Jeugdtheater

HEROES LAIKA

Wie met karikaturen speelt...

Er is een strekking in het jeugdtheater die het erg leuk vindt om aan de haal te gaan met (commerciële) kindercultuur. ‘HEROES’ van Michai Geyzen voor Laika is daarvan een schoolvoorbeeld. In een industriële wasserij transformeren vier witte wezens tot kleurrijke superhelden, maar dan van het sullige soort. Dat levert een erg beweeglijke en onderhoudende familievoorstelling (8+) op. Alleen blijkt parodie het hoogst haalbare.        

HEROES
Wouter Hillaert Budascoop, Kortrijk
09 januari 2025

Tien witte wasmachines, besmeurd met zwarte verfslierten die hun geheim nooit zullen prijsgeven, vormen het decor van ‘HEROES’. Met hun lichtgevende knopjes zien ze er behoorlijk echt uit. De her en der verspreide bundeltjes wasgoed blijken dat ook: ineens beginnen ze te ademen en te bewegen. Niet veel later kijken we naar de strak geritmeerde bedrijvigheid van vier uitgestreken werknemers op automatische piloot. Acteurs Arend Pinoy, Gytha Parmentier, Kobe Verdonck en Júlia Godino Llorens rennen heen en weer tussen de machines, gooien er witte lakens in en uit, schudden ze op en plooien ze in stapeltjes. Collectief, collegiaal, maar ook machinaal. Vanuit de zaal ziet het eruit als een leuk gedirigeerde choreografie. Orde en netheid moet er zijn!

Het is een fijne vondst, zo’n wassalon. Het dient als een tastbare metafoor voor het idee van metamorfose: je stopt iets in de trommel, laat het even lekker tollen en het komt eruit als nieuw. Het begint met simpel wasgoed, maar algauw gaan ook de personages zelf de machines in: deurtje open, mannetje/vrouwtje erin, deurtje toe. Even staren ze nog met hun snoet door het venstertje om dan te verdwijnen in het duister van de wastrommel. ‘HEROES’ doet daarbij weinig moeite om te verbergen dat alle machines achteraan open zijn, zodat de spelers er ‘stiekem’ doorglippen. Zo fungeren die tien witte gevaartes als krappe tunnels voor opeenvolgende rites de passage.

Veel psychologische of sociologische betekenis hoeven we daar niet achter te zoeken. De spelers veranderen gewoon in superhelden door een ander pakje aan te trekken. Daarvoor krijgen ze de hulp van de heldenmaker die ineens in hun midden opduikt: muzikant Ephraïm Cielen. Met zijn zwarte skibril, zijn opgesteven haar en zijn gevleugelde gitaar valt hij moeilijk serieus te nemen als wijze leermeester. Maar zijn handdruk elektrificeert en met één knip kan hij het kwartet ook doen freezen en zo in het gareel krijgen. Elk om de beurt, mooi op een rijtje, krijgen zij van Cielen een heldhaftige outfit aangereikt uit een kaduke koffer. In een wip, met een simpel wasje, vervelt de Superwascentrale tot een Superheldencentrale.

De pakjes van Anja Furthmann waarin de spelers daarna weer verschijnen, zeggen alles over de gekozen aanpak. Het zijn samenraapsels van banale huishoudelijke spullen, maar dan in de vier basiskleuren: een cape van rode sokken, een gele hanenkam van plastic schoonmaakhandschoenen, blauwe schouderstukken met zwabberfroezels. Arend Pinoy kreeg zelfs gigantisch verlengde armen aangepast, als oneindige stofzuigerslangen waarmee hij slungelachtig in het rond gaat zwaaien. We krijgen huis-, tuin- en keukenhelden te zien: de ironische versie van alle voorbeelden op tv.

De jaloezie en het opgeblazen drama van de speelplaats zijn nooit ver weg.

Als Cielen ze ook een spoedcursus geeft in de taalvaardigheid van de superheld, gebeurt dat niet toevallig met tekstballonnen uit de comics van Marvel: ‘ZOOOOM!’, ‘WHOOPA!’ of ‘SHLAAANG’. Precies zo worden alle personages de hele voorstelling ook ingevuld: met amper meer spraak dan mummelen of klankkreten, als eendimensionale stripfiguren. Ze zijn gereduceerd tot smakelijke referenties. Hun identiteit ontlenen ze aan een cultureel universum waar ze zelf weinig van snappen. Precies die naïviteit zorgt voor de slapstickachtige humor in ‘HEROES’: ze jumpen, boksen en zweefvliegen als kinderen in imitatievideo’s. Als slechts één van hen een beker krijgt voor bewezen diensten aan de mensheid, geeft dat meteen aanleiding om ook met elkaar op de vuist te gaan. De jaloezie en het opgeblazen drama van de speelplaats zijn nooit ver weg.

Na ‘De Passant’ en ‘Vuur/toren’ herken je ook hier meteen de uitgesproken signatuur van Michai Geyzen. ‘HEROES’ is theater dat bouwt op een breed open thema, maar dat vooral op de vloer is doorontwikkeld vanuit zijn aankleding: zijn decor met verrassende mogelijkheden en zijn montere muziek als motor voor vele scènes. Veel animatie met rook, opvallende lichtswitches en paars flikkerende wastrommels versterken die vormelijke indruk nog. Dezelfde aanschouwelijkheid geldt ook voor de bewegingspartituur. Ze is uptempo, helder leesbaar en gericht op effect, zonder dat er ergens gaten vallen – tenzij zo’n pauze de schaapachtige komiek kan dienen.

Je voelt het aan alles: Geyzen weet intussen wat werkt. In april 2024 creëerde hij al een Duitse oerversie (‘Superheroes Letzte Schlacht’) bij Schauburg München, waarmee Laika voor zijn werk een partnership aanknoopte. Nu is ‘HEROES’ de Vlaamse vertaling van hetzelfde basisconcept, maar met eigen acteurs. Ook die weten wat werkt: Pinoy en co. combineren een uitgelaten en toch scherpe lichamelijkheid met een glazige, dwazige blik. Ze schromen zich niet om de grove grimas of het grote gebaar boven te halen. Ze hebben hun naïeve pakjes aangetrokken als een tweede huid. 

Wat dat dan allemaal vertelt? Evelyne Coussens concludeert in haar recensie over ‘Vreemd Ding’ (6+) dat niet-talig jeugdtheater vandaag vaak diepgang mist. ‘HEROES’ roept bij mij hetzelfde gevoel op. Deze bewegingsvoorstelling beperkt zich tot vrolijk dollen met referenties uit de commerciële sfeer. Ze laat zich meedrijven op haar fysieke spel met de iconische fantasiewereld van Marvel, eerder dan te vertrekken van een genuanceerd gesprek over de aantrekkingskracht van helden op kinderen, hun onderliggende redderscomplex of het soort geweld dat zij al dan niet normaliseren. ‘HEROES’ parasiteert op een bekend cultureel regime, maar haalt er met ‘vermakelijke’ ingrepen tegelijk de overtuigingskracht uit. Dat heet dan wellicht ‘cultuurkritiek met een knipoog’.

Misschien verwachten we te veel. Misschien is het al heel wat dat kinderen een uur lang geboeid zitten te kijken naar een gek universum dat ze net voldoend herkennen om de humor ervan te doorzien. Dat ze zich amuseren, kortom. Alleen verwijt het jeugdtheater iemand als Gert Verhulst van Studio 100 precies die modus operandi.

Die dubieuze verhouding tot commerciële verbeelding, daar zouden we minder licht moeten overgaan.

Die dubieuze verhouding tot commerciële verbeelding, daar zouden we minder licht moeten overgaan. ‘HEROES’ lijkt zich te profileren als een tegenschurend en dus relevant kunstwerk. Door de gladde illusie van excellentie en maakbaarheid in superheldenfilms onderuit te halen, zou de voorstelling vanzelf een verschil maken met pakweg Mega Mindy of zelfs Spiderman. Door er een beetje een grap van te maken stelt ze er zich stiekem boven. Misschien zal Geyzen dat zelf niet beweren – hij lijkt me het type maker dat een goede portie entertainment best kan waarderen. Maar typerend aan de parodiërende instelling van dit werk – en van veel ander jeugdtheater dat bijvoorbeeld aan de haal gaat met de bonte wereld van sociale media – is dat het er eigenlijk onder gaat liggen. De verbeelding ervan is reactief, tweedegraads en net opvallend dienstbaar aan de commerciële iconografie. Je kan dat wellicht ‘repertoire’ noemen. Hier heeft het meer iets van een infuus. Van parodie zonder reden.

Of moeten we die reden zoeken in het slot van ‘HEROES’? Na een nieuw rondje transformatie in de wasmachines verschijnen onze vier helden opnieuw ten tonele als mondaine tieners. Er hoort een duidelijke boodschap bij: iedereen kan een held zijn in het dagelijkse leven, door anderen bij te staan met doordeweekse hulp, zoals iemand over straat helpen of boodschappen doen voor een zieke. Die slotsom voelt meer eigen en minder tweedegraads dan de rest van de voorstelling, maar ook een beetje… eerstegraads. Al vervaagt ineens de ironie, en zorgt Enrique Iglesias’ nagezongen smartlap ‘Hero’ voor het eerst voor wat emotie, dit einde bevestigt eerder het manco van ‘HEROES’ dan het op te heffen: wie met karikaturen speelt, dreigt er zich aan te branden. Het gebeurt hier wel vol vuur – en voor velen zal deze kindervoorstelling zeker een verwarmende zit zijn – maar zelf moest ik er achteraf toch een beetje van huiveren. Fun is niet genoeg. Dat weten zelfs veel superhelden beter.        

Genoten van deze recensie?

Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.

Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Steunen Login