Wie is bang? Tom Lanoye / NTGent & Zeelandia
Wie is bang van een flamboyant kwartet?
Tom Lanoye nieuwe stuk ‘Wie is bang’ is een bewerking van de klassieker ‘Who’s afraid of Virginia Woolf’. Na de voorstelling zetten twee acteurs de bittere strijd die ze speelden op het podium in het echt verder in de coulissen. De tekst is een cadeau voor de acteurs, al is ze iets te wijdlopig om echt vinnig spel toe te laten.
De plek is merkwaardig : de stadsschouwburg van Middelburg. Deze stad is ook het hoofdkwartier van het Zeelandia-festival. Onder impuls van Alex Mallems brengt dat al jaren boeiende en verrassende locatievoorstellingen. Het moet hier toch even gezegd: voor een festival dat zo dicht bij Vlaanderen plaatsvindt krijgt het hier te weinig aandacht.
Deze ‘Wie is bang’ is een goed voorbeeld van de artistieke politiek van het festival. Vraag een nieuwe tekst aan een auteur als Tom Lanoye, waarin twee oudere klasbakken als Han Kerckhofs en Els Dottermans naast twee jonge talenten kunnen stralen.
Tom Lanoye schreef een stuk over theater, met een scherp oog voor de sociale en artistieke context waarin zowel oud als jong zich moeten staande houden. Geen tragedie maar een zwarte komedie. De titel verwijst naar de theaterklassieker ‘Who is Afraid of Virginia Woolf’ van Edward Albee, dat dit seizoen in verschillende versies te zien is in Vlaanderen
Het uitgangspunt is interessant : we maken mee wat er zich na een voorstelling van ‘Who is afraid’ achter de schermen afspeelt tussen een actrice en een acteur die fin de carrière zijn. Lanoye heeft een tegenhanger van het originele stuk geschreven: als we bij Albee Amerikaanse intellectuelen zien kibbelen, dan zien we hier hoe de twee hoofdrolspelers in het ‘echte’ leven op het podium en in de loges net hetzelfde doen. Ze maken ruzie en vernederen elkaar aan de lopende band.
Lanoye nodigde ook twee jonge spelers, Dilan Yurdakal en Tarik Janssen uit om de rol van de acteurs die Nick en Honey spelen op zich te nemen. Als zij erbij komen wordt het stuk een bikkelhard sollicitatiegesprek. De jonge generatie, verklaart Lanoye, houdt niet van Albees stuk, en de oude acteur vindt Shakespeare maar niets. ( Een mop met te duidelijke dubbele bodem : Lanoye die niet van Shakespeare zou houden!!) Met de jonge acteurs erbij gaat het ook over een confrontatie tussen witte mensen en mensen van kleur, tussen oud en jong, thema’s die zo uit de actualiteit geplukt zijn.
Maar de schrijver vindt het nodige evenwicht niet tussen de gebalde mededeling en zijn taalvirtuositeit. Alles wordt breed uitgesmeerd, zodat veel van de discussies hun dramatische scherpte verliezen. Les défauts de ses qualitès, maar een feest voor acteurs.
Het is theater over theater, vol clichés en ingetrapte open deuren, zeker als je wat over het leven achter de bühne kent of bijvoorbeeld het tijdschrift Recto-Verso leest. Als je met die wereld geen band hebt, blijven vooral enkele scherpe oneliners hangen, een specialiteit van Lanoye. Maar wat wil de tekst dan op een dieper niveau zeggen? Ik ervaar dit als theater dat gevangen zit onder zijn stolp. Een centrale gedachte gaat dan ook over het wezen van het spelen : als je goed bent, kan je zo goed liegen dat de toeschouwer een aantal keren op ‘waar’ tegenover ‘onwaar’ stoot.
Over liegen gesproken: op zeker ogenblik wordt de vierde wand radicaal doorbroken en vraagt Han Kerkhoffs om licht in de zaal. Het theater is dood, slingert hij de toeschouwers in het gezicht. Noch die stijlbreuk , noch die tekst overtuigt. Niemand op het toneel gelooft wat Han zo stellig debiteert, maar ook de schrijver en het publiek geloven dit niet. Het stuk wil immers de hele tijd bewijzen dat de dood van het theater niet voor morgen is. Dan klinkt dit heel erg vals, als een provocatie die er geen is. Een soort boodschap-moment dat nergens op slaat.
Bij Albee leidt al dat vernederen uiteindelijk tot een ontroerend moment, waarbij blijkt dat de professor en zijn vrouw ondanks alles een sterke emotionele band hebben. Ook dat einde heeft Lanoye bewaard.
De situaties worden door de vier spelers met enthousiasme verdedigd. Els Dottermans kan breed uitpakken als venijnige diva: spits, agressief, theatraal. Een heerlijk moment levert ze als ze de twee jonge spelers laat voorlezen.: Dottermans als een onmogelijke regisseur, die het als een grote deugd ziet om anderen af te maken. Tegenover haar staat Han Kerkhoffs, een kalme vertolking, opgebouwd uit eindeloos veel nuances, juist van zegging, onderhuids gespannen met slechts een paar uitbarstingen. Er zit nooit spanning op zijn stem, wat heerlijk is om naar te luisteren .
Dit theaterkoppel (in het echte leven natuurlijk ook man en vrouw) behoort tot de schare topacteurs die Vlaanderen en Nederland rijk zijn. Ze doen hun reputatie alle eer aan. Niet eenvoudig om als jonge acteur daarnaast te staan. Maar voor Dilan Yurdakul en Tarik Janssen is dat geen probleem. Ze krijgen rollen die dicht op hun werkelijkheid aansluiten.
Dilan Yurdakul is innemend maar ook erg kritisch, de stem van de jeugd (zit er hier een nieuw soort theater aan te komen dan?). Tarik Janssen kan alle frustraties van de gekleurde acteur dramatisch uitspelen. Bij deze jonge mensen gaat het ook over werkgelegenheid. Lanoye maakt er een ironisch punt van dat deze spelers meer kans maken op subsidie dan de oudere generatie. omdát ze gekleurd zijn.
Deze vier sterke vertolkers, uitstekend geleid door regisseur Koen De Sutter maken van dit stuk een flamboyant kwartet. Het mooiste moment sluit de voorstelling af : Han en Els komen op het voorplan zitten en genieten van een glas whisky :verstild spel, eenvoudig en kwetsbaar en je gelooft dat ze, ondanks alles, toch van elkaar houden .
Toch zou het stuk aan kracht winnen als het minder breedvoerig was. Nu geeft de tekst de spelers kansen, maar bezwaart de breedvoerigheid die ook. Een meer gebalde vorm zou het spel vinniger maken. Omdat dit zo nadrukkelijk theater over theater is wil ik daarom besluiten met een beroemde uitspraak van grootmeester Peter Brook. Kill your darlings , was zijn goede raad.
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz