Jeugdtheater / Muziektheater

BAS. hetpaleis & BOG.

Weet u het al? Zegt u het maar!

In ‘BAS.’ spreekt het Vlaams-Nederlandse collectief BOG. kinderen aan op hun scharnierpunt tussen basisschool en middelbare school. Daar zijn ze plots weer de kleinsten die alles moeten leren. Ook hun ouders kunnen wat opsteken. Zestig minuten lang draait alles om de bas.(basis) vraag: wat moet je weten om te leven? Is het zo dat we onze honger naar liefde, kennis, en zingeving moeten stillen met vet, suiker en zout? Of gaat het uiteindelijk toch vooral om tongzoenen en hoe dan? Op slimme, grappige wijze voegt het stuk er commentaar op zichzelf én op het publiek aan toe.

Uitgelicht door Marina Kaptijn
BAS.
Marina Kaptijn ITA, Amsterdam meer info download PDF
20 april 2024

Hoewel ‘BAS.’ aangekondigd staat als muzikaal theater krijgen we vooral ballet en veel tekst, in een opeenvolging van kleine voorstellingen binnen de voorstelling. Het grijze voordoek wil niet op, daar begint het mee. Niet hoger dan kniehoogte krijgen we de benen van performers Lisa Verbelen, Annet Malherbe, en Ludwig Bindervoet te zien, hun voeten in de eerste positie van het klassieke balletvocabulaire. We horen druk gefluister achter de theatergordijnen. Als ook na de derde poging de techniek het laat afweten besluiten ze om via de coulissen naar voor te komen. Dat doen ze in statige balletpas, in korte of lange zwarte tutu, in maillot of met blote benen, zonder schoenen, op sokken of op spitzen. (kostuums van Rosa Schuetzendorf). “De show must go on!” sist een stem.

Theatergrapjes in een theaterstuk. Daar volgen er meer van. Zoals de rook die steeds opnieuw vanuit onverwachte hoek over het toneel blaast. De volgspot die niet volgt maar acteurs in het donker zet. Reusachtige stopcontacten die alle schaalverhouding overhoopgooien. Of een concreet decor - de friettent (patatkraam, frietkot) - als metafoor voor onmogelijke keuzes en onvervulde verlangens.  Niet één, maar drie frietkramen. Eén levensgrote, eentje waar slechts één persoon in past, en een miniatuurversie op de toonbank van de eerste. “Weet u het al? U mag het zeggen” is er de alsmaar weerkerende clichévraag bij alle uitgestalde snacks. Nee, we weten het niet maar we MOETEN het wél zeggen. Het Droste/matroesjka-effect van de kramen zorgt ervoor dat het vanzelfsprekende plaatsmaakt voor twijfel: hoe het leven in elkaar schijnt te zitten, is dat echt zo vanzelfsprekend allemaal?

Na een paar pliés als warming-up storten de performers al dan niet noodzakelijke levenskennis als een lawine aan feiten, feitjes, en ‘bas. kennis’ over ons heen. Groot of klein, alles is even belangrijk. Van alle maanden (met een R) waarin je mosselen mag eten tot de hoofdsteden van Europa, van scheikundige formules tot de ontdekking van het wiel en de mand. En wist u wel dat mannetjescavia’s een beertje heten? Tussendoor komt de mededeling dat die en die met elkaar hebben staan tongen in het muzieklokaal. Daarna weer door met de vier emoties (Bang Blij Boos Bedroefd). Het publiek van jong tot oud reageert schaterlachend op bijna iedere zin.

Als het voordoek uiteindelijk helemaal omhooggaat komt er een flamingo roze ruimte tevoorschijn: drie reusachtige plastic doeken of wanden bakenen de ruimte af, de vierde wand naar het publiek is open. Sanne Vanderbruggen becommentarieert er als onzichtbare vierde speler het gebeuren in een soort letterbak die hoog boven het podium een eigen leven lijkt te leiden. Soms protesteert het ding, vlak voor het weer omhooggetrokken wordt en verdwijnt. Het commentaar in de box brengt een extra laag in het stuk aan. Vooral wanneer kinderen in het publiek de tekst spontaan HARDOP meelezen, en HARDOP antwoord geven als er een vraag verschijnt. Zo verplaatst het gesprek zich van het toneel naar de zaal, alsof er minstens twee gesprekken tegelijk worden gevoerd.

Als een bal in een flipperkast schiet de tekst tussen het toneel en de zaal. Van de performers naar de tekstbox naar de hardop meelezende kinderen en weer terug. De ouders krijgen en passant de oren nog gewassen omdat ze de distinctietheorie van Bourdieu niet gelezen hebben. De balletoefeningen gaan ondertussen door. Nu ook aan de toog van de inmiddels binnengereden levensgrote frietkraam. ‘Lage’ cultuur als decor voor ‘hoge’ cultuur - of is dat een al te letterlijke vertaling van deze parodie?

“Jij gaat dood, en jij, en jij ook. Deze hele rij gaat dood.” ‘BAS.’ spaart het publiek niet, ook niet de kinderen. 

Soms is het fijn om het niet te weten. Wat er precies door je spijsverteringssysteem glijdt as je een bitterbal naar binnen werkt bijvoorbeeld. Smaakt het beter? Als je niet weet dat er uiteindelijk frituurvet en dood varken op weg is naar je endeldarm, zoals Annet Malherbe meedogenloos aan Lisa Verbelen uitlegt? Die blijft op haar beurt dapper doorkauwen en -slikken. Is het goed of juist niet goed om te horen dat we allemaal doodgaan? “Jij gaat dood, en jij, en jij ook. Deze hele rij gaat dood.”

‘BAS.’ spaart het publiek niet, ook niet de kinderen. De acteurs zijn vooral in hun element als ze vilein worden van jaloezie op de ‘onwetende’ kinderen. Hun licht sadistische humor scoort goed, bij iedereen. Verbelen is tegelijk streng en sportief als ze in haar korte zwarte tutu met modieus transparante zwarte top en blote benen aan een vragenronde begint met de kinderen. Al snel gaan de vragen beschuldigend klinken. Ze turnt de dialoog om naar een monoloog waarin ze zelf de antwoorden geeft. “Jij weet niet wat het is om ouder te worden, en dat je steeds slechter tegen een kater kunt, na te veel jenever, tequila, en absint!” Steeds harder windt ze zich op over de onwetendheid van kinderen, alsof ze de kinderen verwijt kind te zijn. Onnozele kinderen die denken dat het gewoon is dat ze zakgeld krijgen, die niet doorhebben dat ze onderdeel zijn van een groter systeem waarin hun ouders moeten werken om geld te verdienen en daar weer belasting over moeten betalen. Razend en tierend brengt ze zichzelf op stoom en dan loopt ook haar frustratie over ouder worden ook nog eens over. Als ze haar eigen gedrag vervolgens benoemt en kinderen woedend uitlegt wat ‘projectie’ inhoudt, gaat de scène zó over de top dat ze zichzelf overstijgt. Alle terughoudendheid - pas op, er zijn kinderen! - verdwijnt. De term ‘familievoorstelling’ krijgt een nieuwe invulling.

Ergens halverwege het stuk staat Ludwig Bindervoet in een klein hokje. Zijn benen zijn niet zichtbaar maar zijn bovenlijf steekt boven een horizontaal blad uit. Een miniversie van een friettent, met een toonbank vol vette snacks, zo klein als een lessenaar. Als een leraar, zwaaiend met een shaslick stick (een frikandel op een spies, gecombineerd met ontbijtspek, ui en paprika), houdt hij zijn betoog. Niet over bitterballen maar over het verschil tussen concreet en abstract, en: “Wat is een metafoor? Dat snappen jullie niet want jullie kunnen niet meer lezen hé!”.  Zonder op antwoord te wachten ratelt hij door.  Zijn wanhoop groeit tot ook hij de frustratie van het volwassen-zijn niet meer de baas kan en buiten adem raakt van zijn eigen razende preek. “Moet ik ook nog uitleggen wat absurdisme is, aan kinderen van tien plus?!” Ze krijgen het hier aanschouwelijk voorgelegd.

De roze plastic ruimte wordt steeds opnieuw opgetrokken en afgetakeld - alsof de makers willen benadrukken dat het om een zogenaamde ruimte gaat waar een zogenaamd frietkot in staat. Als het stuk bijna een uur bezig is komt de onherroepelijke burn-out. Wéér dezelfde vraag: “Weet u het al? U mag het zeggen”.  Bendervoet doet nog een dappere, vermoeide poging tot bestellen in een lange opsomming van vette snacks, maar raakt dan overmand door tranen en zelftwijfel. “Ben ik goed genoeg, geloven jullie me wel?” De andere acteurs huilen al snel mee. Nee, het antwoord op de vraag wat je moet weten om te leven krijgen we niet. En het eind is ook al niet happy. Zonder tongzoen, en zonder stervende zwaan. Maar wel met een grandioze, absurde eindscène als kers op een formidabele taart vol tragiek, humor en wijsheid voor 10+.

Tot slot nog een bekentenis: de impact van ‘BAS.’ kwam als een vertraagde dreun aan. Tijdens de voorstelling vond ik het lang niet zo grappig als de mensen om mij heen, nu zie ik sterretjes en duizelt het me als ik eraan terugdenk. Van harte aanbevolen!

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login