Toneel

Motherbaby Marieke & Sophia + Kristien De Proost

Moederschap, tenenzuigend

Wat als het moederschap vies tegenvalt? Wat als je je moeder haat? In ‘Motherbaby’ belichten Marieke&Sophia en Kristien De Proost vragen die maar weinigen durven te stellen. Maar hoewel alle drie sterk acteerwerk neerzetten, voelt het vaak als een inside joke waarbij wij de outsiders blijven. 

Motherbaby
Daphne de Roo Monty, Antwerpen meer info download PDF
25 februari 2024

In 2022 debuteerde het duo Marieke&Sophia, oftewel Marieke Schraepen en Sophia Bauer, samen met Mats Vandroogenbroeck met de uitdagende performance ‘Guilty of Love’. Daarin stelden ze in een met popcultuur-referenties overladen taal het vele seksueel geweld in onze culturele verbeelding aan de kaak.

Met ‘Motherbaby’, een samenwerking met Kristien De Proost, snijden Schraepen en Bauer opnieuw een beladen thema aan: de akelige kanten aan het moeder- en dochterschap. Dat doen ze in een vrij eenvoudige, intieme setting. Aan de zijkant verzorgt Alan Van Rompuy het geluid, live op een keyboard, als een parodie op de live pianomuziek bij oude films. De belichting varieert van dramatisch donkerrood naar helwit, alsof er TL-buizen boven de bühne hangen.

Schraepen, Bauer en De Proost, alle drie gehuld in rode kleding, vormen een trio dat – om het in Tiktok-therapietaal te zeggen – onveilig gehecht is. Ze kunnen elkaar niet uitstaan, maar kunnen ook niet zonder elkaar. De drie benadrukken hun codependentie door elkaars tekst te hernemen in verschillende variaties. Zo belanden we in een schemerzone: wie is de moeder, wie de dochter? Wie moet wie opvoeden, verzorgen, beschermen?   

Die soapachtige tekst brengen ze grotendeels zingend, na een paar gesproken woorden barst iemand uit in een lied. Melodisch ruziën ze over elkaars egoïsme en schijnen ze een licht op de maatschappelijke eisen waar veel moeders onder lijden. We zien een moeder die werkt om alles te geven aan haar kroost, maar daardoor het verwijt krijgt dat ze haar kinderen verwaarloost. Een moeder die moet opvoeden, maar ook het nest gezellig moet houden met mooie meubels, nieuwe gordijnen en een kek behangetje. Een moeder die zich moet opofferen en dan moet loslaten, liefst zonder tranen.

Ondanks de thematiek is ‘Motherbaby’ nooit zwaar. De tekst is vaak geestig, met uitschieters als “Je kon jezelf niet uitstaan, dus baarde je iemand anders”. En vooral Bauer heeft een unieke komische naturel, het is alsof ze het niet kan laten om ondeugende knipogen te maken voorbij de vierde wand.

    Is dat hoe het moeder- en dochterschap voelt voor de makers, alsof je continu liefkozende bloedzuigers aan alle delen van je lichaam hebt hangen?    

Een komisch hoogtepunt is het moment waarop de drie performers over elkaar kronkelen en elkaar zuigzoenen geven op de armen, rug, het gezicht, en ja, ook aan Schraepens tenen wordt verwoed gezogen. Met de microfoons ontstaat een geluidseffect dat klinkt als een langgerekte aanval van flatulentie. Zelfs pianist Van Rompuy doet mee om dat te versterken. Het is hilarisch ongemakkelijk. Is dat hoe het moeder- en dochterschap voelt voor de makers, alsof je continu liefkozende bloedzuigers aan alle delen van je lichaam hebt hangen? 

Het nadeel van die hilariteit is dat ‘Motherbaby’ het vaak nalaat echt te raken. De keuze om deze voorstelling zingend te brengen draagt daaraan bij. Schraepen heeft een stevige stem, maar Bauer en De Proost zijn geen professionele zangeressen, wél sterke actrices. Wanneer hun stem het laat afweten, vangen ze dat op met een innemende charme en een scheut ironie. Dat maakt dat ‘Motherbaby’ in plaats van als de ‘abstracte musical’ die de makers beloven, aanvoelt als een musicalparodie. Voeg daar het feit bij dat de drie niet in hun moedertaal spelen en het resultaat is afstandelijkheid. Regelmatig voelt het alsof we toeschouwer zijn van een inside joke. Ondanks de intieme setting blijven we buitenstaanders. 

Die afstand is misschien noodzakelijk om pijnlijke ervaringen te delen. Denk aan ruziënde koppels die elkaar alleen de waarheid durven te zeggen over de telefoon, of hun gevoelens alleen uiten in een vreemde taal. ‘De afstand biedt hun de kans via het imaginaire bepaalde facetten van het reële te overwinnen of verdoezelen, bepaalde crises te verdringen’, schreef Roland Breeur al in ‘De tijd bestaat niet’. Met andere woorden: deze vorm maakt het mogelijk om met een been (of teen) in een verbeeldingswereld te blijven en de ander en/of de implicaties van je woorden niet volledig onder ogen te komen.

Dat is misschien de enige manier om de knaller van een taboe waarmee de performance eindigt, aan bod te laten komen. ‘Waarom moet ik altijd geven, en jij altijd krijgen?’ schreeuwt De Proost woedend in haar laatste zangsolo. Haar personage heeft niet slechts spijt van haar moederschap, maar haat haar kind. Ze zou haar eigen bloed een kogel door het lijf willen jagen.

    Tussen hun grappen schemert een kwetsbare zoektocht door die erom smeekt verder onderzocht te worden.     

Doordat die scène volgt op een solo waarin Bauer de haat voor haar moeder bezingt, tekent zich (bij mij alleszins) een wrange dubbele standaard af. De twee zijn net zo nijdig, net zo giftig, en toch schrik ik bij De Proost. Waarom vind ik het moeilijker te verkroppen dat een moeder haar kind zou willen doden dan dat een kind haar moeder wil vermoorden? Dat een getergd kind de ouders haat, daar kan ik inkomen, maar andersom? Denk ik dan echt dat kinderen vlekkeloos geboren worden en dat hun nare eigenschappen de schuld zijn van hun ouders? Moet een moeder bijvoorbeeld ook van haar kind houden als ze een psychopaat baarde?

Lang de tijd om dit in te laten zinken krijgen we niet. De Proost eindigt haar solo komisch, met een awkward headbangen. Alsof ze ons ervan wil verzekeren dat het allemaal maar spel is. Is dit wel of niet het ‘hoogstpersoonlijke verhaal’ van de makers waarvan de zaaltekst gewag maakt? Zien we hier iemand die worstelt om zichzelf te confronteren met haar onhebbelijke aspecten? Of moeten we het allemaal niet te serieus nemen, zoals de drie performers insinueren als ze afsluiten met een herhaaldelijk 'deze shit-show zal stoppen'.

Wat mij betreft had dit einde meer uitgewerkt mogen worden, zeker omdat ‘Motherbaby’ met zo’n 50 minuten speeltijd vrij kort is. De makers stellen interessante vragen die absoluut een podium verdienen, en ook zelf nemen ze hun plaats op de bühne met recht in. Maar tussen hun grappen schemert een kwetsbare zoektocht door die erom smeekt verder onderzocht te worden. 

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login