Muziektheater / Dans

Infamous offspring Wim Vandekeybus / Ultima Vez

Sex, lies and videoscreens

                                    ’Soo d'oude songen soo pepen de jonge’ beweerde Jacob Cats in de zeventiende eeuw. ‘Infamous offspring’ van Wim Vandeheybus’ gezelschap Ulima Vez, op een tekst van Fiona Benson, kijkt op die manier naar de Olympische Goden. De performers op het toneel zijn het ellendig nagebroed van Zeus en Hera, die kibbelend en scheldend toekijken vanaf een filmscherm. De jongen herhalen in woord en dans de misstappen van hun ouders, verstrengeld als ze zijn in de strop van de geschiedenis.        
Infamous offspring
Marina Kaptijn ITA Amsterdam meer info download PDF
02 december 2023

Met negen zijn die nakomelingen van Zeus en Hera, op het scherm vertolkt door Lucy Black en Daniel Copeland. De soms prozaïsche dialogen over en weer van dichteres Fiona Benson overbruggen de wereld op het podium - aan de voet van de Olympus - en op het scherm – de top van de Olympus.

Prozaïsch is bijvoorbeeld Zeus’ verwijt aan Hera: I knock ‘m up, you knock ‘m down. Copeland zet hem neer als een lamzak en een slechte vader, nooit daar als hij nodig is, maar altijd present om onheil te stichten. Lucy Black maakt van Hera dan weer een giftig jaloerse, rancuneuze vrouw. Haar woede en razernij geeft haar spel vleugels, zwart gelakte vleugels. Ze zwalkt tussen sentimenteel gejammer over leuke vrijpartijen met Zeus in lang vervlogen tijden naar gekwelde woede over zijn latere handelwijze. Maar als een Ghislaine Maxwell avant la lettre is ze wel medeplichtig aan dat gedrag waar ze zelf de dupe van is.

Niet alleen de ouders degenereren, ook hun gebroed maakt er een potje van. Dat zien we in het jonge geweld van hun bewegingstaal. Vandekeybus stelde voor deze voorstelling op de vloer een  quasi volledig nieuw ensemble samen van stuk voor stuk sterke performers. Met hun koppen tegen elkaar, als stieren zonder hoorns, meten ze de krachten. Als zo vaak bij Vandekeybus laten ze hun lichamen meters ver horizontaal door de lucht vliegen of om als basejumpers zonder wingsuit met hun armen gespreid  neer t storten op de anderen. Nog meer bewegingen tarten de zwaartekracht, bijvoorbeeld als ze als krabben op hun handen wandelen, de navel omhoog en het hoofd omlaag. Om dan in een milliseconde van de grond terug op te veren naar hun voeten. Cola Ho Lok Yee spiraalt zelfs sneller dan het licht omhoog rond haar eigen as. Voor die tours en l’air  zet ze zich zonder enige zichtbare weerstand af.

Met de muziek van Warren Ellis / Dirty Three, ILA, dans, film, tekst en tekeningen verhaalt ‘Infamous Offspring’ zo van het worstelen en vechten onderaan de berg van Olympus. In een lange stroom aan beelden zien we hoe complotten worden gesmeed en uitgevochten. Af en toe bemoeit Zeus er zich mee, bijvoorbeeld als hij in de gedaante van zijn dochter Artemis als hij/zij de nimf Calisto verkracht. Paola Taddeo en Maria Zhi Tortosa Soriano geven er verbluffend gestalte aan. Het beeld van trage vinger(s?) in de mond is even geil als wreed, even gruwelijk als gewoon. Als een kind dat een vinger in de jampot steekt.

    En gespeeld wordt er! Soms liefkozend, speels, en plagerig. Om vervolgens te veranderen in een gewelddadige scène van verkrachting, moord en wraak.     

Het is maar één voorbeeld van de onnadrukkelijke manier waarop vrouwen hier vaak rollen opnemen die voorheen voor mannen voorbehouden waren. Het lijkt wel een stil commentaar op de gender fluidity waar (een deel van) de oudere generatie zich nog steeds tegen schrap zet. Ze willen de jongeren onder de knoet houden. Soms lukt het de kind-goden wel om een stukje de berg op te komen, dichterbij Zeus en Hera. Boulderend via een klimwand komen ze tot een paar meter boven de grond, om daar vervolgens op een soort apenrots te stranden, op gelijke hoogte  met (het filmbeeld van) hun ouders/stiefouders. Die oudere verloren generatie, die niet wil meebewegen met verandering, met de aanstormende nieuwe generatie die  klaar staat om hun plek in te nemen op het speelveld. En gespeeld wordt er! Soms liefkozend, speels, en plagerig. Om vervolgens te veranderen in een gewelddadige scène van verkrachting, moord en wraak. Ook zonder de pijlen van Eros raken de kind-goden in vuur en vlam.

Een speciale rol heeft de legendarische flamenco vernieuwer Israel Galván. Hij verschijnt meer dan levensgroot op het film scherm als de blinde profeet Tiresias. Zonder tekst, en zonder virtuoos voetenwerk, is hij enkel vanaf de taille zichtbaar in een zilver grijze outfit met kapje op het hoofd, het gezicht zilver geschminkt waardoor hij een beetje lijkt op de tinnen man uit ‘De Wizard of Oz’ maar dan met het hoofd door een goktafel gestoken. Hij roffelt op die tafel met zijn tovervingers, waar minuscule castagnettes aan hangen. Op die manier communiceert hij met de performers op de vloer.

Hij richt zich vooral tot Iona Kewney; die de goddelijke smid Hephaistos vertolkt. Volgens de mythe werd Hephaistos verjaagd van de Olympus. Hij hield er een kreupele voet aan over. Kewney geeft daar gestalte aan. Ze heeft een enorme stem, als van een bard, en haar Schotse tongval maakt haar teksten ook het smeuïgst om naar te luisteren. Maar Kewney fascineert vooral door het kreukelige, imperfecte, verstoten personage van Hephaistos te vertalen in een extreem heftige fysieke performance. Zo heftig dat ik me afvroeg waar ze, als vijftigjarige, de energie vandaan haalde. Haar performance toont hoeveel meer dans kan zijn dan ‘alleen dans’. Kewney levert bovendien als beeldend kunstenaar een belangrijke bijdrage aan het stuk. Woest, gehaast, en vurig gaat ze tekenen, tot er letterlijk vlammen uit het papier likken.

In een sleutelscène wandelt Kewney met half omgeslagen voet steeds sneller rond in een grote cirkel, terwijl ze er hardop naar hunkert om te kunnen stappen, lopen, rennen. Ze wil schitteren als de andere goden. Ze wil zijn als Athene, Aphrodite, Apollo en de rest. Het lijkt een metafoor voor het verlangen van oudere mensen om weer jong te zijn, of van kunstenaars die smachten naar hun muzen.

’Rewind!’ commandeert de oude Zeus tot tweemaal toe, tevergeefs. Want de geschiedenis terugspoelen kan niet, en de vloek van de voorouders/gevolgen van het verleden ontvluchten kan evenmin. Zoals de ouden zongen, piepen de jongen - of toch niet? Daarop geeft de voorstelling geen antwoord, ondanks de nadruk op het verschil tussen de generaties van de familie Olympus op film en op scène.

Iedere keer als er weer een lid van de patchwork familie op komt rennen vanuit de catacomben van de backstage lijkt er een wervelwind op te steken. Ze rennen of hun leven er van afhangt, alsof ze vliegen. Het is die vliegende vaart van de dansers, die beklijft. Niet de woelige verhalen over halve en hele goden, wraak, sex en nog meer wraak, maar wel: de  extatische kracht van de jeugdige performers en de betovering, bewondering en lichte melancholie die wij, misschien wel samen met Vandekeybus, ervaren bij het kijken. Dat blijft.

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login