Toneel

Stille nacht Clara Cleymans & Peter Van den Eede & Wim Helsen / hetpaleis

Het uur van De Bodt

Als je afgaat op het aantal keren dat Els De Bodt, directeur van hetpaleis, vermeld wordt in ‘Stille Nacht’ moet ze bij Peter Van den Eede, Wim Helsen en Clara Cleymans wel heel erg aangedrongen hebben op een voorstelling voor haar jong publiek. Het resultaat? Een rommelig, maar verrukkelijk kerstcadeau waarin volwassenen nog kinderachtiger blijken dan hun publiek. ‘We moeten samenwerken!’ ‘We zullen samenwerken!’ ‘We werken samen (maar ik doe mijn goesting)’.

Stille nacht
Pieter T’Jonck hetpaleis, Stadsschouwburg Antwerpen meer info download PDF
23 december 2022

Het podium ziet eruit alsof er net een decor afgebroken is, maar de poetsploeg halverwege haar werk staakte. In deze scenografie van Matthias de Koning hangen talloze trekken lusteloos halfweg de scèneopening. De vloer is bezaaid met een grote stofzuiger, een boenmachine, en attributen die gewoonlijk verborgen blijven, zoals een windmachine of een ratel die stormgeluid opwekt. Een rommeltje. Opvallender zijn echter de kabels die vanaf het voortoneel omhoog de zaal inlopen als de tuigage van een schip.

Wellicht denkt een jong publiek dan niet meer aan de niet zo lang vervlogen tijd dat het podium opgetuigd was als een schip, met katrollen en touwen om stukken te doen stijgen en dalen. Toch kan je er moeilijk naast kijken dat de theatermachinerie, de basis waarop theatermagie gebouwd is, hier naar de zaal reikt. Kom erbij! Kom erbij!

Dat lijkt ook de bedoeling van de stijfdeftige Zakari (Peter Van den Eede). In oberkostuum, compleet met een servet over de rechterarm, tracht hij ons diets te maken dat hier in het komende uur een kamp zal gebouwd worden waar iedereen welkom is. Orgelpunt van de avond wordt een kampvuur. Maar op een uur moet het wel gedaan zijn, want Els De Bodt heeft een energieprobleem, en kan zich dus geen langere speelduur permitteren. Prompt verschijnt hoog boven het podium een klok die tegen uurwijzerzin de tijd aftelt.

Alleen, Zakari krijgt zijn boodschap maar niet verteld. Voortdurend steken onverwachte gebeurtenissen stokken in de wielen van het betoog van deze ‘maître d’ hôtel’, die een licht gefrustreerde regelneef blijkt te zijn. Het begint al met ene Dominique (Clara Cleymans) die opduikt in een zijdeur van de zaal, en beweert dat Els De Bodt haar vroeg om iets te komen zingen. Hoe kan dat nu toch? Zakari ging toch met zijn aloude vriend Roel (Wim Helsen) een stuk maken? Helaas, Els De Bodt is niet bereikbaar om tekst en uitleg te geven.

Het is maar doordat Roel zo verlekkerd kijkt naar dat jonge wicht dat ze langs Zakari kan glippen, het podium op. Daar sleept ze meteen een piano aan. Terwijl Zakari nog maar eens poogt de opzet van de avond uit te leggen, trekt ze alle aandacht met een radslag en een grand écart. Roel kijkt er verzaligd naar. Hij staat aan de kant van stoorzender Dominique.

Uiteindelijk zijn ze het er vooral over eens dat ze het niet eens zijn

Meer zelfs: hij is zelf een stoorzender. Hij negeert het schema van Zakari, en  ­- als we hem mogen geloven tenminste - ­ lapt hij zelfs zijn laars aan alle regels van het toneelspel. Hij doet niet alleen alsof hij de koning is, hij beweert dat hij het werkelijk is, en dat Zakari zijn paard is. Een knol. Zakari probeert vruchteloos zowel Roel als de kijkers ervan te overtuigen dat hij echt waar geen knol is of kan zijn, in geen van beide betekenissen van het woord. Geen vlezige wortel, en evenmin een op sterven na dood paard.

Met zo'n gezelschap komt er van de bouw van een kamp uiteraard weinig terecht. De drie personages hebben daarvoor te sterk uiteenlopende inzichten over wat hier te doen valt. Zakari wil vooral veel regelen en uitleggen, maar is te onhandig om iets bij te dragen. Roel is een kleine bullebak die gloeit van trots dat hij op het podium staat. De koning te rijk. Ramsamsam, Ramsamsam! Maar werken? Ho maar! Dat doet een koning niet. Dominique maakt niet alleen graag radslagen. Ze etaleert al wat ze in haar mars heeft: doktertje spelen, ‘Für Elise’ of ‘Alla Turca’ spelen op de piano, en liedjes componeren. Maar ook dat zet weinig zoden aan de dijk. 

Ze doen wel alsof ze volop samenwerken, maar hinderen elkaar en spreken elkaar voortdurend tegen. Uiteindelijk zijn ze het er vooral over eens dat ze het niet eens zijn. Het leidt tot een eindeloze reeks gags en soms melige grappen, maar niet tot de bouw van een kamp.

Uiteindelijk doen de techniekers dat voor hen, met lappen stof die ze pardoes uit de hemel laten neervallen en dan doen uitwaaieren tot een tent. Die zeilen glijden over de kabels tussen podium en zaal, en verenigen zo kijkers en spelers onder één groot dak. Vanaf het podium reikt Roel de kijkers ondertussen een eindeloos lange streng kerstlichtjes aan. Met hun hulp vormen die lichtjes uiteindelijk een krans die publiek en podium tegelijk omlijst. Eindelijk is het zover. Het kamp is klaar. Tijd voor een kamplied en gezellig dromen onder het tentzeil.

De klok is ondertussen verdwenen. In ruil verschijnt er op het achterdoek van het podium een film over runderen die op hol slaan. Wat dat moet betekenen begreep ik niet echt. Zeker is wel dat de tijd dringt! Het uur van De Bodt is bijna voorbij, en er is nog geen vuur!

Gelukkig ‘vinden’ de spelers tussen de rommel op het podium een berg van houtje-touwtje aan elkaar gehangen lampenkappen en andere troep. Zakari steekt die brandstapel aan met de lucifers die hij al de hele tijd bij zich had, en warempel: het ding begint te flonkeren en glinsteren, en er komt nog rook uit ook.

Een stichtende boodschap biedt deze ‘Stille nacht’ niet. Het gaat ‘nergens’ over. Het stuk solfert ons geen kerstsfeer op met vrome gedachten. Het gaat alleen maar over (baldadig) plezier. Doen alsof. Doen alsof we doen alsof. Nonsens. Knoeien met de toneelmachine. De draak te steken met de rare gewoontes van volwassenen, die vaak kinderachtiger blijken dan het jonge publiek. Het herinnert aan het nonsensicale theater van Jan Decorte in de tijd van ‘Het stuk stuk’, maar dan zonder diens vitrioolhumor. Het gejoel in de zaal bewijst dat die boodschap aankomt.

Dan is het uur om en gaat het licht uit. Als te verwachten en te voorzien. Zo gaat dat op het toneel. 

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login