Waar het met de wereld naartoe gaat, daar gaan wij naartoe DE HOE
Net niet tijdloos genoeg
Geen betere manier om de weerbaarheid van een voorstelling te testen dan een herneming. Dertien jaar na ‘Waar het met de wereld naartoe gaat, daar gaan wij naartoe’ van het destijds prille Hof van Eede neemt DE HOE het stokje over. ‘Waar het met de wereld naartoe gaat…’ doorstaat de test niet helemaal: in 2025 blijft het een voorstelling over taal, eerder dan over tijd.
                            Er is iets geks aan de hand met het begrip ‘repertoiretekst’. Het lijkt te wijzen op een tekst die herhaalbaar en reproduceerbaar is, die de tand des tijds ‘weerstaat’, maar het tegendeel is waar. Niet de manier waarop teksten in nieuwe ensceneringen hetzelfde blijven, maar de manier waarop ze veranderen, bepaalt hun kwaliteit. Niet hun standvastigheid, maar hun flexibiliteit, hun vermogen om nieuwe betekenissen op te roepen met nieuwe lichamen in nieuwe tijden. Geen gezelschap dat dat beter beseft dan DE HOE, de fusie van DE KOE (met wortels in de jaren 1990), Hof van Eede (next generation DE KOE) en steeds aangevuld met jonge spelers van nu.
Het feit dat DE HOE de tekst ‘Waar het met de wereld naartoe gaat...’ (geschreven door Louise Van den Eede in 2012) niet zomaar klakkeloos hernam, is dus betekenisvol. Tijdloze teksten hebben wellicht voldoende aan hun channeling door nieuwe lichamen om te resoneren in het heden. Ook zonder er een woord aan toe te voegen wordt de ‘Oresteia’ nieuw, en van een huiveringwekkende actualiteit. ‘Waar het met de wereld naartoe gaat’ kreeg echter geen herneming, maar een remake: de tekst werd herschreven door huidige HOE-leden Wannes Gyselinck en Willem de Wolf.
Dat zou natuurlijk ook kunnen liggen aan de aard van het beestje. DE HOE is een gezelschap dat ervan houdt te spelen met taal en haar verhouding tot de realiteit. Om de originele tekst van ‘Waar het met de wereld…’ heen werd dus een nieuwe tekstlaag gezet, een nieuw kader, waarbinnen dezelfde vertolkers (Ans Van den Eede en Greg Timmermans) in hun nieuwe personage van ‘schrijvers’ terugkijken naar hun jongere personages, terwijl ze het taal- en levensspel dat ze toen speelden ook in die nieuwe laag nog eens herhalen.
Die ontdubbeling wordt zichtbaar doordat een projectiescherm op de achtergrond de oude voorstelling geluidloos afspeelt. De jonge(re) lichamen worden zo, je zou het wreed kunnen noemen, voortdurend aanwezig gesteld. Op de voorgrond spelen Van den Eede en Timmermans in een typische HOE-setting: een paar zeteltjes, een tafeltje met wat boeken op. Een van de zeteltjes is gedraaid met de rug naar het publiek, de blik naar het scherm. Voor het scherm hangt een zwarte voile - de blik op het verleden is altijd versluierd. Af en toe staat een van beide even stil voor het scherm om naar diens jongere ik te kijken - om de decalage op te meten.
Wat niet kan worden verteld moet misschien gewoon worden geleefd.
In de originele voorstelling gingen een ‘hij’ en een ‘zij’ aan de slag met Denis Diderots ‘Jacques le fataliste’ (1785), een roman waarin de sluipwegen van de taal metafoor staan voor die van het leven. De verteller slaagt er niet in de liefdesgeschiedenis die hij voor ogen heeft te vertellen, dwaalt af naar zijsprongen en omwegen, komt nooit tot een essentie - de liefde dus - die onbenoemd blijft. Net zo is het gesteld met de personages, die hun exposé over Diderot laten afglijden langs zijpaden en anekdotische bespiegelingen. Willen ze met elkaar eigenlijk wel tot de kern komen, de zwaar hangende maar onuitgesproken vraag wat er aan liefde en macht tussen hen speelt, en wie het verhaal mag vertellen/bepalen? Gotyes ‘Heart’s A Mess’ (‘I’m desperate to connect’) vormde destijds de ontroerende afsluiter van hun onmachtige spel: aan het eind stapten ze via een videoprojectie de zaal en hun taalspel uit, de wereld in - want wat niet kan worden verteld moet misschien gewoon worden geleefd.
In dertien jaar is er veel veranderd. De postmoderne tijdsgeest met zijn intellectuele en deconstruerende spelletjes heeft zo langzamerhand zijn laatste pluimen verloren. In tijden waarin hard wordt gezocht naar verbinding en die steeds verder lijkt weg te glippen, neemt niemand meer genoegen met een spel. Ook DE HOE niet. Als er één ding is dat de evolutie van het gezelschap typeert, is het dat de inzet ten aanzien van vroege voorstellingen als ‘My Diner with André’ (1998) en ‘De man die zijn haar kort liet knippen’ (2004) is verschoven: het vormonderzoek heeft body gekregen.
Niet dat het vormonderzoek naar wat theater is en doet (naar wat echt is en wat constructie) ooit inhoudelijk leeg was bij DE KOE: het was ook destijds al een metafoor voor het leven zelf, waarbinnen begrippen als ‘waarheid’, ‘spelen’, ‘beginnen’, ‘falen’ op de snijtafel werden gelegd. Toch is het maar sinds de transformatie naar DE HOE dat de lege ‘essentie’ van een typische KOE-voorstelling gevuld is geraakt met ‘levende’ en meer concrete onderwerpen zoals liefde, mannelijkheid, politieke verantwoordelijkheid, etcetera. De abstracte denkoefening is steeds meer toegesneden geraakt op het leven zelf, DE HOE is in zekere zin lichamelijk geworden.
De intergenerationele mix heeft daar alles mee te maken. Want wat is tijd anders dan lichamelijkheid? Nooit was het topic van de ‘tijd’ - altijd al constante onderstroom in elke voorstelling van DE KOE/DE HOE - zo concreet aanwezig als in een voorstelling als ‘De sitcom’ (2024), waarin een ronduit tragische Peter Van den Eede worstelt met zijn aflopende carrière als acteur en zijn verlies aan ‘punch’ (dat van het personage ‘Peter Van den Eede’, voor alle duidelijkheid).
De personages hebben geen tijd om hun verhaal te doen, ze moeten nog ergens naartoe, de echte wereld in.
Ook in de herwerking van ‘Waar het met de wereld…’ is de tijd aanwezig, maar in de voorstelling - op precies dezelfde manier dat het ook in 2013 al zat. De personages hebben geen tijd om hun verhaal te doen, ze moeten nog ergens naartoe, de echte wereld in. In 2025 speelt nog steeds hetzelfde ‘probleem’ - ze hebben blijkbaar niets geleerd. Misschien is het dat waar ik op stoot: ondanks de vele verwijzingen naar de intussen vergleden tijd en de expliciete bespiegelingen over wie ze toen waren in de kadertekst blijft het een kader dat als een kartonnen scherm om het basisgegeven is heen gezet. In wezen spelen de twee personages nog steeds hetzelfde spel, sluipend rond hetzelfde boek, in dezelfde ongemakkelijke verhouding. Ze thematiseren de ontoereikendheid van dat spel zelf, zeker, maar ze zetten er niets voor in de plaats. Niets aan hun lichamen verraadt dat ze iets geleerd hebben, dat de tijd daar doorheen is gestroomd, dat ze wezenlijk anders zijn geworden.
Vergelijken is verliezen, maar het herinnert me aan de gelijkaardige oefening van het Nederlandse collectief BOG, dat in 2023 een remake maakte van de eigen debuutvoorstelling. Zelfde concept, zelfde spelers, maar de rest/de tekst was radicaal anders: de hoopvolle bespiegeling van twintigers op de drempel van een startend professioneel en privéleven had plaats gemaakt voor de verdwazing en soms al melancholie van dertigers die hun eerste verliezen hadden moeten nemen. De tekst was geladen met hun levens: niet die van toen, maar die in het hier en nu. Er was geen kaderverhaal, enkel de aanwezigheid van hun actuele lichamen met daarin hun vroegere ik vervat - die twee werden niet uiteen getrokken. In ‘Waar het met de wereld naartoe gaat…’ anno 2025 voel je hoe het spel met Diderot en met de liefde eigenlijk niet meer aansluit bij het denken en voelen van de personages nu. De laag die er omheen werd gebouwd verhelpt dat euvel niet. Waarmee de vraag of de tekst tot het repertoire kan gaan behoren in het midden blijft hangen. Misschien wel, maar wellicht niet op deze manier.
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz