Dromers Wolf Wolf
Brave machos
Theatercollectief Wolf Wolf onderzoekt in ‘Dromers’ de machtsrelatie tussen acteurs, hun personages en regisseurs aan de hand van Bernardo Bertolucci’s film ‘The Dreamers’. Tot hoe ver ga je als acteur mee in de wensen van een problematische regisseur? Waar leg je je grenzen? ‘Dromers’ levert zo kritiek op macho, grensoverschrijdende regiepraktijken. Wolf Wolf wil het beter doen en dus de grenzen van acteurs respecteren. Maar kritiek lever je niet door je oplossingen in je betoog naar voor te schuiven. ‘Dromers’ wordt zo eerder een verwaterde filmadaptatie dan een sterke kritiek.
Theatercollectief Wolf Wolf onderzoekt in ‘Dromers’ de machtsrelatie tussen acteurs, hun personages en regisseurs aan de hand van Bernardo Bertolucci’s film ‘The Dreamers’. Tot hoe ver ga je als acteur mee in de wensen van een problematische regisseur? Waar leg je je grenzen? ‘Dromers’ levert zo kritiek op macho, grensoverschrijdende regiepraktijken. Wolf Wolf wil het beter doen en dus de grenzen van acteurs respecteren. Maar kritiek lever je niet door je oplossingen in je betoog naar voor te schuiven. ‘Dromers’ wordt zo eerder een verwaterde filmadaptatie dan een sterke kritiek.
Naomi van der Horst, Imke Mol en Timo Sterckx wachten op het podium tot de toeschouwers gezeten zijn. Niet op het podium, maar werkten ook mee: Mitch Van Landeghem en Flor Van Severen. Op de achtergrond speelt een vrolijk deuntje op repeat. Matthew (Imke Mol) zit in elkaar gedoken op de grond naast een mosterdkleurig, gekromd lederen bankstel. Isabelle (Naomi van der Horst) en Théo (Timo Sterckx) dralen wat in de buurt. Achter hen drapeerde scenograaf Gilles Pollak een podium hoog gordijn in brede plooien tot op de vloer. Rechts op de scène plaatste hij een antieke badkuip op wieltjes. Ze is gevuld met vodden
‘Dromers’ baseert zich op de film ‘The Dreamers’ (2003) van Italiaanse regisseur Bernardo Bertolucci. In deze film raakt de Amerikaanse filmstudent Matthew bevriend met de tweeling Isabelle en Théo. Het is 1968. Henri Langlois, de oprichter van de Cinématèque Française, is net aan de deur gezet. De studenten komen woedend op straat. Al snel ontdekt Matthew dat de tweeling een incestueuze relatie hebben. De drie raken bevriend en dagen elkaar voortdurend uit om filmscènes na te spelen of bekende citaten uit de filmgeschiedenis te raden. Ze bestraffen elkaar als iemand het antwoord niet kent. Isabelle draagt Théo zo op om voor hen te masturberen, Théo draagt Matthew op om met Isabelle voor zijn ogen seks te hebben.
Later bekent Isabelle aan Matthew dat ze zelfmoord zou plegen mochten haar ouders haar incestueuze relatie ontdekken. Er ontstaat een driehoeksrelatie met veel jaloezie. Isabelle doet een zelfmoordpoging door de gaskraan open te zetten als ze beseft dat haar ouders haar met de twee anderen naakt in bed zag. Het drietal wordt echter op het nippertje gered door een steen van een betoger die een ruit aan diggelen gooit. Op dat moment beslist het trio om deel te nemen aan de opstand.
‘Dromers’ van Wolf Wolf neemt de grote lijnen van dat verhaal over, maar in een heel wat bravere versie. Ook hier vormt een tweeling een trio met een buitenlander. De acteurs hebben het ook geregeld over hun appartement en over de ouders. Maar er zijn ook cruciale verschillen. Als Matthew aan de twee anderen onthult dat hij schrijver is, steekt Theo een lange monoloog af. Hij imiteert daarin zijn vader, een bekende dichter en wijdt dan uit over zijn eigen carrière als cineast. Voor de kunst moet alles kunnen is zijn stelling. Zijn heilige methode om tot goede kunst te komen is simpel: alles begint bij observatie. Daar moet fascinatie uit ontstaan, wat inspiratie opwekt. Dat moet dan leiden tot creatie. Zijn snelcursus kunstkritiek besluit hij met de stelling dat je kunst beter niet ziet als een spiegel van de realiteit, want daar is de creatie van kunst te traag voor. Beter is om kunst te zien als het scheppen van nieuwe werelden. Acteurs moeten dan ook niet acteren, maar leven in de wereld die je voor hen maakt.
Een goed halfuur lang wisselen de drie spelers daarna citaten uit of spelen ze scènes uit bekende films na in de wereld die ze voor zichzelf maakten. Na tien minuten gaat dat eindeloze citeren me als toeschouwer vervelen. De kreet ‘One of us, one of us!’, dat moet ‘Freaks’ van Tod Browining zijn. Iemands oog doormidden snijden? ‘Un chien Andalou’ van Luis Bunuēl en Salvador Dali. Net als in ‘The Dreamers’ volgen er straffen als iemand het antwoord niet weet. Als Matthew de regisseur van ‘Un Chien Andalou’ niet raadt moet ze als straf een tongtreiteraar uit Singin’ In The Rain herhalen tot ze hem juist heeft. Wanneer Matthew en Isabelle toenadering zoeken tot elkaar en uiteindelijk kussen, wordt Théo jaloers en ontstaat een kinderlijke ruzie. Isabelle zegt Théo na, Théo roept terug dat Isabelle geen eigen persoonlijkheid heeft maar alleen in de ideeën en woorden van de andere kan leven. Dat is natuurlijk precies wat ook acteurs op het podium doen. ‘Wolf Wolf’ trekt zo het hele citatenspel, en bij uitbreiding het naspelen van elk script in vraag. Théo zoekt in ruil ook toenadering tot Matthew, tot ze arm in arm naast de zetel liggen.
Hoe speel je als acteur iets na dat je zelf nooit gezien of meegemaakt hebt?
De eerste drie kwartier van ‘Dromers’ voelen aan als een keurige bijeenkomst van een macho opschepper, zijn opstandig zusje en een volgzame vriend. Al snel verlies je jezelf in de overdaad aan filmreferenties en laat je je meeleiden in de onduidelijke richting van het stuk. De acteurs leven zich in in de wereld van de regisseur, proberen te beleven wat ze spelen, maar nemen tegelijkertijd ook afstand. Zolang er niet veel spannends in die wereld wordt geïntroduceerd, levert het vooral wat braaf theater op.
De voorstelling neemt echter een heel nieuwe wending als Isabelle Théo een pakje boter toeschuift. Théo fluistert ‘Are you afraid’ en trekt Matthew wat dichter. Filmkenners herkennen wellicht meteen de verwijzing naar een scène in die andere film van Bertolucci, ‘Last Tango in Paris’ (1972). De Franse actrice Maria Schneider speelt daarin Jeanne, een vrouw die een anonieme relatie aangaat met kersverse weduwnaar Marlon Brando. Hij verkracht haar uiteindelijk, maar Bertolucci verklapte die plotwending pas enkele ogenblikken voor de opnames aan Schneider. Bertolucci en Brando kwamen daarbij op het onzalige idee om een pakje boter als glijmiddel te gebruiken in de scène.
Toen dat later aan het licht kwam veroorzaakte dat een nog groter schandaal dan de film zelf. Bertolucci rechtvaardigde zijn handelwijze met de stelling dat hij Schneiders reactie zo authentiek mogelijk wou capteren. Wat pijnlijk genoeg lukte. Toen Schneider hem later voor de voeten wierp dat ze zich aangerand voelde door hem én door Brando, betoonde Bertolucci enkel spijt over de manier waarop hij de scène aanbracht. Het is echter een voor Bertolucci typische werkwijze: hij geeft acteurs zo weinig mogelijk instructies, en laat ze in het ongewisse over de plot, om zo ‘echt’ mogelijke beelden te bekomen.
Mijn brein schiet uit de roes waar hij zich in genesteld had als de acteurs plots doen alsof ze hun personage loslaten en voor zichzelf spreken. Imke Mol springt recht en schreeuwt tegen de tweeling Van der Horst en Sterckx dat ze wereldvreemd zijn. Ze stormt het podium af, waarop Sterckx zich gaat verontschuldigen, met dezelfde argumenten als Bertolucci. Ze moet er niets van weten. Het is een bekend probleem. Hoe speel je als acteur iets na dat je zelf nooit gezien of meegemaakt hebt? Hoe speel je passionele moord, verkrachting, het verlies van een kind overtuigend na? Voor Bertolucci is het antwoord simpel: door het werkelijk mee te maken. De relatie tussen de drie verandert. Imke Mol wil wel mee met de vreemde fratsen van de twee andere acteurs, maar geeft toch ook haar grenzen aan. Net als in de film kruipen ze dan in een gezellig fort van dekens, maar in tegenstelling tot het bronmateriaal sluipt Mol van de scène en loopt ze de zaal uit. Het lijkt wel een statement naar Bertolucci zelf: zo doet ze liever niet mee.
Als toeschouwer blijf je met een vreemd gevoel achter. Net als in het vorig stuk van het collectief Wolf Wolf, is het samenspel van de acteurs aanstekelijk vrolijk. Ze lijken elkaar te kennen en spelen in op elkaars fratsen op het podium. Maar als experiment verliest ‘Dromers’ zich in de balans tussen de kritiek die ze op de machistische Bertolucci willen geven en hun eigen typische omgang met elkaar als collectief. Als adaptatie van de film mist het stuk daardoor wat punch. Tegelijkertijd houden ze terecht rekening met de grenzen van de acteurs, en stellen ze een helder alternatief voor voor Bertolucci’s probleem: als het alleen echt kan, hoeft het misschien niet.
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz