Serenade Louis Janssens & Ferre Marnef / Desnor
Liefde is de oplossing
Louis Janssens legt zijn hart en ziel bloot in de solovoorstelling ‘Serenade’. Met Franz Schubert als gids neemt hij je mee op een tocht door zijn angsten en verlangens. ‘Liefde is de oplossing’ is het besluit
De plek waar Louis
Janssens zijn ‘Serenade’ speelt, klopt. Hij brengt zijn hulde aan
het leven op de Scheldekaaien, in een voorlopige constructie die er door MartHatentatief
opgetrokken werd als coronaproof pop-up theater voor jonge makers. Tot december
staat het ronde, houten skelet hier nog, als een circustent zonder zeil. Het
puntdak houdt je droog bij regen, binnen heeft de wind vrij spel rond het
cirkelvormige speelplateau in het midden.
De stoelen staan zo opgesteld dat de toeschouwer over het plateau heen
uitkijkt op de stroom. Als je liever
hoger zit kan je via een trap naar de galerijen. Het heeft iets uit een ver Elizabethaans
theaterverleden. Een buitenbar en tafels met uitzicht op de ondergaande zon over
de Schelde maakt het plaatje af. Het leven vliedt, de avond valt, de enige
zekerheid die we delen is dat we sterven.
Terwijl we buiten wachten
laadt Louis Janssens zich binnen op, we zien hem bovenop een kingsize bed met
hagelwitte lakens dansen en meezingen op een vrolijke beat. De sponde zal zijn
habitat zijn voor de duur van de voorstelling. Straks als het voorbij is en de
nacht gevallen, mag het bed onder hel spotlicht nog even vol in de kijker
staan.
Het zal dan zijn
rol vervuld hebben, als kraambed en als sterfbed, als mythologische last
wanneer de acteur voor Atlas speelt en hij de onhandelbare matras op zijn rug torst.
Bed van zoete herinnering ook, op de soundtrack van vervlogen muziekuittreksels
die Janssens uit het geheugen van zijn laptop opdiept.
Franz Schubert is
de spil van Janssens’ labyrintische rondgang langs wie de dood in de ogen kijkt.
Der Doppelgänger, het laatste lied
uit Schuberts laatste liederencyclus is zijn gids. Dat is ook de rol die hij
zichzelf en de toeschouwer toemeet doorheen de voorstelling, realiseer je je
plots, als hij helemaal op het einde die informatie meegeeft. We zijn allemaal dubbelgangers en daarin
herkenbaar en verbonden met elkaar. Maar zover is het nog niet.
De nacht moet nog
vallen, de lijnen uitgezet. Janssens begint
er wat onzeker aan, met onvaste stem. Dat duurt niet lang. Hij pakt zijn
performance beet en gaat ervoor: een wervelende stroom van overacting waarin hij
de drag queen in zichzelf loos laat
gaan. Hij leest voor, vertelt anekdotes, kijkt ons vol aan en zingt
karaoke-gewijs liederen mee.
Niet alleen
Schuberts liederen, er is ook zijn hevige wens om die ‘Konigin der Nacht’ te
vertolken uit Mozarts Toverfluit. Zijn
Koningin is de jongen die op een drag party midden op de dansvloer stilstond
en hem, de muurbloem, vanaf die verte intens aankeek. Zo heftig was de impact,
vertelt hij, dat hij enige tijd later in de artiestenfoyer van een groot
kunstenhuis Robert Wilson durfde aan te spreken over een rol in diens versie
van de opera; het leverde hem de droge raad op om er zelf iets mee te doen.
Bij deze. Janssens
vergroot op hilarische wijze de mimiek uit van een felle coloratuursopraan die zijn
hartsrol zingt. De geluidsman opzij in de tent pookt de klank op tot laaiend
vuur. De buitenwereld helpt mee: op de achtergrond wandelt een verre adonis
voorbij, met achter hem een strook glinsterend water dat meegedragen wordt door
het getij en door het verhevigde leven waarover Janssens net niet meezingt.
Kwetsbaar durft hij ook zijn. Terwijl Janssens vertelt over het doodsbed van Schubert, van zijn moeder, van illustere en minder illustere voorgangers in de dood, haalt hij het leven naar binnen. Hij deelt zijn angsten daarover. Hij durft zich moeilijk te laten gaan, vertrouwt hij ons toe. Waarna hij zijn ‘Serenade’ oppompt tot een dolle, sjamanistische bezwering om die angst in de ogen te kijken. Hij en wij. Sterven doen we allemaal, daarin zijn we de dubbelgangers die elkaar herkennen. Tegen dat canvas maakt hij van zijn ‘Serenade’ een aanmaning om voluit te leven.
Als hij uitgedold is
en de toeschouwers, op die ene na die al lang buiten gelopen was, zichtbaar enkele
stemmingstonen hoger zitten, zie ik veel verder op de kade het hart van een reuzenrad
bloedrood kleuren. Juist, de liefde, zei hij nog, is de oplossing.
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz