nicole Kidman in ‘Dogville’ als buitenstaander de schijnbare idylle van het dorp verstoort, luiden moderne voorwerpen het verval van Batelaans dorp in. Niet geheel toevallig shinen de telefoon, de schoenen of de auto wel op scène. Ze palmen niet alleen de ruimte, maar vooral ook de geesten van de dorpsbewoners in. Je eigen verbeelding verschuift al snel naar eigentijdse herkenning. Waar je je eerst nog een pastoraal landschap kon inbeelden, wijzen de tastbare voorwerpen je erop dat stilstand geen keuze is. Die voortdurende hernieuwingsdrang spreekt ook nog eens uit de flatscreen die hoog in de lucht voorbijschuift bij elke moderne ‘inval’ in het dorpsleven. Je ziet flitsende reclamespots voor de nieuwste smartphone, de zachtste kingsize matras of de meest geruisloze auto. Het voelt een beetje als overkill aan, alsof Batelaan zelf een beetje te gretig was in zijn gebruik van middelen. Of twijfelde hij over zijn simpele, maar sterke keuze om in de aan-en afwezigheid van de rekwisieten zijn vertelling te verzekeren?

Stille films hebben voor een modern publiek iets naïefs door hun rechtlijnige verhaal, dat voor beter begrip nog eens netjes in hoofdstukken opgedeeld is. Batelaan probeert die rechtlijnigheid in ‘De’ onder spanning te zetten met een tweede verhaallijn. Die zet hij al aan voor de ‘echte aanvang’ van de voorstelling. Twee vervuilde, verfomfaaide mascottes , een grote roze beer en een kleinere, ronde M&M, dwalen rond op het Theaterplein voor de deuren van hetpaleis terwijl het publiek toestroomt. Die afgeleefde personages stelen onverwacht ook de show in ‘De’ wanneer de dorpsbewoners dromen onder de schitterende sterrenhemel ontworpen door Theun Mosk.

Batelaan steekt zo ook de draak met zichzelf: ondanks de beperking van rekwisieten is ‘De’ wel een grote productie.    

Al snel blijkt dat Goele Derick en Willemijn Zevenhuijzen in de kostuums verstopt zitten. Ze vertegenwoordigen een groep entertainers die het met minder moeten doen dan Batelaan. Die maakt dan wel een productie over meer met minder doen, maar zet daar wel heel veel technische snufjes voor in. Deze ras acteurs spelen deze interventies levendig en met vuur. Ze delen hun spelplezier ook loyaal met het publiek. Toch voelen hun tussenkomsten dubbel aan. De hedendaagse verhaallijn van ‘onze tijdgenoten’ werkt samen met ‘moderne’ uitvindingen de verstoring van het idyllische dorpsleven in de hand. Derick doorprikt het schouwtoneel wanneer ze haar oud-leerling Louis herkent. ‘Je speelt maar een rol,’ schreeuwt ze hem toe in een latere scène, als hij onzichtbare aardbeien met klaterend water besproeit. Dat tast de creatie an sich aan. De vraag die de twee vuile, doodvermoeide mascottes oproepen is of hun jongere collega’s, hun leerlingen, de next generation in het algemeen, wel echt zoveel middelen nodig hebben. Batelaan steekt zo ook de draak met zichzelf: ondanks de beperking van rekwisieten is ‘De’ wel een grote productie. Voor de apotheose haalt hij zelfs alles uit de kast.

Toch voelen de verstorende interventies iets te ‘netjes’ om het stuk echt te ontregelen. Je ziet in verschillende hoofdstukken hoe de dorpsbewoners slapen op stapelbedden onder de fonkelende sterrenhemel. De twee mascottes verschijnen net iets te vaak net dan. De deconstruerende verhaallijn voelt zo iets te veel als een noodgreep om de rechtlijnige vertelling van de stille film interessant te houden. Het lijkt alsof de makers zelf niet helemaal overtuigd waren van hun keuze voor een kadervertelling met een uitgerekte spanningsboog en een uitkomst die je al van ver ziet aankomen terwijl die gekozen traagheid net weerwoord biedt. De naïeve blindheid voor het langgerekte onheil en de te slome reactie weerspiegelen perfect hoe onze maatschappij dreigt te exploderen wanneer die te vol blijft van zichzelf. Is het daarom niet noodzakelijk om een voorstelling die spreekt vanuit het spel, want dat is wat overblijft, traag en langzaam vuur te laten vatten tot er enkel nog stemmen in het ijle spreken?         

Genoten van deze recensie?

Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.

Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login