Toneel

Yellow -The Sorrows of Belgium 2: Rex Luk Perceval / NTGent

Krachtig spel, troebele ideologie

Luk Perceval werkt bij NTGent aan een trilogie over België. Het eerste luik, ‘Black’ behandelde ons koloniaal verleden, maar kon niet overtuigen. ‘Yellow’, het tweede luik, werd al erg fraai verfilmd in coronatijden maar is nu ook live te zien. Perceval heeft het in dit stuk over de collaboratie. Hij koos een originele invalshoek door het verhaal te vertellen vanuit de Waalse Rex beweging. Het zou de voorstelling uit zwarte Vlaamse wateren houden. Maar in het eindresultaat is Léon Degrelle, de leider van Rex, een soort vreemde eend in erg Vlaamse bijt.

Yellow -The Sorrows of Belgium 2: Rex
Johan Thielemans NTGent meer info download PDF
06 oktober 2021

We zijn met ‘Yellow’ wel degelijk in Vlaanderen. Een gewone familie is helemaal onder de invloed van nazi-ideologie gekomen. Duitsland en Hitler voorspellen een betere toekomst onder de leiding van het Germaanse volk. Vlamingen mogen zich gelukkig prijzen want ze behoren ook tot die uitverkoren volksstam. De Vlaamse familie laat zoon Jef vol enthousiasme naar het Oostfront vertrekken. Hitlergroet alom, vlaggenzwaaien in overvloed.

Uitgelaten fascistische bijeenkomst, want de spelers slingeren de slogans rechtstreeks de zaal in. Wat moet het publiek er mee aanvangen? Wie in het antifascistisch kamp thuishoort, zal gruwen, maar voor de donkere lagen van Vlaanderen kan het even goed aankomen als een soort eerherstel dankzij een beeld van de gemiste kans. Het stelt dus de vraag of de voorstelling wel een kamp kiest en of dat wazige niet een ideologische zwakte is.

Dat alles slecht afloopt weet de toeschouwer al bij aanvang. Wat ziet hij: een romantisch idealisme dat zich in de prak rijdt.  Eerst is er vreugde en opwinding, ook wanneer een Duitse officier neerstrijkt in de familie. De dochter, super-naïef, bezwijkt voor de militaire charmes, ook al is ze op een Vlaamse jongen verliefd. De wereldbrand raakt haar nauwelijks: zij danst sierlijk doorheen het verhaal, alsof niets haar kan raken (een erg schematische rol van Lien Wildemeersch is dat geworden).

Er zijn in dit verhaal drie buitenstaanders. De broer, Hubert, die zich verzet (Bert Luppes) de familie verlaat en zich ontfermt over een Joods meisje. Maria Shulga zingt wondermooi, en de Joodse gezangen verlenen aan sommige scenes een heel weemoedig cachet.  Maar deze Jodin wordt verraden en weggevoerd. Na de oorlog gaat Hubert naar Wenen om het Joods kerkhof te bezoeken: hij vindt er een desolaat landschap. Oostenrijk heeft zich nog altijd niet over zijn houding tegenover zijn Joodse bevolking gebogen.

De andere buitenstaander is de Duitse officier Skorzeny (Tobias Artner).  Zijn personage is wat onduidelijk getekend. Voor het grootste deel van de avond charmeert hij de familie (en, zoals gezegd, in het bijzonder de dochter). Hij spuit nationalistische propaganda met zijn superieure lichaamsbouw. Eén repliek sticht bij de toeschouwer wat verwarring: hij heet Skorzeny uit Oostenrijk. Wie de geschiedenis kent, weet dat deze Skorzeny een belangrijke SS-officier was, die overal in Europa aan de slag was.  Daarover verneemt de toeschouwer echter niets. Hij wordt geacht te geloven dat deze SS-officier in Vlaanderen neergestreken is.

We zien wat er met hem na de oorlog gebeurd is: hij vindt een onderkomen in het fascistisch Spanje van Franco. Hij lijdt niet aan de gevolgen van de oorlog, maar geniet van zon, water en drank. Dat klopt in zekere mate met de werkelijkheid, maar is een heel gereduceerde versie van de echte lotgevallen van de man, want Skorzeny bouwde ook na de oorlog een merkwaardige activiteit uit. Hij deed veel meer dan genieten in badpak van de Spaanse zon. Blijft de voorstelling, met deze makkelijke ironie niet te veel aan de oppervlakte?

(Blijft de vraag waarom precies deze historische figuur gekozen werd. Ik merk dan dat het NTGent coproduceert met het Landestheater Niederösterreich , en dat er van die kant meer inbreng nodig was dan alleen een (goed) acteur te leveren. Maar het levert inhoudelijk een dwaalspoor op).

De derde buitenstaander is Degrelle, vertolkt door de Waalse acteur Valéry Warnotte. Hij brengt enkele geëxalteerde redevoeringen. Hij richt zich tot de rechtse Vlaamse broeders en roept zichzelf én de Walen uit tot volbloed Germanen. Maar de historische figuur vindt geen wezenlijke plaats in het verhaal van een collaborerende Vlaamse familie. Hij komt pas echt van pas in de nasleep van de oorlog als hij met Skorzeny een toevlucht zoekt in het  Spaanse fascistische paradijs. Ook dat is opnieuw dramatische ironie, maar blijft ook heel erg aan de oppervlakte.

Er is wel een poging om een band met het heden aan te geven. Degrelle (of is de figuur die over de scene voorbij wandelt nog altijd de acteur Warnotte?) leest teksten voor van Renaud Camus, de Franse schrijver die de bron is van de extreemrechtse praat van de Franse polemist Zemmour. We horen het verwijt dat links blind is als het begrijpend staat tegenover de islam en het niet ziet dat we aan de grote ‘remplacement’ toe zijn. Ik kan die boog wel esthetisch volgen, maar raak toch wat in de war als ik een ideologische betekenis moet toekennen. Het is een punt waar de voorstelling niet diep op ingaat, zodat het niet een wezenlijke, maar eerder een modieuze bijdrage lijkt.

Wat is de kern van deze ‘Yellow’?  Die bevindt zich op het vertrouwde terrein van Luk Pecceval. Zijn geliefkoosd thema is de familie, en daarom tracht hij een klein verhaal te vertellen vol vreugde, illusie en uiteindelijk pijn. Hoe de kleine mens zich vergist en verpletterd wordt door een groot verhaal waar hij geen zicht op heeft. De vader – een schitterende Peter Seynaeve- wordt in de rechtse woordenstroom van de pastoor, een soort Cyriel Verschaeve, gespeeld door Oscar van Rompay, meegezogen en vindt dat zijn zoon een waardevol offer brengt als hij naar het Oostfront trekt. De moeder (Chris Thys) is al evenzeer door het dolle heen omwille van het engagement van zoon Jef. De dochter schrijft mooie brieven naar haar broer aan het front.

De bezinning komt er niet, alleen emotie en rouw wanneer de familie verneemt dat Alois, een andere soldaat, aan het Oostfront zelfmoord heeft gepleegd. Ze blijft verslagen achter omdat ze uiteindelijk niet weet of Jef uit Rusland terugkomt. Het is de grote pijn van de verliezers.

Naar de vorm schuilt er ook een contradictie in de voorstelling . We zien geen bedompte keuken of kleinburgerlijk salon van de kleine Vlaming.  We bevinden ons in een abstracte ruimte (scenografie Annette Kurz), met een biljarttafel als centraal object (net als in ‘Black’ trouwens), omringd door vele witte vlaggen. Het maakt een heroïsche indruk, die haaks staat op het kleine particuliere verhaal. De verschillende personages zijn oppervlakkig getekend. Dat geldt voor de moeder (Chris Thys) en voor de dochter. Maar dat wordt gecompenseerd door sterk fysiek acteren – één van de kenmerken van Percevals theaterarbeid.  Er wordt gemarcheerd, er wordt geschreeuwd, er wordt gedanst (een bijdrage van bewegingscoach Ted Stoffer die werkt dankzij de krachtige pianomuziek van Sam Gysel. Er zijn de retorische tussenkomsten van Valéry Warnotte als Degrelle, met een subtiel behandelen van de klank. Het verglijden van de tijd, of de graduele, emotionele omslag is de grote ontwikkeling van de voorstelling. Het is heel merkwaardig dat de voorstelling een weemoedige ondertoon heeft.

Iedere acteur getuigt van een grote inzet, zowel in de details als in de energieke groepstaferelen. Dit rondborstig acteren is nog zo’n kenmerk van regisseur Luk Perceval. Zo krijg je een boeiende, veeltalige en ook gebalde voorstelling. Als vorm overweldigt ze, als mededeling blijft het erg vaak bij het bekende. Een finaal statement over de politieke en ideologische inhoud is het zeker niet. Maar wie anders dan Perceval tracht ons te confronteren met de duistere aspecten van onze geschiedenis?

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login