Toneel

Mann Mann Mann De Warme winkel (toneelgroep Amsterdam)

De perikelen van de patriarch

‘Mann Mann Mann’ is een stuk van De Warme Winkel / toneelgroep Amsterdam over drie kinderen van de beroemde schrijver én vader Thomas Mann. Het is een conversatiestuk waarin bewondering en misprijzen beurtelings de kop opsteken. Drie uitstekende spelers verdedigen de rollen met verve. 

Mann Mann Mann
Johan Thielemans Theater Malpertuis, Tielt meer info download PDF
08 april 2022

De geschiedenis van de familie Mann is best interessant: De gevierde schrijver Thomas Mann had zes kinderen. De oudste drie ervan bouwden een eigen literaire carrière uit. Klaus Mann was schreef romans, waarvan ‘Mephisto’ de bekendste (en beruchtste) is. Zijn toneelstukken daarentegen kenden weinig succes en zijn nu vergeten. Zijn zus Erika schreef vooral teksten voor het politieke cabaret ‘Die Pfeffermühle’ en was een politieke activiste. Golo Mann was een historicus met een paar belangrijke biografieën op zijn naam. (En dan hebben we het niet eens over de rivaliteit tussen Thomas en zijn broer Heinrich, ook al een romanschrijver).

Over de familie bestaat er materiaal in overvloed voor wie er een portret van wil schetsen. Ze leefden bovendien in woelige tijden: de Nazi’s verbanden hen na hun machtsovername uit hun vaderland. Ze hadden ook allemaal een heel ingewikkeld liefdesleven. Drama’s waren nooit ver af. Er waren zelfs zelfmoorden. Klaus Mann leed onder zijn gebrek aan literaire erkenning, maar kampte ook met een zware drugsverslaving terwijl zijn homoseksualiteit hem sociaal tot paria maakte. Hij koos uiteindelijk voor de zelfdoding. Maar voor al deze drie kinderen was de aanwezigheid van een beroemde vader, Nobelprijswinnaar in 1927, een zware last om te dragen. Over hun psychologische moeilijkheden weten we veel, omdat ze uitgebreid over hun eigen leven schreven.

Florian Myjer, Kim Karssen en Ludwig Bindervoet stonden dan ook voor een hele taak om deze drie Manns te portretteren. Ze spitsten zich toe op de verhouding van de kinderen tot een verpletterende vader. Die verhoudingen hadden een seksuele onderstroom. Thomas Mann was dan wel gehuwd, en verwekte zes kinderen, maar al die tijd verdrong hij zijn homoseksuele neigingen. Binnen zijngezin ontstonden echter incestueuze gebeurtenissen, zeker tussen vader en zoon Klaus. Klaus leed het ergste onder de situatie. Door zijn grote ambities als schrijver voelde hij zich als vanzelf een concurrent van zijn vader, maar tegelijk verlangde hij naar de instemmende goedkeuring van de ‘tovenaar’, zoals de kinderen hun vader noemden. Dat alles is welbekend door vele historische bronnen.

Grote thema’s leveren kunst op, het kleine, persoonlijke vindt hij nutteloos en zelfs banaal

Een belangrijk thema van de voorstelling is een aanval op de patriarch – hoe vaak horen we niet wat schamper: ‘Thomas Mann de Nobelprijswinnaar’. Zijn officiële reputatie overleeft in de huiskamer niet. In die huiskamer – wat hier een salon in een rijk herenhuis is- beluisteren we de frustraties van de kinderen. Naast de seksuele problematiek gaat het ook over de literaire kwaliteit van zijn werk. De kinderen vinden hem zo narcistisch dat al zijn boeken in wezen over hemzelf gaan – verhalen als maskers. Maar als Klaus uit eigen werk voorleest gaat het om een ontmoeting tussen een regisseur en een jonge acteur die leidt tot een seksueel contact. De band met zijn persoonlijk verhaal is overduidelijk. Van Golo krijgt Klaus geen lof. Hij stelt dat diens literatuur in hetzelfde bedje ziek is als dat van de vader. Hij vindt dat die obsessie met de eigen psychologische problemen echte literatuur in de weg staat. Grote thema’s leveren kunst op, het kleine, persoonlijke vindt hij nutteloos en zelfs banaal. Die kritiek slaat zowel op vader Thomas als op zoon Klaus.

Deze twee stellingen over literatuur worden met passie met elkaar geconfronteerd. Aan de toeschouwer om een oordeel te vellen. Als die het oeuvre van de Mann’s kent zou hij of zij kunnen vragen of we hier wel een juiste lezing krijgen van hun werk.

Na deze literaire discussie zingt Golo een lied (uit 1934 ,op tekst van Erika), waarin hij zich afvraagt waarom er zoveel koude is, koude die pijn doet. Pas toch op, is de teneur, want anders zullen we allen als sneeuw en ijs smelten. Het is een pleidooi voor wat afwezig zou zijn: enige warmte onder de familieleden. Het is een treffend moment, maar staat haaks op wat we gezien hebben. Er mogen dan al conflicten tussen de familieleden zijn, toch hebben we een familie gezien waar iedereen heel warm met elkaar omgaat. In het echte leven waren Klaus en Erika trouwens zo op elkaar gesteld dat ze zelfs optraden als ‘de tweeling’.

