Opera

Salome Opera Ballet Vlaanderen / Ersan Mondtag

Salome draagt een kalasjnikov

Regisseur Ersan Mondtag probeert in zijn versie van Strauss’ ‘Salome’ bij Opera Ballet Vlaanderen de bijbelse stof over Johannes de Doper en prinses Salome een hedendaagse draai te geven. De voorstelling gaat zwaar gebukt onder die ideologische lading. Mondtag verleent aan zijn Salome een opstandig karakter en voorziet de opera van een nieuw einde. 

Salome
Johan Thielemans Opera Antwerpen
27 december 2024

Van bij het eerste beeld (ontworpen door Mondtag zelf) wordt het publiek verplaatst naar een grijze burcht, opgesmukt door grote brutalistische standbeelden. Vroeger zou een regisseur daarmee bedoeld hebben: dit is een fascistisch universum, waarin de Duitse beeldhouwer Arno Breker als een voorbeeldig kunstenaar gold. Maar die verwijzing speelt bij Mondtag niet mee. Vandaag grijpt hij naar een dictator van tweede rang. Volgens het programmaboekje moet de onvriendelijke omgeving ons doen denken aan de Republiek Belarus en aan Loekasjenko, de lakei van Poetin. In deze grijze, betonnen burcht lopen soldaten in een uniform dat verwijst naar een onbestemde nationaliteit – we denken nog het meest aan Japanse krijgers uit een beeldverhaal.

Plots komt de burcht via een draaischijf in beweging en we belanden in het paleis van Herodes. Hier is alles rood, in de decoratie staat de pauw centraal. Later zal Herodes zingen hoe fier hij op deze vogels is. We zien ook een rijk gedekte tafel. Daaraan zetelen een aantal vreemd uitgedoste heren die een puntmuts dragen. Ze zijn allemaal geschminkt, wat de indruk wekt dat Mondtag dol is op stripverhalen. Als later deze heren nog eens fungeren als joden, begint er een zweem van absurditeit in Mondtags concept door te dringen. Wie ook aan de dis aanschuift zijn drie jonge dames. Zij dragen eveneens punthoeden en een bodysuit dat hun vrouwelijke vormen onderstreept – even denken we aan een heksenbijeenkomst of een vrouwelijke versie van de Ku Klux Klan; onmogelijk, want die club had geen vrouwelijke leden. In ieder geval: deze aankleding staat los van om het even welke sociale realiteit. Op de kalasjnikovs na dan, die zowel bij de soldaten als bij de dames constant aanwezig zijn.

Deze aankleding staat los van om het even welke sociale realiteit. Op de kalasjnikovs na dan.

‘Salome’ gaat over een jonge vrouw die gefrustreerd raakt door haar liefde voor de profeet Johannes de Doper, die haar geen blik gunt. Zijn afwijzing drijft haar tot waanzin. Ze wil hem laten onthoofden en zijn mond kussen. Stiefvader Herodes is zo geschokt door haar gedrag dat hij haar laat doden. Het is een bijbels verhaal vol perversiteit. De seksuele begeerte van Salome is pathologisch en destructief. De aantrekking die Herodes op zijn beurt voor haar voelt, heeft een incestueuze ondertoon.

De jonge Richard Strauss schreef een rijke partituur, waarin hij de psychologie van elk personage tot in detail uittekent. Het orkest gaat zo opgewonden te keer dat we een muzikale koortsdroom lijken mee te maken. Maar Mondtag verkiest ideologie boven psychologie. Je kan een lijst opmaken van de topics die hem vandaag bezighouden.
Er is in de eerste plaats een aanval op het patriarchaat. Vandaar dat Herodes – klein, dik, kaal en geil – een schertsfiguur is. De partij wordt met verve gezongen door de Vlaming Thomas Blondelle, die zich goed voelt in de buffo-stijl die Mondtag van hem vraagt. Daarnaast wordt  een laag toegevoegd die als een feministische kritiek op het libretto kan gelden. Bij Strauss wordt Salome het slachtoffer van haar passie. Maar aan slachtoffers heeft Mondtag niets. In de context van het hedendaags feminisme, geïnspireerd door Judith Butler, kiest hij voor een andere lezing. Vandaar dat hij Salome een wapen in  handen stopt. Samen met drie andere vrouwen vormt ze een vrouwelijke guerrillagroep, een soort Pussy Riot. Dat leidt uiteindelijk tot een alternatief einde van de opera: wanneer Herodes uitroept: ”Dood deze vrouw!” wordt hij zelf uit de weg geruimd door Salome, de strijdster. Zo wordt de opera een triomf van de vrouw. 

Een heikel moment is dat prachtige stuk muziek waarop Salome de dans van de zeven sluiers uitvoert. Mondtag laat Salome bijstaan door haar zusters in de strijd. Ze bieden een knullig stukje dans, onvoldoende om de partituur te vullen. Dus laat Mondtag het toneel nog eens draaien. Nu ontmoet Salome Johannes de Doper, die haar troostend in zijn armen neemt. Het is een scène die lijdt aan een overdadige regie. Mondtags invallen voelen aan als invullingen en veroorzaken verwarring. Daarnaast kiest Mondtag voluit voor een esthetiek van de lelijkheid, met veel nutteloze vulgariteit, die vooral vrouwen treft.

Mondtag kiest voluit voor een esthetiek van de lelijkheid, met veel nutteloze vulgariteit, die vooral vrouwen treft.

Mondtag heeft een overtuigende cast tot zijn beschikking. De rol van Salome wordt indrukwekkend gezongen door Astrid Kessler. Ook als actrice (in een felrood kleed) heeft ze werk op de plank. Wanneer Salome haar zin niet krijgt, slaat ze de inboedel van het luxueuze salon van Herodes aan diggelen. In de laatste scène moet ze de mond van de onthoofde Johannes kussen. Wanneer ze dat hoofd tevoorschijn haalt en het op een paal plaatst wordt dat in de zaal op gelach onthaald. Het beeld past beter bij een griezelfilm en staat in de weg van de gloedvolle, meesterlijke muziek.

Johannes de Doper wordt magistraal gezongen door de diepe, luide bas van de Litouwer Kostas Smoriginas. Hij vormt het perfecte tegenwicht voor de weke, frivole Herodes. Zijn fanatisme blijft bij Mondtag ongeschonden. Ook de Duitse sopraan Angela Denoke als Herodias, moeder van Salome, heeft een paar sterke dramatische scènes, vooral wanneer ze zich vruchteloos verzet tegen de wilde wensen van haar dochter. Het geheel wordt krachtig geleid door Alejo Pérez. Hij zoekt graag de dissonanten op in de partituur, zodat deze sterk expressionistisch klinkt.

Dirigent Alejo Pérez zoekt graag de dissonanten op in de partituur, zodat deze sterk expressionistisch klinkt. 

Muzikaal gezien is deze ‘Salome’ een sterke beleving, maar theatraal schiet de voorstelling te veel kanten op. De persoonlijke lezing van Mondtag stoelt op een aantal ideologische beslissingen. Dat is opzichtig en gewild, maar kan niet overtuigen. Wat Mondtag regisseert is een commentaar op het stuk, waardoor de emotionele én menselijke kracht van het verhaal geen recht worden gedaan. Je kan Mondtags benadering zien als de uitbeelding van een wens: ware het niet mooi geweest als de vrouw ten tijde van Johannes de Doper dapper en strijdbaar zou zijn geweest. Dat daardoor veel in de opvoering wringt, moet je er maar bijnemen.

Genoten van deze recensie?

Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.

Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Steunen Login