ACT Kris Verdonck / Johan Leysen / Jean Paul Van Bendeghem
Beckett: meer dan muziek?
In ‘ACT’ klinkt de tekst van Beckett’s ‘Texts for nothing’ in de mond van Johan Leysen als muziek. Doet dat wel recht aan de breedte van de tekst?
Het is wel wat vreemd dat ik de première van ACT wil beschrijven
als een muzikale gebeurtenis. Vanuit dit
standpunt valt de voorstelling uiteen in drie bewegingen. Ze draaien alle rond dezelfde
thema’s. Het gaat over een oude man die zijn plaats in de wereld niet meer
vindt. De motieven die het vaakst voorkomen zijn : de onzekerheid over de eigen
status. Wat is zijn en bestaan? Waar bevindt zich een ‘Ik’ : die is er niet
meer, en is er toch. Het is een voorbeeld van de paradoxen waaruit de tekst
opgebouwd is.
Daar sluit dan de twijfel bij aan over de kracht
of de zwakte van woorden. Die zijn onontkoombaar, zijn zwakke tekens van leven
en verhinderen de dood. De oude man heeft het over verhalen vertellen, maar die
komen niet van de grond. Beckett vat het pakkend samen met : er zijn geen
verhalen, er is alleen het bestaan. Dat is een zin die waar en niet waar is
(paradox) maar die tot nadenken aanleiding geeft. Beckett roept een wereld op
die nog net bestaat maar voert naar het radicale einde, wat de dood is. Ik vat
het even samen als : nog net enig twijfelachtig leven, maar zeker de absolute
afloop van de dood.
Bij Kris Verdonck krijgen de drie teksten een
muzikaal karakter. Zo vangt de voorstelling aan in de rustig tempo, quasi
vertellend. Maar de derde en laatste beweging is een spetterend presto – een
uitdaging voor de acteur én voor de toeschouwer.
De voorstelling is in het Engels, en dat is
niet de beste keuze. Johan Leysen is een stradivarius onder onze acteurs. Nu
wisselt hij van instrument en het blijkt dat hij in het Engels net niet de nuances
of de speelsheid vindt, die hij in het Nederlands vanzelf zou treffen. Hij zet
in op één toonaard : ernst en gewicht.
Dat wordt een lange muzikale frase waarbij het aan kleur en grilligheid ontbreekt.
Het komt bij mij over alsof de gekozen toon nog vast zit in jaren vijftig, toen
me verteld werd dat Beckett ernstig, zwaar en pessimistisch was. Maar van die
drie adjectieven is alleen het laatste nog waar.
Als ik
de tekst lees , dan zie ik zeker drie lagen : er is een vage aanwezigheid
van een verhaal (toch) soms met
verrassende concrete details, een
abstracte laag over zin en onzin van het bestaan, over de status van de taal,
over de dreiging van het niets - de teksten
komen trouwens uit de bundel Stories and Texts for Nothing. Al kan je
dit ironisch lezen als ‘voor niets’, gratis, toch roept Beckett het begrip
‘Niets’ op, en bij hem is dat een belangrijk filosofisch punt.
Tenslotte is er de grilligheid van de tekst :
zinnen gaan alle kanten op. Voor een stap vooruit is er onmiddellijk een stap achteruit.
Of zijwaarts. Alles wordt op de helling gezet en elk mogelijk ankerpunt wordt
weggegomd. Om het op zijn Becketts te zeggen :zo zullen we beginnen, en toch
niet , en waarom en tenslotte dan toch. Dit speelse carnaval doorkruist de hele
tekst, en de verschillende lagen botsen op elkaar, versterken elkaar of
vernietigen elkaar (tot er krachteloze woorden overblijven, kan je zeggen: met hun realiteit
die geen realiteit is). Precies de constante afwisseling van de verschillende gebieden
creëert een veld vol karakteristieke humor ( en wellicht irritatie).
Nu blijf ik tijdens de première op mij honger zitten. Ik voel dat Leysen zich
opgesloten heeft in één toonaard. Het is alsof het Engels hem in de weg zit. De
typische muziek van de Engelse intonatie -patronen wordt net niet getroffen, de
verschillende toonaarden zijn afwezig
zodat het resultaat onnodig vlak blijft. Het is alsof de tekst niet springlevend wordt. Het is geen abstract
weefsel, er zit achter al de ontkenningen van de het personage toch een mens die spreekt. Je kan je zelfs
vragen stellen over de psychologische toestand van deze oude man. En dit is
niet abstract maar concreet. De tekst beweegt op een smalle lijn, maar die lijn
is grillig, kronkelend, wanhopig , twijfelend en vol herhalingen. Maar als de
tekst onvoldoende in een lichaam geplaatst wordt , verliest hij zowel zijn
levenskracht als zijn zeggingskracht.
Vandaar dat deze voorstelling mij ontevreden achterlaat. Ik heb nog twee opmerkingen : als Johan Leysen dit nu in het Nederlands had gedaan, dan ben ik er zeker van dat hij op de vele tegenstrijdige impulsen in de tekst alert had kunnen reageren. Dat de voorstelling zo muzikaal overkomt is haar sterkte maar ook haar zwakte.
Een tweede opmerking : het is natuurlijk een
hele opgave om de tekst te beheersen – een woordenvloed ‘zonder logica’. De voordracht
leek wat gespannen en wat risicoloos. Ik zag de ernstige, stroeve Beckett uit
het verleden. Maar ik heb wel het gevoel dat eens de druk van de première
voorbij is, Johan Leysen zich vrijer zal voelen. Met andere woorden : de
voorstelling moet en zal nog bloeien.
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz