Dans / Muziektheater / Performance

Traces Ultima Vez / Wim Vandekeybus

Beschaving als bedreiging

Het was even geleden, maar met ‘Traces’ is Wim Vandekeybus terug in grote vorm. De voorstelling ontstond wat toevallig, als een ‘opdracht’ van Europalia Roemenië. Maar een verblijf in de oerbossen van de Karpaten bracht Vandekeybus terug op het spoor van een oerthema in zijn werk: ‘Traces’ verbeeldt de spanning tussen het primitieve, dierlijke in de mens en het dunne laagje beschaving -of wat daarvoor doorgaat- eroverheen. Met een lading herten en beren in de hoofdrol bovendien. 

Traces
Pieter T’Jonck KVS BOL, Brussel meer info download PDF
14 december 2019

Het podiumbeeld is duister, haast zwart. In de achtergrond ontwaar je vaag stoere boomstammen. We lijken ons te bevinden op een plek waar het licht nooit de grond bereikt. Een oerbos. Als je heel goed kijkt ontwaar je tussen een hoop oude autobanden ook een drumstel, een keyboard en stoeltjes voor de band. Een maagdelijk oerwoud is dit dus niet. Het is -ook- een plek waar afval gedumpt wordt.

De voorgrond is net zo zwart, maar dan van het asfalt van een weg die het bos doorsnijdt en links en rechts omhoog schiet. Een man komt de rand van de weg markeren met een verfrol. Netjes grenzen trekken? Of een brutale incisie in een levend weefsel? Ergens weerklinkt een doordringende schreeuw. De voorstelling is begonnen.

Het is Maureen Bator die we hoorden schreeuwen. Een vrouw in paniek. Ze zwaait met een forse boomtak voor zich uit, alsof ze onzichtbare beesten -spoken- van zich af wou houden. In de Karpaten wemelt het inderdaad van herten, beren en ander grootwild. Waar ze niet op rekent is dat een wagen die door het woud scheurt haar fataal wordt.

Het ongeval wordt spectaculair geënsceneerd. Maar het is vooral belangrijk omdat het de dubbelzinnigheid van het gebaar waarmee de voorstelling opent, het afbakenen van een ‘veilige’ weg door het woud, versterkt. Dat voelde al aan als een soort aanslag, een onbetamelijke menselijke claim. Nu wordt het bovendien ook de vraag of niet net binnen die ‘culturele’, menselijke afbakening het echte gevaar schuilt? Het meisje sterft immers niet door ‘de natuur’, maar door de mens die vluchtmisdrijf pleegt.

‘Traces’ zet die vraag even on hold. Na Bator moet immers nog een hele stoet aan dansers, die ook quasi personages zijn, geïntroduceerd worden. Tien zijn het er. Zo op het zicht komen ze uit alle hoeken van de wereld, elk met hun eigen taal. Terwijl Bator weer tot leven komt -is dit dan een toverbos?- gaan ze elkaar te lijf. Ze springen tegen elkaar op, slepen elkaar voort of omhelzen elkaar. Tegelijk ontwikkelen zich vele andere verhalen. Magdalene Oettl duikt bijvoorbeeld in een vuilcontainer. Borna Babić stopt Bator in een grote plastic vuilzak. Ergens duikt een teddybeer op. Alle spelers samen bouwen een huis van een vuilniscontainer, stukken van een bedsponde en dekens. Het is haast teveel om te volgen.

Daarbij komt de bijdrage van een vijfkoppige band. Ze bestaat uit Trixie Whitley (stem, percussie, gitaar), Shahzad Ismaily (gitaar, banjo), Ben Perowsky (percussie), Daniel Mintseris (keyboards en diverse) en Marc Ribot (gitaar). De sound van de band is potig, soms zelfs opzwepend en hard, maar soms ook bijzonder subtiel en rijk gedifferentieerd. Hun bijdrage is op zich al belangwekkend.

Maar het meest verbijsterende moment komt al vroeg. Een grote zwarte beer waggelt het podium op en ruikt aan het bloedspoor dat Bator achterliet. Je ziet natuurlijk dat dit geen echte beer is, maar toch is het ook geen ironische grap. Vandekeybus wil de beer, als symbool van de natuur, echt uitspelen tegen de mensen.

In zijn zog volgt Maria Kolegova. Als een woudheks klauwt ze om zich heen, springt en buitelt alsof de zwaartekracht geen vat heeft op haar. Zij is de beer de baas, maar misschien vooral omdat ze altijd meer tot de sfeer van het woud dan tot die van de mensen lijkt te behoren.

Het is alsof Vandekeybus ziek werd van het geweld dat we de natuur -en daarmee onszelf- aandoen

Na de zwarte beer volgen later nog een witte en een bruine beer. Telkens is het ver van zeker of die beren wel zo gevaarlijk zijn voor mensen dat ze met stokken verjaagd moeten worden. Maar dat de mensen gevaarlijk en moedwillig wreed zijn voor de beren lijdt geen twijfel. Zo volgt later een scène waarin Oettl de beer een ring door de neus haalt en laat dansen op haar vioolspel. Deerniswekkend, maar helaas een maar al te realistisch schouwspel. Het was ooit een volksgebruik in de Karpaten om berenjongen te roven en hardvochtig te conditioneren tot dansende beren.

De ambigue verhouding van de mens tot de beer, als symbool van ‘de natuur’  komt ook tot uitdrukking in het schattige teddybeertje waarmee Anna Karenina Lambrechts zich terugtrekt op een bed achteraan het podium. Zij projecteert op het dier geen bloeddorstig geweld, maar juist warmte en liefde. Later zal een ‘echte’ witte beer die haar ook schenken. Maar het is wel typisch voor ‘Traces’ dat de mensen om haar heen dat verkeerd interpreteren. Ze applaudisseren, omdat ze denken dat Lambrechts een dierentemmer is.

De scène van Lambrechts en haar teddybeer voert rechtstreeks naar het eerste hoogtepunt van de voorstelling. Lambrechts werpt de teddybeer de zaal in en blijft als bevroren, met uitgestrekte armen staan. Een man schildert net dan haar bovenarmen wit, net zoals hij eerder de weg markeerde. Alle andere dansers keren op dat ogenblik terug op het podium met net zo’n wit geschilderde armen, die ze schuin voor zich uitstrekken. Er volgt een gewelddadige krachtmeting van allen tegen allen. De dansers zetten daarbij hun witgekalkte armen in in de strijd zoals een hert zijn gewei. Gewoon verbluffend hoe overtuigend het ensemble hier transformeert tot strijdende herten.

Er volgen nog talloze scènes, waarin we onder meer ook een groep Roma zien vergaderen, of zien hoe de weg door het woud terug aangelegd wordt. De grens tussen dier en mens wordt steeds vager: de performers veranderen voortdurend van karakter, op Kolegova na. Die blijft de woudheks. Maar zij haalt het niet, want in de laatste scène halen enkele mensen boomzagen boven. Net op dat moment komt het achtergronddecor van een duister woud met één klap naar beneden. Het is een somber, zelfs akelig slotbeeld. Plots is alle leven weg. Het is ermee gedaan. Letterlijk en figuurlijk.

Je vermoedt het misschien al: ‘Traces’ is geen voorstelling die zich logisch laat analyseren. Er zijn geen stabiele personages of een samenhangend verhaal. Misschien is energieveld nog de beste omschrijving van wat je ziet: nu eens neemt de ene, natuurlijke, dierlijke energie bezit van de spelers, dan weer is het een menselijke energie, al is die grens meer dan eens erg vaag, en valt de vergelijking zelden in het voordeel van de mensen uit.

Dat is niet altijd gemakkelijk om te volgen. Sommige beelden blijven, zeker zonder voorkennis, duister. Meer dan één scène is eerder verwarrend of te lang uitgesponnen dan ambigu of indringend. Maar ondanks die zwakkere momenten is dit een stuk van een ongewone intensiteit, en voel je een authentieke betrokkenheid van de maker op het thema van de mens vs. de natuur.

Dat het woud op het einde abrupt teloor gaat lijkt zelfs de vertolking van zijn emotionele ontreddering. Alsof Vandekeybus ziek werd van alle geweld dat we de natuur -en daarmee ook onszelf- aandoen. Want nu in het Antropoceen alles vermenselijkt werd, blijkt die nieuwe menselijke ‘natuur’ veel wreder en harder dan de echte.  Voeg daarbij een muzikale score die veel meer is dan ‘begeleiding’ en je hebt een avond die beklijft. 

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login