Het belangrijkste probleem van de theatervoorstelling is de informatieve lading. Dat zit soms in subtiele details: als Klaus Mann naar de muziek van Tsjaikovski luistert, is dat een aanleiding om wat rond te dansen op die balletmuziek. Maar we vernemen niet dat Klaus Mann een boek over Tsjaikovski schreef. Klaus heeft het ook voortdurend over de dood. Wie de geschiedenis kent ziet daarin al de aankondiging van zijn zelfmoord, en dus ook een mogelijke wanhoopskreet. De zelfmoord komt hier echter niet letterlijk ter sprake, zodat elke andere toeschouwer dit eerder als een wat donkere mop ervaart.

Een zelfde opmerking kan je maken over de ‘Pfeffermühle’.  We zien een fragment uit die cabaretavond. Kim Karssen zingt dat fraai, maar de bredere context ontbreekt. Hier moet dat lied de creatieve talenten van Erika aantonen, terwijl ‘Pfeffermühle’ in werkelijkheid een agressief politiek cabaret was, dat grote gevolgen had voor zowel Erika als Klaus. Al in oktober 1933 konden ze hun voorstelling in Duitsland niet langer spelen. Ze weken zelfs even naar België uit. Die ‘Pfeffermühle’ was dus geen lollig cabaret. Het was een strijdwapen tegen het fascisme.

De voorstelling gomt zo de sociale context en politieke betekenis van deze historische figuren vaak nagenoeg weg. Blijft over: het moeilijke emotionele leven. Als Klaus en Thomas hun homoseksualiteit hadden kunnen aanvaarden en beleven was een beter leven mogelijk geweest, geeft de laatste scène van het stuk aan. De drie kinderen stellen zich voor hoe een man een seksuele aantrekkingskracht zou uitgeoefend hebben op hun vader, en fantaseren dan verder hoe mooi zo’n verhouding zou geweest zijn. Maar Thomas Mann brak de verhouding af en trouwde. Het lijkt een verraad aan zijn diepste innerlijk. Toch sluit de voorstelling af met een ironische bedenking: als Thomas Mann niet voor een vrouw gekozen had, dan zaten zij, als zijn nakomelingen, hier niet. Het persoonlijke wordt in deze voorstelling zeker niet het politieke.

Het pleidooi voor alternatief gedrag is erg eigentijds

Die focus versmalt de thematiek rond de familie Mann sterk. Het pleidooi voor alternatief gedrag is erg eigentijds. Je kijkt naar de voorstelling met dat nostalgisch problematisch gevoel van: zo slecht was het vroeger- nu zal het wel veel beter zijn. Niemand die zal beweren dat alle problemen opgelost zijn, als we naar de brede context van vandaag kijken. Zo gezien is deze voorstelling – om een actueel woord te gebruiken- relevant.

Theatraal krijg je hier een conversatiestuk te zien. Op het salon waarin het zich afspeelt valt moeilijk een datum te plakken. De vraag stelt zich wanneer deze gesprekken zich afspelen. Dat blijft een vaag en vloeibaar gegeven. Het moet na 1927 zijn, want toen won Mann de Nobelprijs, maar voor 1937, want de ‘Pfeffermühle’ ging failliet na een catastrofale tournee in de Verenigde Staten. Maar nagenoeg heel dat hoofdstuk in het leven van de protagonisten is hier geschrapt. We horen dus zeer persoonlijk gekleurde verhalen van drie historische personages opgesloten in het salon.

Bij aanvang lijkt het of we enkelen onder hen betrappen bij een intiem gesprek. Heel treffend is immers dat we de sofa waarin twee personages zitten enkel van op de rug zien. Hun gesprek is nauwelijks hoorbaar, op een paar woorden na. Stap voor stap zal de voorstelling opengaan, en toeschouwers toelaten. We zullen kennis maken met Erika, die zowat de leiding van het gesprek neemt. Zij én Klaus zijn in een wit Pïerrot-pak. Dat is een rechtstreekse verwijzing naar kostuums van de ‘Pfeffermühle’. Als de stemmen beter verstaanbaar worden, zijn we getuige van een spelletje: de drie personages voeren een interview op met Thomas Mann als onderwerp. Het is een speelse manier om gebald informatie te presenteren.

De voorstelling krijgt pas vaart als Kim Karssens het cabaretlied zingt. Dan komen de innerlijke spanningen één voor één aan bod en krijgen de drie personages een boeiende aanwezigheid. Er is een sterke band tussen Erika en Klaus, terwijl Golo pas op het einde meedoet, als hij het lied over de koude zingt (het meest bekende lied van Erika, trouwens). Het is zo een sterk emotioneel ogenblik dat het lijkt of dit het einde van de voorstelling is. Toch komt er nog een coda: een ontspannen gesprek met zijn drieën over de seksuele geheimen van de vader. Hier wordt het leven van een homo die niet uit de kast durfde komen opgevoerd als een methode om ongelukkig te zijn. Het lijkt er sterk op dat deze drie jonge spelers vonden dat dit verhaal van een iconische Duitse familie kon aansluiten bij een hedendaagse gender-problematiek. Of Thomas Mann werkelijk zo ongelukkig was blijft natuurlijk een onbeantwoorde vraag.

De voorstelling kan dramaturgisch nog wat bijgeschaafd worden, om een beter ritme te krijgen. Maar de drie spelers zijn voorbeeldig natuurlijk, en weten door hun energie te ontsnappen aan wat een historisch lesje kon zijn. ‘Kalt’ is deze voorstelling beslist niet.

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login