Toneel

Serenade Louis Janssens & Ferre Marnef / Desnor

Liefde is de oplossing

Louis Janssens legt zijn hart en ziel bloot in de solovoorstelling ‘Serenade’. Met Franz Schubert als gids neemt hij je mee op een tocht door zijn angsten en verlangens. ‘Liefde is de oplossing’ is het besluit

Serenade
Lieve Dierckx Carrousel Antwerpen
Theaterfestival
meer info download PDF
17 september 2021

De plek waar Louis Janssens zijn ‘Serenade’ speelt, klopt. Hij brengt zijn hulde aan het leven op de Scheldekaaien, in een voorlopige constructie die er door MartHatentatief opgetrokken werd als coronaproof pop-up theater voor jonge makers. Tot december staat het ronde, houten skelet hier nog, als een circustent zonder zeil. Het puntdak houdt je droog bij regen, binnen heeft de wind vrij spel rond het cirkelvormige speelplateau in het midden.  De stoelen staan zo opgesteld dat de toeschouwer over het plateau heen uitkijkt op de stroom.  Als je liever hoger zit kan je via een trap naar de galerijen. Het heeft iets uit een ver Elizabethaans theaterverleden. Een buitenbar en tafels met uitzicht op de ondergaande zon over de Schelde maakt het plaatje af. Het leven vliedt, de avond valt, de enige zekerheid die we delen is dat we sterven.

Terwijl we buiten wachten laadt Louis Janssens zich binnen op, we zien hem bovenop een kingsize bed met hagelwitte lakens dansen en meezingen op een vrolijke beat. De sponde zal zijn habitat zijn voor de duur van de voorstelling. Straks als het voorbij is en de nacht gevallen, mag het bed onder hel spotlicht nog even vol in de kijker staan.

Het zal dan zijn rol vervuld hebben, als kraambed en als sterfbed, als mythologische last wanneer de acteur voor Atlas speelt en hij de onhandelbare matras op zijn rug torst. Bed van zoete herinnering ook, op de soundtrack van vervlogen muziekuittreksels die Janssens uit het geheugen van zijn laptop opdiept.

Franz Schubert is de spil van Janssens’ labyrintische rondgang langs wie de dood in de ogen kijkt. Der Doppelgänger, het laatste lied uit Schuberts laatste liederencyclus is zijn gids. Dat is ook de rol die hij zichzelf en de toeschouwer toemeet doorheen de voorstelling, realiseer je je plots, als hij helemaal op het einde die informatie meegeeft.  We zijn allemaal dubbelgangers en daarin herkenbaar en verbonden met elkaar. Maar zover is het nog niet.

De nacht moet nog vallen, de lijnen uitgezet.  Janssens begint er wat onzeker aan, met onvaste stem. Dat duurt niet lang. Hij pakt zijn performance beet en gaat ervoor: een wervelende stroom van overacting waarin hij de drag queen in zichzelf loos laat gaan. Hij leest voor, vertelt anekdotes, kijkt ons vol aan en zingt karaoke-gewijs liederen mee.

Niet alleen Schuberts liederen, er is ook zijn hevige wens om die ‘Konigin der Nacht’ te vertolken uit Mozarts Toverfluit.  Zijn Koningin is de jongen die op een drag party midden op de dansvloer stilstond en hem, de muurbloem, vanaf die verte intens aankeek. Zo heftig was de impact, vertelt hij, dat hij enige tijd later in de artiestenfoyer van een groot kunstenhuis Robert Wilson durfde aan te spreken over een rol in diens versie van de opera; het leverde hem de droge raad op om er zelf iets mee te doen.

Bij deze. Janssens vergroot op hilarische wijze de mimiek uit van een felle coloratuursopraan die zijn hartsrol zingt. De geluidsman opzij in de tent pookt de klank op tot laaiend vuur. De buitenwereld helpt mee: op de achtergrond wandelt een verre adonis voorbij, met achter hem een strook glinsterend water dat meegedragen wordt door het getij en door het verhevigde leven waarover Janssens net niet meezingt.

Kwetsbaar durft hij ook zijn. Terwijl Janssens vertelt over het doodsbed van Schubert, van zijn moeder, van illustere en minder illustere voorgangers in de dood, haalt hij het leven naar binnen. Hij deelt zijn angsten daarover. Hij durft zich moeilijk te laten gaan, vertrouwt hij ons toe. Waarna hij zijn ‘Serenade’ oppompt tot een dolle, sjamanistische bezwering om die angst in de ogen te kijken. Hij en wij. Sterven doen we allemaal, daarin zijn we de dubbelgangers die elkaar herkennen. Tegen dat canvas maakt hij van zijn ‘Serenade’ een aanmaning om voluit te leven.

Als hij uitgedold is en de toeschouwers, op die ene na die al lang buiten gelopen was, zichtbaar enkele stemmingstonen hoger zitten, zie ik veel verder op de kade het hart van een reuzenrad bloedrood kleuren. Juist, de liefde, zei hij nog, is de oplossing. 

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login