The rules of attraction Mitch Van Landeghem / Stan Martens / Carine van Bruggen
Een staalkaart van groot talent
‘The rules of attraction’ werd op ‘Wonderland’ in Gent aangekondigd als een afstudeerproject. Maar het is meer dan dat. Drie jonge spelers demonstreren hier al hun kunnen: ze schrijven, ze zingen en ze acteren. Een voorstelling die een interessante toekomst belooft.
Drie jonge acteurs, Carine van Bruggen, Mitch van Landeghem en
Stan Martens, raakten in de ban van het oeuvre van de Amerikaanse auteur van
Bret Easton Ellis. Hij werd berucht door ‘American Psycho’ , een schandaalroman
uit 1991, vol nihilisme, verveling en een overmaat aan ongeremde wreedheid. Maar
dat was niet het enige werk waarop ze voortgingen.
Ze gebruikten ook het eerdere ‘The Rules of
Attraction’ (1987) waar de voorstelling zijn titel aan ontleent. Die roman
speelt zich op een universiteit in New Hampshire. Drie jonge studenten van
rijke komaf maar zonder enige verantwoordelijkheidszin hebben er een bizarre
driehoeksverhouding. Voor hen is Los Angeles een droomstad.
Ook voor de drie spelers is dit een stad van
het grote verlangen. In de tekst die ze schreven, gaan ze speels met hun droom om:
is Los Angeles een obsessie of een illusie? Zijn ze er echt geweest? Daarop
krijg je geen eenduidig antwoord. Het is nu eens ja, dan weer nee. Ze zijn
postmoderne onbetrouwbare vertellers.
Aanvankelijk vertellen ze schetsmatig de
intrige van ‘Rules of engagement’. Dat is goed voor scenes over een beetje
liefdesverdriet. Maar verder trekken ze zich van het boek niet veel aan. Ze
hebben het vooral over zichzelf, als jonge, ambitieuze acteurs.
Een groot deel van de voorstelling gaat
inderdaad over verlangens en angsten van deze drie jonge spelers, die net hun
toneelopleiding beëindigden. We krijgen stap voor stap het portret van de elke
deelnemer. Het is boeiend om te zien hoe ze solidair zijn, en toch elk in een
andere wereld leven.
Zo vertelt Mitch van Landeghem dat hij
vreselijk jaloers is op Christian Bale die Patrick Bateman, de ‘Psycho,’
speelde in de verfilming van ‘American Psycho’. Niet alleen acht hij zichzelf
de betere kandidaat voor de rol, en vindt hij dat Bale er niets van gebakken
heeft, hij vindt Bale ook onuitstaanbaar als acteur. Waarom hij wel, en ik niet
luidt de wat absurde klacht.
Stan Martens is minder assertief. Hij is wat
onzeker over de kwaliteit van zijn acteren, zeker omdat de anderen hem de les
spellen over zijn gebreken. Goed acteren, houden zij hem voor, komt voort uit
een innerlijke woede. Een raad waar hij weinig mee kan aanvangen. Heel geestig,
maar het zegt ook veel over de zoektocht van jonge acteurs.
Carina van Bruggen is dan weer iemand die zich stoort aan de onwetendheid van haar partners. Blijkt dat de naam Hitchcock hen niets zegt. ‘Tom’ heeft zelfs nooit een van zijn films gezien. ‘Psycho’, volgens Van Bruggen Hitchcock’s meesterwerk, blijkt hem alleen bekend dankzij de iconische scene in de douche.
Het toneel blijft hier een vrijplaats
Door deze discussie komt ook ‘American Psycho’
van Bret Easton Ellis ter sprake. De acteurs citeren die roman. Het levert een
bijzonder mooi moment op als Carine van Bruggen ons op een lange erotische
monoloog trakteert. In deze tijden van nieuw puritanisme is deze
ongegeneerde beschrijving een daad van verzet. Het toneel blijft hier een vrijplaats.
Naar het einde van de voorstelling komt de
sadistische wreedheid van ‘American Psycho’ op de voorgrond. De spelers bedachten
daarvoor een slimme truc. Ze melden dat ze dan toch Los Angeles bereikten, en bovendien
een afspraak hebben met de schrijver. Een droom die waarheid wordt. Maar eens
ter plaatse martelen ze hem wel eindeloos lang. Hij wordt zo het slachtoffer
van zijn eigen ziekelijke verbeelding.
Eerst schrik je van zoveel wreedheid -in
woorden. Het lijkt even alsof de spelers zo een radicale kritiek op de
schrijver formuleren. Maar de beschrijving van de martelingen gaat zo lang door
dat de fysieke walging bij de toeschouwer wegebt. Het wordt een spel met
woorden, een teveel aan gruwel dat je tenslotte glimlachend laat genieten van
zoveel branie.
Dit is geen realistisch verslag. De drie
spelers hanteren mikken ook niet op inleving of grote emoties, daarvoor is hun
toon te koel. Ze spreken over bloed en ingewanden alsof het de normaalste zaak
van de wereld is. Het gaat niet meer over het vergrijp zelf, maar over heerlijk
spelmateriaal. De gruwel wordt gereduceerd tot een sterk verhaal dat een morele
of politieke dimensie uitsluit.
Wat kunnen de spelers na die intense scene nog
doen? Verdwijnen? Dat doen ze ook, maar niet voordat ze een slagzin van Ellis
bovenhalen: hier is geen uitgang.
Deze voorstelling, waarmee deze spelers hun opleiding aan KASK Gent afsloten, is een voltreffer. Er is een rijk palet aan stemmingen, er is branie en er is veel humor. Het is een staalkaart van het jonge talent, dat niet alleen kan spelen maar schitterend zingen en ook schrijven.
Al deze kwaliteiten zorgden ondertussen ook
voor het succes van nieuwe ensembles als Camping Sunset of De Schone Compagnie.
Vandaar geldt deze voorstelling als zoiets als terug naar de bron. Als ik het
openluchttheater verlaat en mij in de echte wereld begeef, hoor ik verhalen uit
Afghanistan van echte marteling. Het is een vreemd contrast met de speelse,
perverse wereld die de drie makers zo fascineert.
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz