Out Of Hands Michiel Vandevelde / fABULEUS
De ketens van Gen Z
In ‘Out of Hands’ stelt Michiel Vandevelde de luie, passieve en depressieve Gen Z tegenover donkere lusten en duistere machtsspelletjes. Het resultaat baadt in een duistere, begeesterende sfeer door een sterke scenografie en steengoede muziek. Maar wat de cultus die Vandevelde op scène brengt precies wil meegeven is een mysterie, of misschien een goed bewaard geheim voor de ingewijde.

Wanneer het publiek zijn plaats zoekt, verblindt een felle schijnwerper het publiek. Een luide drone vult de lucht met een aanhoudend geluid. De oordopjes die bij aanvang aan het publiek worden uitgereikt, zullen hun nut bewijzen. De dansers en muzikanten stellen zich op één lijn, met hun rug naar het publiek, hun handpalmen open. Als een aanbidding of een openingsritueel zingen ze in harmonie strofes uit ‘May Failure be your Noose’ van Amerikaanse zangeres Lingua Ignota.
Lingua Ignota is het alterego dat de Amerikaanse metalzangeres Kristin Hayter zich aanmat om haar trauma’s aan een leven vol huiselijk geweld te onderzoeken. De agressie die Hayter voor het nummer ‘May Failure be your Noose’ uit haar instrumenten haalt (rauwe gitaren, schelle drums) contrasteert met haar eigen bijna engelachtige stem. In de herwerking van muzikale leider Ephraïm Cielen klinken de instrumenten een pak donkerder. Een volle baslijn, een duistere viool en een ritmische drum maken het koor op scène minder woedend en meer depressief.
Het is dan ook niet verrassend dat Michiel Vandevelde het in ‘Out Of Hands’ met de jongeren van fABULEUS over Gen Z wil hebben. Verschillende publicaties luiden de alarmbel over deze generatie van jongeren die geboren zijn tussen 1997 en 2012. Ze getuigen over slecht mentaal welzijn, stijgende suïcidecijfers, slechte schoolresultaten, een lak aan werken en samenleven. Volgens de programmatekst las de maker met de spelers (allemaal gen Z-ers) enkele van deze teksten. De conclusie was dat er veel over hen wordt geschreven waarin ze zich niet herkennen. En toch oreert na het lied één van de spelers net wat de generatie verweten wordt: een manifest over hoe zij de wereld niet meer vormen, maar een eliteklasse het voor het zeggen hebben. ‘The world as it is, politically, ecologically, is a grotesque farce. It makes me want to vanish, not die, just disappear. A silent witness drifting through the wreckage.”
De acrobatieën zijn best indrukwekkend: de dansers kruipen op elkaar, hangen met hun voeten in de nek van een ander of laten zich vanop grote hoogte in de armen van de anderen vallen.
Als tegengif voor een passief wereldbeeld, zetten de muzikanten een eerste hevig stuk in, de energie spat ervan af. Boven hen hangt een vlag met een vaag symbool dat doet denken aan een of andere obscure sekte. Achteraan hangen aan de trekken lange doeken, vastgeknoopt als lakens van ontsnappende gevangenen. Een mix tussen heavy metal met zware gitaarsolo’s, een drum als een pletwals en noise met vreemde vioolklanken en rauw geschreeuw zet de negen dansers in beweging. Een tijd lang herhalen ze eenzelfde patroon. Eén danser stelt zich op scène, de anderen volgen één voor één, tot ze een nieuwe menselijke structuur vormen.
De acrobatieën zijn best indrukwekkend: de dansers kruipen op elkaar, hangen met hun voeten in de nek van een ander of laten zich vanop grote hoogte in de armen van de anderen vallen. Een tijdlang fascineren de tegenstrijdige indrukken op het podium. De menselijke piramides tonen dat ook deze generatie kan samenwerken, maar ze doen evengoed denken aan de oefeningen van de Braziliaanse theaterpedagoog Augusto Boal, waarbij elke speler in één beweging de macht naar zich toe moet trekken.
Maar ook de hevige muziek verliest vreemd genoeg aan kracht doordat de spelers de aandacht opeisen door in gevaarlijke poses op elkaar kruipen. Door de veelheid raak je als toeschouwer al snel wat uitgekeken op de individuele poses. Daardoor worden ze als geheel meer en meer symboliek. De focus verschuift naar het idee van samenwerken, niet om de beelden die ze produceren. Totdat de dansers op hun rug liggen, met hun benen naar het plafond. Op hun voeten dragen ze één speler in split. Op zich is het geen acrobatisch indrukwekkende pose, maar wel een sterk beeld. De enge glimlach van de gedragen danseres, de onnatuurlijke pose die ze aanneemt, de benen in de lucht en het donkerrode licht geeft een morbide sfeer en kondigt het tweede deel van ‘Out of Hands’ aan.
‘I want to hear you scream’ kondigt de pianiste/zangeres aan. Ze wisselt een licht verveelde, afstandelijke dominante toon in haar stem met extatisch gekreun en geschreeuw. Wanneer de violiste een reeks kettingen bovenhaalt en de dansers als honden rond haar heen kruipen, wordt de sfeer grimmiger. De muziek focust meer op noise, de drums worden chaotisch getrommel. De dansers spelen met de kettingen, wurgen zichzelf (soms angstaanjagend overtuigend) of trekken elkaar ermee recht, wikkelen elkaars gezichten, armen of benen erin. De muzikanten verlaten soms hun plek achteraan om als dominatrix boven een kronkelende danser in kettingen te staan. Sommige spelers komen overtuigend over, wisselen een lege blik met een uitdagende glimlach naar het publiek toe, of wikkelen de kettingen zo rond hun medespelers dat ze hun hele gewicht kunnen opheffen met één ruk. De associaties met subversieve seksuele spelletjes worden in één beeld nog het meest expliciet gemaakt wanneer één speler op de schouders van de andere kruipt en in de mond van de andere spuwt.
En toch trapt na een tijdje de voorstelling in dezelfde val als in het eerste deel. Het tempo aan poses is zo hoog, dat ze alleen nog symboliek zijn en je op den duur het punt wel doorhebt. De keerzijde van de passieve, depressieve en apolitieke generatie is dat ze net des te meer op zoek zijn naar macht in hun onderbewuste lusten.
Michiel Vandevelde wil Gen Z als een cultus op scène zetten.
Het laatste deel van ‘Out of Hands’ begint met een danser die zwoel wat onverstaanbare woorden in het Italiaans spreekt. In een uiterst sterke scenografie staan de dansers nadien rond een laserprojectie op de grond. Die projecteert eerst nog een reeks woorden, die de spelers in een beat mee opzeggen. Ze smijten bij elk nieuw woord hun schouders wat agressiever naar voor. De woorden op de grond worden een cirkel in een blauw licht. Een voor een, als een louteringsritueel, dansen de spelers en de muzikanten de cirkel in en uit, alsof ze erdoor ritueel gereinigd worden.
Het opzet van ‘Out Of Hands’ is nog het meest verwarrend wanneer de spelers en muzikanten op het einde in een lange lijn richting het publiek marcheren. Opnieuw scanderen ze de tekst van Kristin Hayter / Lingua Ignota: “Who will love you when I don’t, who will fuck you if I won’t.” Hoe dichter de rij komt, hoe meer hun jonge leeftijd opvalt. Maar ook in het overnemen van de tekst zit iets dubbel. Het lied van Hayter echoot de pijnlijk herkenbare stem van de agressor. ‘Zonder mij ben je niets’ is een vaak terugkomende dreiging in gewelddadige relaties. Wat ze uit de mond van deze jongeren precies moeten betekenen, is niet helder.
Michiel Vandevelde wil volgens de begeleidende teksten Gen Z als een cultus op scène zetten. Net als in zijn vorige voorstellingen ‘Dances of Death’ of ‘Infinite Dances’ verzint hij sterke rituelen van overgangen, catharsis, loutering. Maar wat het doel hier precies moet zijn is een klein raadsel.
Wil hij de Gen Z’ers weerwoord laten geven op de vele negatieve meningen over hen? Wie de interviews met de dansers op de website leest, twijfelt al snel hoeveel stem zij hadden in het stuk. De ene geeft aan door haar moeder te zijn ingeschreven, de andere dat ze moest wennen aan het thema en de hevige muziek. Ook tijdens het dansen valt op dat sommige het niet kunnen laten om te glunderen van spelplezier, terwijl anderen net vanuit hun personage op scène lachen.
Of wil hij als een sekteleider deze ‘verloren generatie’ net een uitweg tonen? Ironisch genoeg zijn de spelers dan niet veel meer als marionetten in zijn spel en staat de generatie al even zo machteloos. Is dat gevoel van onmacht net niet wat deze generatie lam legt?
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz