Dans

PUUR Wim Vandekeybus / Opera Ballet Vlaanderen

Uitge-PUUR-de herneming

                                  De herneming van ‘PUUR’, een werk uit 2005 van Wim Vandekeybus en Ultima Vez door het dansgezelschap van Opera Ballet Vlaanderen is een bijzonder opmerkelijke productie. De opvattingen over dans van de choreograaf staan immers mijlenver af van die van het ballet. Toch weet de huidige troep van OBV dit werk, na een wat aarzelende start, volop recht te doen. Het zegt iets over de ongewone wendbaarheid ervan. Het gezelschap lijkt zo stilaan de bewaker te worden van Vlaams danserfgoed.         
PUUR
Pieter T’Jonck Opera Gent
03 april 2024

Wim Vandekeybus werd in 1987 in één klap beroemd met het halsbrekende ‘What the body does not remember’, een dansvoorstelling die de dansers aan reëel gevaar blootstelde tijdens hun halsbrekende stunts. Bij Vandekeybus was er nooit een doen-alsof: alles was echt. Een aandachtige kijker zag toen misschien al dat de choreograaf zo een verhaal wilde vertellen over de diepste driften van de mens: de drift tot levensbehoud, de drift om de ander aan te vliegen maar ook de drift om alles op het spel te zetten.

In latere stukken bleek steeds duidelijker dat het Vandekeybus inderdaad altijd om quasi-mythische thema’s te doen was. Huiskamerdrama is aan hem niet besteed. ‘PUUR’ (2005) was daarvan een voorbeeld. De basisthematiek is het Bijbelse verhaal van de moord op de onnozele kinderen. Koning Herodes beval om alle pasgeborenen te doden toen hij vernam dat een nieuwe koning geboren was. Vandekeybus raakte onder de indruk van het verhaal door een schilderij van Pieter Paul Rubens die de slachting in zijn gruwelijkste details meermaals schilderde.

Vandekeybus beperkte zich echter niet tot het Bijbelverhaal. Hij bedde dat in binnen een groter verhaal over een van de buitenwereld afgesloten gemeenschap. De leiders van die gemeenschap maken de bewoners wijs dat in de buitenwereld groot gevaar dreigt, ook al is dat een leugen die moeders en kinderen dwaas en volgzaam houdt, in naam van zuiverheid en puurheid. Alleen lukt dat slechts met veel geweld. Dat deel van het verhaal zag je in de oorspronkelijke voorstelling vooral via filmfragmenten. Die originele fragmenten werden ook voor deze enscenering hergebruikt. Je ziet dus andere spelers op het podium dan op het witte doek, zoals onder meer de ondertussen overleden theaterlegende Tone Brulin als de ‘gatekeeper’.

Parallel verbeelden vijftien dansers en de ‘gatekeeper’(nu vertolkt door Daniel Copeland) op het podium hetzelfde verhaal als een primitieve, rituele reenactment van de mythe. Primitief omdat cartesiaanse logica hier niet bestaat en de doden even aanwezig zijn als de levenden. Ritueel omdat allen zich geregeld storten in uitzinnige groepsdansen alsof ze de duivels in hun hoofd en hart wilden uitdrijven. Ik zei het al: huiskamerdrama is Vandekeybus vreemd.

Daardoor vallen de gebeurtenissen ook niet psychologisch te lezen: als vaders en zonen elkaar verwensen is dat niet de uitkomst van een lang verhaal maar de vaststelling dat het nu eenmaal zo gaat tussen vaders en zonen. Die breuk wordt ritueel herbeleefd, telkens weer. Dat lost ze niet op, maar geeft ze een plaats in een mythologische orde. Voor Vandekeybus is dat vaak ook een vrijbrief voor absurdistische beelden zoals de dansen met lange stokken halverwege het stuk. Wat het betekent dat dansers een meer dan manshoge stok in hun buik prikken, en daarop hulpeloos bungelen boven de vloer als een dier aan een speer, het valt niet rationeel te duiden, maar toch ‘klopt’ het wel. De muziek van Fausto Romitelli en Dave Eugene Edwards (die ook meespeelt in de film) versterkt de uitzinnige sfeer die dan ontstaat nog meer.

    De dansers moeten handelen met de bezetenheid, zelfs doodsverachting van het ritueel.     

Dat soort dans vraagt een bijzondere inzet van uitvoerders: ze moeten handelen met de bezetenheid, zelfs doodsverachting van het ritueel. Dat vergt op zijn minst een instinctief, acrobatisch lichaamsbesef. Een grotere tegenstelling met de basisattitude van een balletdanser, die niet op innerlijke drift maar beheersing van uiterlijke verschijning gericht is, is bijna niet denkbaar.

Tegelijk moeten vooral de dansers die de leiders van deze gesloten gemeenschap vertolken de ontwikkeling van het verhaal, hoe grillig ook, verteld krijgen. Wat het nog lastiger maakt is dat Vandekeybus soms toch, wars van consequent regisseren als hij is, als in een cameo, flarden herkenbare, quasi psychologische scènes inlast, zoals de confrontatie tussen een vader en een zoon die elkaar verwensen. Voor zo’n scènes heb je dan weer echte acteurs nodig, met de skills om in een oogwenk een personage op te roepen. Ook dat is geen basisvaardigheid van een balletdanser.

‘PUUR’ is dus een ‘uitdaging’ voor het gezelschap van Opera Ballet Vlaanderen. Ik was er, eerlijk gezegd, niet gerust op. De voorstelling start ook wat moeizaam. De ‘leiders’ worstelen aanvankelijk met hun lange teksten. De ‘kinderen’ die zichzelf knock-out slaan doen dat wat al te braaf. De bezieling is lauw. Maar dat duurt niet zo heel lang. Er komt al heel snel vuur in het spel. De scène met de stokken is zelfs helemaal raak, net als de scène waarin een moeder haar kind verstikt om erger te voorkomen. Het oerdrama van Vandekeybus komt daar tot leven.

Op zo’n momenten overstijgt dit klassieke ensemble zichzelf op verbluffende wijze, zelfs al zie je soms  een danser halfweg een wilde sprong plots denken hoe dat er wel niet moet uitzien. Zelfs het acteren gaat de dansers gaandeweg steeds beter af. Doorgaans komen ze echter niet, lijkt me, tot de gekte, het bezetene van de originele cast zoals ik die aan het werk zag in Avignon, al komen Lara Fransen en Alison Mc Guire best dicht in de buurt. Met bijna twintig jaar afstand is vergelijken echter gevaarlijk, zeker omdat ‘PUUR’ in Avignon speelde in de legendarische oude steengroeve van Boulbon. Daar kan geen enkel decor aan tippen.

Hoe dan ook is deze herneming door OBV een eervolle poging om een uiterst complex en contradictorisch werk op een authentieke manier voor het voetlicht te brengen. Er ging naar mijn gevoel weinig verloren . Dat is belangwekkend, want net nu de ‘Vlaamse golf’ van de jaren 1980 richting pensioen evolueert wordt de vraag hoe je dat ‘erfgoed’ bewaart steeds dringender. Zou OBV een erfgoedensemble kunnen worden? Het zou zomaar kunnen.         

Genoten van deze recensie?

Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.

Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Steunen Login