Toneel

Misdaad en Straf Arsenaal/Lazarus

Carnaval van standpunten

Lazarus maakte met ‘Misdaad en Straf’ een boeiende bewerking van de roman van Fjodor Dostojewski. Hier schittert een groep die niet alleen met een frisse blik kijkt naar het bronmateriaal, maar ook een unie mengsel van drama, komedie en existentiële vragen brengt.

Misdaad en Straf
Johan Thielemans Arsenaal, Mechelen meer info download PDF
17 mei 2022

Als je de open ruimte van het Arsenaal in Mechelen betreedt zitten de spelers je al op te wachten op een rij. De deuren sluiten nog maar net als het bonte gezelschap een wilde Russische dans inzet. De energie spettert van het podium. Als toeschouwer vraag je je meteen af hoe ze deze intensiteit zullen kunnen aanhouden.

Na die dans volgt het verhaal van Raskolnikov, de opgewonden, koortsige student die denkt dat hij de perfecte moord pleegde. Femke Stallaert vertolkt die rol. Die verwisseling van seksuele identiteit zal verder een thema blijven. Hij opent de poorten van de verbeelding, waardoor de voorstelling ontsnapt aan een overdreven psychologisering.

Elk personage krijgt hier immers een eigen kleur, nu eens een karikatuur, dan weer een typetje of een ‘normale’ mens. De spelers stappen van ene figuur in de andere in een spel van metamorfoses. De ernstige modus valt vooral Raskolnikov toe. Hij /zij verwoordt de centrale filosofische stelling van Raskolnikov lodat doorsnee mensen het leven niet waard zijn. Daartegenover staat de exceptionele mens die lak heeft aan wetten, gewoontes en moraal. Die mag zelfs moorden als dat zijn doelen dient. Zo ontslaat Raskolnikov zichzelf van elke schuld voor de moord op zijn huisbazin.

Doorgaans is dit de centrale lijn in toneel- of filmbewerkingen van Dostojewski’s verontrustende roman. De student die zich ongenaakbaar waant heeft buiten de waard van de rustige politie-inspecteur (laconiek gespeeld door Günther Lesage) gerekend. Hij brengt Raskolnikov in een lang kat en muis spel uit zijn evenwicht, tot hij uiteindelijk bekent en beseft dat de perfecte moord niet bestaat en dat de maatschappij het recht heeft om te straffen.

Lazarus stelt dat thema echter niet centraal. Het ensemble hecht evenveel belang aan de maatschappelijke problemen waarmee de andere personages te maken krijgen. Vele andere verhaallijnen verrijken zo de voorstelling. De spelers gunnen zichzelf de vrijheid om de vele familiale kwesties die hier opduiken in vele registers weer te geven.

Zo speelt Ariane van Vliet de moeder als een komische figuur. Ze is drukdoende om zich telkens weer te weer te stellen tegen dreigingen van buitenaf. Haar gaat het er, als berooide vrouw, om een goede partner voor haar dochter te vinden. Een iets te heftige Patricia Kargbo belichaamt de reactie van de dochter. Ze beseft wel dat ze maar aan de armoede kan ontsnappen door een goede partij te huwen, zoals haar moeder haar voortdurend inpepert. Toch verzet ze zich daartegen. Ze heeft haar waardigheid. Later zet Joris van den Brande haar echtgenoot neer als een verwaande, verarmde edelman. Geld is ook in deze maatschappij een centraal probleem.

De voorstelling bestaat uit een reeks contrasterende scenes. Op pure komedie volgt sobere mededeling. Zo brengt Koen De Graeve een indringende, oprechte monoloog over het lot van een ‘onzichtbare’ man .Zo wisselen grap, verkleedpartij, conflict, pijn en lach elkaar af. De spelers doseren dit heel precies: het komische klinkt even juist als heftige ruziescenes. Dat evenwicht is één van de sterktes van deze ‘Misdaad en Straf.’

De hele voorstelling wordt gedreven door een groot speelgenot. Dat zit ook in de aankleding. De spelers wisselen aldoor van kostuum, met een genereuze en gecontroleerde slordigheid. Deze aanpak illustreert perfect waarom de Russische literaire theoreticus Bakhtin de romans van Dostojevski beschreef als een ‘carnaval’, een wirwar van standpunten en discussies zonder duidelijke hiërarchie. Alles staat naast elkaar, de tekst werkt ‘polyfonisch’, zoals hij dat noemde.

Dat is precies wat je hier ziet: het verhaal van Raskolnikov is ingebed in andere verhaallijnen die elke hiërarchie opheffen en ervoor zorgt dat genres elkaar afwisselen. De discussies, nu eens geestig, dan weer diepgravend, voeren ons naar een inzicht dat kapitaal is voor theater: iedereen kijkt naar de wereld alsof hij gelijk heeft. Vanuit die verschillende standpunten ontstaan de wildste conversaties. Ze lopen vaak uit op een gevoel van algehele zinloosheid.

Er is wel één uitzondering: de figuur van Sonia, het hoertje op wie Raskolnikov verliefd is. Alleen bij haar beantwoordt hij kalm en rustig de vragen. Als Raskolnikov als straf naar Siberië moet, volgt Sonia hem, en de voorstelling sluit af met een monoloog van het meisje. Ryszard Turbiasz, een  oude, kale en frêle vertolkt deze rol. Gehuld in een wit meisjeskleed zegt hij zijn tekst woord voor woord, bijna aarzelend. Het is de meest originele invulling van het personage. Turbiasz zorgt voor een moment vol ontroering, zonder terug te vallen op bekende recepten.

Finaal bekent Sonia dat ze onvoorwaardelijk verliefd is op Raskolnikov, al is die liefde ook voor haar een raadsel. Het is een intrigerend moment van absolutie liefde, dat even dubbelzinnig, ironisch én ontroerend is als Dostojewski het bedoelde.

Als de spelers bij afloop groeten zie ik een heus theatergezelschap. Een groep spelers die allemaal konden schitteren. Plots verdampt daar de discussie over de voor- en nadelen van een heus (groot?) theatergezelschap. Arsenaal

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login