Jeugdtheater

De grote ik heb hier geen zin in show Jetse Batelaan en Theater Artemis

Kijken en bekeken worden voor vierplussers

‘De grote ik heb hier geen zin in show’ is een razend knappe voorstelling met weinig woorden voor kinderen vanaf vier jaar. Jetse Batelaan en zijn team slagen er alweer in om de wetten van het theater onderuit te halen. Op het podium zet de regisseur mensen te kijk die net niet in de spotlights willen staan. Schuilende acteurs kunnen zich niet verbergen. Ook de grote mensen in de zaal kunnen hun gêne en ongemak perfect mee invoelen.

Uitgelicht door Marina Kaptijn
De grote ik heb hier geen zin in show
Marina Kaptijn meer info download PDF
12 oktober 2023

Het eerste wat we zien als we de zaal inkomen is het rode voordoek, en een showbizz trap ervoor, afgeboord met lampjes. Voor het podium staat een bordkartonnen orkest opgesteld. De instrumenten zijn echt, maar de muzikanten zijn één-dimensionale paspoppen zoals we die kennen van figuren in folkloristische klederdracht met in het hoofd een uitsparing waar je je eigen gezicht in kan steken om vervolgens op de foto te gaan. Of om als schietschijf te dienen, en een taart of eieren in je gezicht te krijgen. Op hun hoofd dragen ze een platte kartonnen ‘hoed’ - zoals een kind een cowboyhoed zou tekenen. Het is van een weergaloze malligheid.

Het decor, in de herkenbare stijl van Theater Artemis, is van de hand van Marjolijn Brouwer. Ze zet meteen de toon, en wat volgt gaat er in als zoete koek. Achter het rode gordijn horen we Keimpe de Jong zichzelf aankondigen: “Hooggeëerd Publiek…,” en vanaf dat moment zijn we vertrokken met een vaart die tot het einde van de voorstelling niet meer stopt. 

De Jong leidt Het Showorkest van Theater Artemis. Beter gezegd: hij ìs het showorkest. Plus bandleider, plus ceremoniemeester. Als het doek opent zien we hem verschijnen met dezelfde platte kartonnen hoed op zijn hoofd geklemd als die van de paspoppen. Ook zijn kostuum met gouden glitters op de revers, met manchetten en vlinderdas, is identiek aan dat van zijn acht (?) koppige orkest (kostuums Liesbet Swings). Natuurlijk krijgt hij van de volle zaal het warme applaus waar hij meteen om vroeg. Hij zet zich vervolgens tussen de  paspoppen/muzikanten van zijn orkest. Na wat gefluisterde uitleg aan elk van zijn evenbeelden speelt hij met elk van hun instrumenten een deuntje. Gitaar, blaasinstrumenten, piano, drums,…allemaal komen ze aan de beurt tot we aan het eind het volledige orkestgeluid horen -  vermoedelijk dank zij een onzichtbaar loopstation.

Als De Jong vraagt of we nog zin hebben in ‘De grote ik heb hier geen zin in show’ krijgt hij uit het publiek - volwassenen, kleuters, en iets oudere kinderen - natuurlijk evenveel JA!’s als NEE!’s. Dat het orkest en de orkestleider er zin in hebben is duidelijk. Maar als het doek opgaat lijkt René van 't Hof in zijn geruite overhemd, beige broek en anonieme zwarte jack, nog niet helemaal in the mood. Hij doet ‘niks’, pakt gewoon een snoepje uit een papiertje.  De manier waarop hij betrapt opschrikt als hij het publiek in de gaten krijgt, is goud waard. Het rode voordoek gaat opnieuw dicht, om vijf seconden later alweer open te gaan voor de volgende scène. Dat blijft het ritme voor de hele reeks van onhandigheden en ‘oeps’-momenten die we in telkens korte fragmenten te zien krijgen. 

Gaandeweg groeit het ongemak van de acteurs tijdens alsmaar penibelere situaties op steeds hetzelfde ‘niets aan de hand’-deuntje van het Showorkest. Terwijl de orkestleider ons mee laat klappen, kijken we naar mensen die niet gezien willen worden. Allerlei variaties op betrapt worden trekken voorbij. De drie acteurs moeten een marathon lopen om alle opkomsten, kostuum- en rekwisietwisselingen op tijd te halen. Niet vreemd dus, dat hun uitputting zichtbaar is. De jongste speler, actrice Sayo Cadmus, vertolkt de meest gênante situaties die allemaal te maken hebben met lijf of lijfgeuren. Guido Pollemans is degene die aangebrand of korzelig reageert om z’n man-uit-een-stuk imago hoog te houden. Meester van de mime René van ’t Hof van zijn kant, hoeft maar zijn ogen dicht te knijpen tegen het felle licht om charmant, ontwapenend en ontroerend tegelijk te zijn. 

Niemand van de drie introverten op het toneel heeft tekst, maar hun subtiele fysieke spel vertelt alles. Halverwege het stuk komen de acteurs steeds verder onder vuur te liggen. Het theater keert zich tegen hen. Zo zijn er opeens veel meer gordijnen die stuk voor stuk sluiten èn onverwacht open roetsjen. Lampjes op hun kostuums gaan opflikkeren  terwijl alles in hun lijf uitstraalt dat ze het liefst in de grond willen zakken of achter het behang verdwijnen, zoals de reusachtige wandluizen die ook meespelen in de voorstelling.

‘De grote ik heb hier geen zin in show’ is een vrolijke filosofische parodie op entertainment, een absurde, slapstick ode aan het theater van de lach. Een eerbetoon ook aan introverte mensen in een tijd waar openhartigheid de boventoon voert, naast nog veel meer. Op de driekwartsmaat van het orkest komen we aan bij de finale terwijl orkestleider de Jong enthousiast verdertettert: “Zo zijn we aan het eind van deze ‘Ik heb hier helemaal geen zin in show’ gekomen. Applaus ook voor jezelf!”

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login