Music Hole Steven Michel / GRIP
(The) Dead Can Dance
Het verleden achtervolgt ons. In het Nederlands klinkt het veel minder beeldrijk dan het Engelse The past that haunts us. Dat is nochtans precies wat choreograaf Steven Michel verbeeldt én verklankt in ‘Music Hole’. Wat begint als conceptuele dans vervelt in een donkere én humoristische trip langs zombies en spoken.

Hauntology, het is niet alleen de titel van een recente horrorfilm. Het is ook een begrip dat filosoof Jacques Derrida in 1993 introduceerde voor de idee dat we als mens achtervolgd worden door onzichtbare sociale en culturele sporen, als spoken uit ons verleden.
De combinatie van een utopisch verlangen naar universele vrede die nooit verwezenlijkt werd (of meer dan ooit weer op de helling staat) met sociaal isolement door technologie en met een coronavirustrauma en je hebt het ideale recept voor hedendaagse horror. Een jonge generatie dweept met Youtube sensaties als spookhuisjagers Sam & Colby, Koreaanse zombiefilms als ‘All of us are dead’ of- enige jaren terug nog dé hype- de post apocalyptische Amerikaanse serie ‘The walking dead’. Al deze sporen spoken ook in onze gedachten bij het zien en vooral ook horen van ‘Music Hole’.
Alle heerlijke horrorclichés die we kennen uit film, belandt in de werkelijkheid van het theater in een spannende tussenruimte
Steven Michel zet zijn vier dansers (Erwan Ha Kyoon Larcher, Inga Huld Hakonardottir, Marina Sangra, Nathan Ooms) op scène zoals we dat kennen vanuit in zombiefilms: gevangen in een afgesloten ruimte bewegen ze hersenloos, met mechanische bewegingen. Schurende geluiden, geschuifel, rammelende kettingen versterken de sfeer.
De eerste twintig minuten stelt Michel je als kijker behoorlijk op de proef. We hebben de starre zombie moves al vaker gezien (al zuigt Nathan Ooms met zijn lucide ledematen als lappenpop wel de aandacht naar zich toe) maar de toon die hier gezet wordt is al te snel duidelijk. Is dit alles? Alles wat er is, een ganse voorstelling lang? Het had zeker gekund in de vele soms saai wordende ‘consequente’ performances. Gelukkig biedt ‘Music Hole’ ‘consequent’ steeds meer plezier met ‘slimme kostuums’ die met vodden en lorren aan elkaar hangen, bijna als een fashion statement, een staaf in het lichaam die piept vanonder een shirt… Door humor en speelsheid krijgt de voorstelling een andere radicaliteit. Alle heerlijke horrorclichés die we kennen uit film, belandt in de werkelijkheid van het theater in een spannende tussenruimte en werkt zowel ontluisterend als ontregelend. Zoals ook sommige stukken van Peeping Tom, Abbatoir fermé of ‘Horror’ van Jakob Ahlbom ook al deden.
Het sobere decor van ‘Music Hole’ is niet meer dan een zwart vlak midden op scène maar stilaan blijkt dat oneindig veel mogelijkheden te bieden. Het is ideaal voor een verschijn- en verdwijntruc: een halve romp die plots verschijnt of een paar benen die door een onzichtbare hand weggetrokken worden. In de naakte bakstenen ruimte van Campo Nieuwpoort kruipen de performers ook krauwend en grauwend de muren op, tevergeefs zoekend naar een ontsnappingsroute. Een kleine flikkering zonlicht op de muren als misleidende uitweg uit deze gevangenis.
Zoals dat gaat is de grootste horror niet in de fictie maar in de naakte realiteit te vinden
De gevangenis is een omgeving die Steven Michel inmiddels goed kent. Als choreograaf is hij momenteel bezig met een langlopend project ‘Membre Fantôme’ (ook hier worden we door spoken achtervolgd) waarvoor hij werkt in gevangenissen en gesloten instellingen. Via geluidsopnames, video en tekeningen voert hij virtuele correspondenties met de gevangenen en patiënten die daar verblijven. Michel is een artiest die graag de onbestemde ‘liminale’ tussenruimte zoekt voor zijn creaties, niet in de gevangenis of in de vrije wereld maar daartussen, niet in het heden, verleden of toekomst maar in de plooien ertussenin. Ook met beeld en geluid zoekt hij de tussenruimte op.
Steven Michel is misschien vooral gekend als performer bij Jan Martens (‘Voice noise’, ‘Victor’) en Theo Mercier of als acteur bij Lucas Dhondt (in de film ‘L’infini’) maar ontwikkelt al een tiental jaar ook een eigen oeuvre onder het label ‘audiovision’ of hoe geluid een visuele vorm kan krijgen. In zijn eerder werk ‘Datadream’ verzonk dat wat in een bad van videobeelden. Dan blijkt de organische, bijna oldskool aanpak van ‘Music Hole’ meer te lonen. De sublieme soundscape van Raphaëlle Latini (bij momenten denk ik aan de atmosfeer van een DJ Shadow) verstrengelt zich met de zang van de performers. De zwarte wand wordt plots een krijtbord. De O van de open monden van de dansers wordt ook een cirkel op de wand, een gat in 3D als was het een ontsnappingstunnel in ‘Prison Break’ maar even goed het zwarte gat dat ze de vergetelheid in zuigt. Op een ander moment wordt het krijtbord de wand waarop de dagen worden geteld, een turven van herinneringen die worden opgedreund als items op een veiling. Wat is ons leven, een grafkelder van herinneringen, waard?
Michel zet naar de finale toe meer en meer ‘special effects’ in: de bloedrode shooting tegen de muur, de zoeklichten met zwaaiende spots. Maar zoals dat gaat is de grootste horror niet in de fictie maar in de naakte realiteit te vinden: wanneer het weinig verhullende daglicht aangaat dat de dolende mens én een wereld op de dool toont. We zijn een spook in het diepst van onze gedachten. ‘Music Hole’ kotert zo in een gat dat voelbaar van deze tijd is.
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz