The Truthful Lieselot Siddiki / Campo
God Bless America
De Verenigde Staten staan al jaren onwrikbaar in het brandpunt van de media. Of het nu gaat om een president die de grens tussen realiteit en absurditeit oprekt, complottheorieën over vaccins, de invloed van miljardairs als Elon Musk of het schouwspel rond de Kardashians: het beeld van Amerika als gidsland brokkelt af. Wat ooit gold als het beloofde land van onbegrensde mogelijkheden, lijkt steeds meer te vervallen in een nachtmerrie. In ‘The Truthful’ maakt theatermaker Lieselot Siddiki dat ontspoorde Amerika tot het decor van haar scène; een plek waar The American Dream kraakt onder zijn eigen gewicht.

Nog voor de zaallichten doven, bevinden we ons in een chaos die even ongrijpbaar lijkt als het Amerika dat wordt verbeeld. Mijn blik dwaalt, maar slaagt er niet in alles volledig te registreren: aan de zijkant staat een imposante frigobox met in dikke letters "ICE" erop gedrukt — een beladen acroniem in de Amerikaanse context. Daarachter rijst een soort DIY orgel, opgebouwd uit buizen, als een sculptuur. Vier figuren, gehuld in mantels en kappen, staan verspreid voor witte projectieschermen. In het midden verheft zich een wit platform. We lijken ons te bevinden in een soort van kerk, een tempel. Alles suggereert dat we deel worden van een ceremonie, maar welke precies blijft — voorlopig — in het duister gehuld.
Lieselot Siddiki en Inci Gül Civelekoğlu betreden het witte platform, identiek gekleed in eenvoudige rode jurkjes. Met de vacht van een afgeschoten coyote op haar schoot neemt Siddiki het woord — een beeld dat het evenwicht vangt tussen mystiek en kitsch, een balans die de hele voorstelling voelbaar zal zijn. Stoer en zelfverzekerd spreekt ze over ‘het geloof’ en de manier waarop dat zich in haar leven manifesteert. Haar tegenspeelster krijgt nauwelijks ruimte: Siddiki vuurt vragen af die enkel met “ja” of “nee” beantwoord mogen worden. Het gesprek draait al snel rond haar oom, Dr. Nasser Siddiki — een figuur die, hoewel hij ooit moslim was, nu als christelijke evangelist preekt voor duizenden volgelingen. Een gerespecteerd, maar beruchte man, wiens verhaal even waargebeurd als ongeloofwaardig lijkt. En naar een versie van dàt verhaal zullen we komende 90 minuten kijken.
Binnen de theatrale reconstructie van het predikantsgezin worden archetypes neergezet die we maar al te goed herkennen uit de Amerikaanse populaire cultuur.
In ‘The Truthful’ zet Siddiki na haar openingsmonoloog een opmerkelijke stap: ze plaatst zich tussen het publiek, als toeschouwer eerder dan als maker, alsof ze ons wil uitnodigen om samen te kijken — of te oordelen? Maar er is nauwelijks tijd om haar woorden te laten bezinken. Plots worden we, zonder overgang, over de Atlantische Oceaan gekatapulteerd en belanden in een groteske Amerikaanse talkshow.
Joeri Happel, die zich doorheen de voorstelling ontpopt tot een dubieuze prediker, neemt het roer over. Met een vet aangezet Southern accent, glimmend gebruind gezicht, bezwete slapen, een wit pak en een cowboyhoed is hij de belichaming van het theatrale exces van de Amerikaanse televangelist. Niet alleen speelt hij die rol, hij ís die rol. Zijn fysieke transformatie is zo overtuigend dat hij eerder ongemak opwekt dan ironie: dit is geen pastiche, maar een messcherpe belichaming van een toxische masculiene figuur, geworteld in het hart van de Amerikaanse Bible Belt.
De figuur van de televangelist is in de Verenigde Staten geen randverschijnsel, maar een diepgeworteld cultureel archetype — vooral in het zuiden, waar religie, politiek en spektakel naadloos in elkaar overlopen. In staten als Texas, Alabama en Kentucky is de preacher niet alleen een geestelijk leider, maar vaak ook een ondernemer, een performer, en in sommige gevallen zelfs een politieke influencer. Deze mannen (zelden vrouwen) prediken het evangelie met een flair die doet denken aan stand-upcomedy of live televisie, compleet met huilbuien, extatische uitroepen en genezingsbeloften. Het gaat zelden nog over introspectie of spiritualiteit, maar over charisma, autoriteit, macht en vooral: geld. Het collectief, geleid door Siddiki, lijkt in ‘The Truthful’ dit performatieve geloof te ontmantelen door het meticuleus na te spelen, parodiërend maar net wél kritisch genoeg om te laten voelen hoe dicht het spektakel tegen manipulatie aanleunt.
Binnen de theatrale reconstructie van het predikantsgezin worden archetypes neergezet die we maar al te goed herkennen uit de Amerikaanse populaire cultuur, films en documentaires. Deze herkenbare rollen worden in de voorstelling op subtiele wijze uitvergroot. Joeri Happel belichaamt de patriarchale predikant: een dominante Messias, moreel onaantastbaar in zijn eigen ogen. Zijn vrouw, vertolkt door Elisabeth Klinck (die ook de beklijvende soundscape componeerde), is de klassiek ondergeschikte echtgenote. Emotioneel labiel, ingetogen en vooral dienstbaar is haar functie in wezen illustratief voor de plaats van de vrouw binnen deze conservatieve geloofsstructuren. Eigen mening? Overbodig. Haar zwijgen is geen teken van wijsheid, maar van structurele onderdrukking.
De twee kinderen — Maggot (Bavo Buys) en Margie, vermoedelijk een verkorting van Margaret (Inci Gül Civelekoğlu) — verbeelden samen een gespleten ideaalbeeld van kind-zijn. Margie is het volgzame oogappeltje, de lieveling die feilloos aan de verwachtingen van haar vader voldoet. Maggot daarentegen is de teleurstelling. Alleen al zijn naam spreekt boekdelen: Maggot is geen echte voornaam, maar een scheldwoord — een vernederende spotnaam die associaties oproept met vuil en bederf. Het is tekenend voor hoe zijn vader hem ziet.
Zijn intellectuele scepsis — “I believe in science, in facts”, herhaalt hij — is meer dan puberaal verzet; het wordt ervaren als een regelrechte aantasting van de gezinsorde, die stevig verankerd is in religie en patriarchale hiërarchie. Maggot faalt volgens zijn vader niet omdat hij ‘niet deugt’, maar omdat hij weigert te geloven. Niet in God, maar in de structuren die via dat geloof hun gezag legitimeren. Daarmee wordt hij meer dan een verloren zoon: hij staat symbool voor een generatie die zich onttrekt aan het systeem, die niet langer buigt voor opgelegde waarheden.
Het loser-gehalte van Maggot manifesteert zich steeds explicieter wanneer hij spel na spel verliest van zijn zus — spelletjes die verzonnen zijn door de vader, maar die doen denken aan de gewelddadige folklore van het Amerikaanse Zuiden, waar kinderen van jongs af aan leren omgaan met wapens als onderdeel van een cultuur van controle en viriliteit. De onderliggende dynamiek is er één van vernedering: niet enkel om wie wint of verliest, maar om wie zich het best conformeert aan de logica van het huiselijk patriarchaat.
Margie daarentegen steelt de show — letterlijk én figuurlijk. Inci Gül Civelekoğlu beweegt zich door het stuk als een krachtveld op zich. In een beklijvende scène breekt ze uit in een choreografie die balanceert tussen trance en bezetenheid — als een bezwering, als een uitdrijving. Haar lichaam wordt een kanaal voor iets dat groter is dan het individu. Daarmee toont ze niet alleen haar technische beheersing van zowel theater als hedendaagse dans, maar belichaamt ze ook het onheilspellende register waarin ‘The Truthful’ zich afspeelt: een universum waar religie, macht, trauma en ritueel zich vermengen tot een verstikkende maar tegelijk hypnotiserende cocktail.
Siddiki en haar collectief slagen er op indrukwekkende wijze in om een esthetiek te creëren waarin kritiek, clichés en camp elkaar kruisen zonder in gemakzucht of karikatuur te vervallen.
De voorstelling ontspoort al vrij snel — en dan versnelt alles. Wat volgt is een tornado van Amerikaanse referenties, die elkaar in razend tempo opvolgen en tegelijk scherp gekozen zijn. Van het drinken uit de bekende Stanley Cups tot een gebrek aan avondeten – “maar dat geeft niet, je wordt gevoed door het woord van God.” Terwijl geprojecteerde videobeelden verschijnen van Nasser Siddiki die zelf preekt, volgt een spelletje waarin de verliezer vier soorten ontbijtgranen moet opnoemen: Froot Loops, Hidden Treasure, Sprinkle Sprankle en Cheerios. Tussendoor verschijnen dan nog figuren als Woody uit ‘Toy Story’, draagt Buys plotseling een short van Mickey Mouse, en zelfs The Hulk passeert de revue. De scène ontaardt in een uitzinnig spektakel waarin het goddelijke plan alles lijkt te verantwoorden: “The Big Bang was a song. God sang the universe into existence.”
De chaos is zo overprikkeld, zo luid, dat ze op het randje van het ondraaglijke balanceert. Precies daarin schuilt haar kracht: deze hyperkinetische waanzin vormt een vlijmscherpe allegorie voor hoe wij, Europeanen, vaak naar de Verenigde Staten kijken — als een oververhit circus waar spektakel, politiek, geloof, consumptie en entertainment onlosmakelijk met elkaar verstrengeld zijn.
Of ‘The Truthful' werkelijk een voorstelling over spiritualiteit of religie is, valt te betwijfelen. Religie fungeert hier veeleer als toegangspoort tot iets anders: een dissectie van het Amerikaanse spektakel — het theater van macht, geloof en waanzin. Siddiki en haar collectief slagen er op indrukwekkende wijze in om een esthetiek te creëren waarin kritiek, clichés en camp elkaar kruisen zonder in gemakzucht of karikatuur te vervallen.
Het is trouwens niet de eerste keer dat Siddiki haar blik op de Verenigde Staten richt — in 2023 stond New York al centraal in haar voorstelling ‘Up Your Ass!’. De fascinatie voor de groteske, duistere onderstromen van de Amerikaanse samenleving is duidelijk voelbaar. Wat ‘The Truthful’ net bijzonder maakt, is hoe Siddiki zich met opmerkelijke trefzekerheid en kritische scherpte door dat complex symbolisch landschap beweegt — tussen devotie en showbusiness, tussen kitsch en existentiële ernst. Ga dat zien!
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz