Toneel

Vijand van het volk Henrik Ibsen / Olympique Dramatique - Toneelhuis

Een schampere visie op politiek

Henrik Ibsen schreef ‘Vijand van het volk’ in 1882, maar het stuk heeft 140 jaar later niets van zijn actualiteit verloren. Volksgezondheid moet het afleggen tegen geldbejag, de democratie schiet tekort tegenover de burger die de strijd aanbindt om de waarheid aan het licht te brengen. Bij Ibsen is de massa te dom om te zien dat de koppige idealist het bij het rechte eind heeft. De ironie is zelfs dat net hij tot vijand van het volk gebrandmerkt wordt. Olympique Dramatique vertelt het verhaal als een grote clownerie.

Vijand van het volk
Johan Thielemans Bourlaschouwburg, Antwerpen download PDF
19 oktober 2022

Er heerste een vreemde zenuwachtigheid onder het publiek bij de première van ‘Vijand van het Volk’. Zou hier echt weer toneel gemaakt worden? Zijn de verlammende problemen echt achter de rug? Deze productie werd drijvende kracht Tom Dewispelaere in elk geval teveel. Hij moest zich uit de productie terugtrekken want hij had dringend rust nodig, ook al had hij er dan samen met Joeri Happel en Lucie Plasschaert een eigen bewerking van gemaakt.

Geen betere keuze dan deze ‘Vijand van het Volk’ in politiek onzekere tijden. Ibsen schreef in 1882 een stuk over verregaande corruptie bij een project voor een pretpark van een gemeentebestuur. Dr. Thomas Stockman ontdekt dat het water van het zwembad zo vervuild is dat zwemmen moet verboden worden. Dat is een financiële streep door de rekening van het bestuur. Het wil het rapport van Stockman dan ook verticaal klasseren. Aanvankelijk steunt de lokale pers Stockman maar als de hoofdredacteur beseft wat daarvan (voor hem) de politieke en sociale gevolgen zijn, kiest hij de kant van de burgemeester. Ironisch genoeg is dat de broer van de wetenschapper.

Dr Stockman zet zijn strijd voor de waarheid dan alleen verder. Op een volksvergadering verdedigt hij niet alleen zijn bevindingen, maar valt hij ook het politieke systeem aan. In de democratie regeren de domkoppen, is zijn stelling. Wie kennis van zaken heeft wordt aan de kant gezet. Het volk pikt die belediging niet en verklaart Dr Stockman tot zijn vijand. Zijn veiligheid komt zelfs in gevaar maar, ondanks het geweld tegen zijn persoon en zijn familie, wil hij niet verhuizen en zet hij de strijd verder. De recente schandalen rond de Oosterweelverbinding en de PFOS vervuiling  bewijzen dat de problemen die het stuk aankaart zich ook vandaag voordoen. Klokkenluiders vroeger en nu krijgen af te rekenen met dezelfde politieke krachten. Ibsen stelde echter ook ongemakkelijke vragen over het politieke bestel: Ibsen pleit voor de moedige idealist tegen over kuddegedrag en opportunisme.

In hun bewerking voor Olympique Dramatique maakten Tom Dewispelaere, Joeri Happel en Lucie Plasschaert) een radicale keuze. Ze volgden het voorstel van kostuumontwerpster Inge Büscher om de personages niet realistisch voor te stellen maar te abstraheren. Alle spelers dragen hetzelfde zwarte plunje. Ze onderscheiden zich door hun maskers, vaak met een lange Pinocchio neus. Het stuk wordt zo een clownsvertoning, een wat makkelijke, schampere visie op de politiek. Zelfs de idealist Stockman (Joerie Happel) is een komische figuur. Het enige personage dat ‘menselijk’ blijft en dus geen masker draagt, is zijn echtgenote (Sanne Samina Hanssen), het personage dat pleit voor een meer redelijk gedrag.

De verontwaardiging in de tekst van Ibsen is niet meer tastbaar

Die vormelijke keuze heeft zijn gevolgen voor het acteren. De gebarentaal is zeker bij Stijn van Opstal, in de rol van Stockmans’ schoonvader, schatplichtig aan de commedia dell’arte. In de loop van de avond gaat dit idioom wat wringen met de tekst. De abstractie gaat de emotionele psychologie van de personages uit de weg, maar daardoor is de verontwaardiging in de tekst van Ibsen niet meer tastbaar. In ruil suggereren Van Opstal en de andere spelers dat de tekst een komische laag heeft, maar dat blijkt steeds minder te gelden. Hierdoor verliezen de woorden veel van hun soortelijk gewicht. ‘Officiële’ discussies verliezen zelfs al hun impact. Teveel woorden laten zich niet tot ironie dwingen, maar daar komt geen ander vervreemdingseffect voor in de plaats. Het debiet wordt hierdoor veel te ‘normaal’ om goed te zijn. De lachbuien in de zaal worden dan ook steeds schaarser.

Niet dat de spelers zich niet ten volle aan het spel overgeven. Er zijn vele rolwissels (Van Opstal, Jan Bijvoet, Koen de Sutter). Een acteur als Han Kerckhoffs maakt met een volwaardige tekstbehandeling een grote indruk maakt. Vele mannenrollen worden door actrices vertolkt.

De voorstelling biedt ook twee grote verrassingen.  De hele avond past Stockman in de theatrale wereld van de andere personages. Maar als hij zijn ideeën verdedigt in het vierde bedrijf, kiest acteur Joeri Happel voor een volstrekt andere stijl.  Een beetje ongemakkelijk adresseert hij het publiek als ‘het volk’ en overlaadt het met verwijten. Hij springt daarbij energiek in het rond. Dit personage heeft nog weinig te maken met de Stockman zoals we die tevoren zagen. Jammer is wel dat Happel de structuur van het betoog uit het oog verliest en vaak moeilijk te verstaan is. Ik weet zelfs niet precies wat hij beweerde. Dat is spijtig voor een moment dat de kern van de avond zou kunnen zijn.  Hier zou een politieke fabel uit 1882 kunnen resoneren met de politieke situatie vandaag in Antwerpen. Ik zie vooral een virtuoze jonge acteur die mij wil verbluffen, maar die toch zijn doel voorbijschiet. Dat weegt op de rest van de voorstelling, want het reduceert het vijfde en laatste bedrijf, als de nederlaag van Stockman compleet is, tot een wat futloos naspel.

Verder verrassen ook een paar ongewone beelden. Op zeker ogenblik wandelt een heuse trol over het toneel (alsof er een acteur was weggelopen uit Peer Gynt). Vervolgens passeert er ook een acteur met een karretje vol brandende kolen. Die surrealistische elementen lijken vooral bedoeld om het realisme van Ibsen helemaal op zij te zetten. Soms kan een voorstelling gebukt gaan aan een teveel aan ideeën.

Deze ‘Vijand van het Volk’ wil ik niet beoordelen vanuit wat Ibsen heeft geschreven. Het is door zijn radicale vormkeuze bijna een ander stuk. Is het werkzaam? Dat is een heel andere vraag. Twintig jaar geleden scoorde tg Stan met zijn even radicale interpretatie ‘JDX -a public enemy’. Deze ‘Vijand’ moet daarvoor onderdoen. Een politiek statement is de voorstelling nog steeds – daar heeft Ibsen de stof toe geleverd – maar de gekozen vorm verzwakt de slagkracht van het stuk door alle personages niets meer te gunnen dan een clownsplunje. Die keuze voor een beeld verhindert ontwikkeling en inzicht. Alles is al vanaf het eerste ogenblik gezegd. Te veel ironie kan soms ontkrachtend werken.

Genoten van deze recensie?

Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.

Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login