De Barbier DESCHONECOMPAGNIE / Muziektheater Transparant
Een vrolijke versie van het meesterwerk van Rossini
‘De Barbier’ is de nieuwste in een lange reeks operabewerkingen van Tom Goossens en Wouter Deltour voor DESCHONECOMPAGNIE en Muziektheater Transparant waarin ze nieuwe wegen onderzoeken om het ijzeren repertoire nieuw leven in te blazen. Hier is ‘Il Barbiere di Sevilla’ van Giacomo Rossini aan de beurt. De eigen fantasie van de makers neemt het hier over met een zeer theatrale invulling van de opera, niet in het minst door de virtuoze manier waarop Jef Hellemans verschillende rollen vervult.
Het speelvlak is zo goed als leeg. Er staat
een gele kast en een piano. Als de kast later kantelt wordt het meubel een
toren met vensters. In de eerste scène van deze ‘Barbier’ stelt actrice Inneke
Nijssen zich voor als een gravin is. Daar kijk je van op, want in de opera van Rossini
komt zo’n personage niet voor, wel in ‘Le Nozze di Figaro’ van Mozart, de opera
die, als verhaal, een vervolg is op ‘Il Barbiere’. Heeft Tom Goossens zich
vergist bij zijn bewerking van Rossini?
Toch niet: hij citeert een droevige aria van
de gravin uit ‘Le Nozze’. ‘Waar zijn de mooie momenten / van zoete
voldoening…Waarom, nu alles voor mij in tranen en smart is veranderd, stierf
ook niet in mijn gemoed / de herinnering aan dat geluk?’ Inneke Nijssens
spreekt en zingt de tekst, a capella. Muziek van Mozart hoort hier niet. Het is
een ogenblik van diepgevoelde emotie. Jazeker: dit zijn de woorden van de gravin,
maar ooit was zij het mooie meisje Rosina.
Vanaf dat ogenblik is de voorstelling een flashback,
want ‘De Barbier’ vertelt het verhaal van die Rosina voor ze gravin Almaviva
werd. Een oudere vrouw kijkt terug op haar jeugd. Daar begint de voorstelling echt.
Met groot gedruis komen drie komedianten het podium op. Wouter Deltour neemt
plaats achter de piano, de Japanse sopraan Sawako Kayaki wacht daarentegen rustig
haar beurt af. Jef Hellemans, de spring-in-’t veld, en rad van tong, zal de rol
van de graaf vertolken. Met zijn vieren vertellen ze dit komisch verhaal
waarbij de spelers moeiteloos van rol wisselen.
Het verhaal van ‘Il barbiere’ is situatiehumor zoals die in veel komedies voorkomt. Er is de oude man, het mooie meisje en de verliefde, ondernemende jongeling. De mooie Rosina wordt opgesloten door de oude Bartolo, want hij wil alle vrijers weghouden om met haar te kunnen trouwen. Dat is zonder de verliefde jonge graaf gerekend. Door allerlei streken tracht hij bij zijn geliefde te geraken. Hij verkleedt zich als zangleraar of als soldaat. Zoals het hoort in een komedie verschalkt hij Bartolo en schaakt hij Rosina. Triomf van de liefde, maar die inleidende droeve woorden van de gravin zijn we niet vergeten. Bartolo valt in slaap en het einde van de voorstelling is een gelukzalige (boze) droom.
Ondertussen hebben de spelers verschillende
rollen gespeeld. Inneke Nijssens begint als de oude gravin, wordt Rosina, maar
staat haar rol af aan zangeres Kayaki wanneer de vocale eisen te groot zijn
voor een actrice. Later trekt ze een zwarte mantel aan en wordt zo de oude
Bartolo. Die spreekt met een wit kleed dat Rosina voorstelt. Alleen al dat voorbeeld
toont hoe de hele voorstelling het universum van het theater uitademt.
Maar ook muzikaal en tekstueel is het hier
smullen. Tom Goossens vertaalde de opera naar het Nederlands met een briljant
gevoel voor muziek en een wonderlijke taalbeheersing. Zijn vertaling op rijm in
het Nederlands van de tekst sluit niet alleen perfect bij de muziek aan. Zijn talrijke
woordspelletjes en vondsten geven ook een heel apart cachet aan de komedie. Het
wemelt in de dialogen van de elegante en speelse zijsprongen naar het heden of commentaren op de
actie.
Die lichtvoetigheid toont Goossens ook als
regisseur. Hij verkreeg zowel van de acteurs als de zangers verkrijgt een
meeslepende ‘naturel’. De spelers zijn gevat en alert. Je kan er niet naast kijken:
onder zijn leiding woekert op het toneel spelplezier.
Even belangrijk bij DESCHONECOMPAGNIE is de
bijdrage van Wouter Deltour. Hij bewerkte de partituur op een bijzondere
manier. Zijn pianospel speelt hier soms de rol van ‘orkest’, maar is elders louter
begeleiding van de zang. Hij haalt de partituur uit elkaar om ze dienstbaar te
maken aan het ritme en de noden van het spel. Deltour bespeelt ook meer dan één
instrument. Als hij Jef Hellemans komt helpen bij het zingen van een ballade,
gebruikt hij een gitarlele (een kleine gitaar) .
In de laatste episode van de opera kan de
graaf als muziekleraar de oude Bartolo verschalken door ‘religieuze’ muziek te
spelen. Dan wijkt de muzikale bewerking stevig af van de oorspronkelijke
partituur en heeft Deltour bijna nieuwe muziek geschreven. Tenslotte heeft
Wouter Deltour ook een mooie zangstem. Een aantal keer in de voorstelling
moeten de vier spelers/zangers een akkoord zingen – en telkens klinken deze
akkoorden perfect. Deltour is dus ook een goede stemcoach.
De bezetting is merkwaardig. Noch Inneke
Nijssens of Jef Hellemans beschikken over een operastem. Toch zingen ze de
teksten overtuigend dankzij de leiding van Deltour. Sawako Kayaki zorgt dan
weer voor een zuiver operamoment. Zij zingt de bekende aria’s ’ Una voce poco
fa’ en ‘Non piu mesta’ onbewerkt, met een perfecte pianobegeleiding. Ze haalt
de hoge noten schijnbaar moeiteloos. Ook dit is één van de sterke punten van
deze voorstelling. De operaliefhebber komt al evenzeer aan zijn trekken als de
theaterliefhebber.
Het is ongetwijfeld de avond van de jonge acteur Jef Hellemans. Hij laat de ritmische tekst virtuoos klinken. Hij is de drijvende kracht, en toont op zovele ogenblikken een echt spelersinstinct. Hij weet de ruimte te gebruiken. Hij spreekt, zingt, loopt, springt – uitgelaten maar steeds in controle. Hij speelt met rekwisieten, zoals de valse pruik van de muziekleraar. Een rij kapstokken maakt van hem een soldaat in een regiment (heel inventieve kostuums van Marij De Brabandere) Dat is komisch acteren op hoog niveau. Het is een wonderlijk samengaan van ambacht en intuïtie.
Een het verhaal verteld, pakken de komedianten
hun spullen bijeen en trekken verder – ze laten een leeg speelvlak achter na
een heerlijke avond. Deze voorstelling maakt slim gebruik van eenvoudige
middelen. Een prachtig voorbeeld van ‘arm theater’. Het is een opstap naar het
grote werk, want Tom Goossens zal in het volgend seizoen ‘Le Nozze de Figaro’
regisseren in Opera Ballet Vlaanderen. Zulk een schaalvergroting is best
spannend. Ik hoop alleen dat hij binnen de grote machine van een operahuis die
unieke lichtvoetigheid niet kwijtraakt.
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz