Muziektheater

Winterreise Jan Sobrie / Wouter Deltour / Franz Schubert / Muziektheater Transparant

Eenzame vrouwen

De liedcyclus ‘Winterreise’ van Franz Schubert, op tekst van Wilhelm Müller (1827), beschrijft de barre wintertocht van een jongeman die afgewezen is door zijn geliefde. De dood wenkt op het einde. Jan Sobrie en Wouter Deltour gaven dit materiaal een eigen draai: de zang krijgt hier geen pianobegeleiding maar werd ingebed in jazz- en popklanken. In plaats van één man vertolken hier vijf vrouwen, van kind tot oude vrouw, de liederen op een uitgesproken theatrale manier. Sobrie maakt van de winterreis zo een innerlijke tocht op het thema van de verglijdende tijd. 

Winterreise
Johan Thielemans CC De Grote Post, Oostende meer info download PDF
24 februari 2024

Bij Schubert dwaalt een afgewezen jonge man door een winters landschap vol vijandige krassende kraaien en blaffende honden. Regisseur Jan Sobrie stapte af van dat gegeven. Dat vermoed je al bij het eerste lied. Pianist Wouter Deltour bewerkte het tot een samenzang voor een kind, drie vrouwen en één man. Een persoonlijk drama krijgt zo een universeler karakter. (Bij de première in Oostende werd het lied helaas niet al te toonvast gebracht). De bewerking schept een sfeer.

Jan Sobrie zet de liedcyclus zo in om het levensverhaal van een vrouw te schetsen. Die begint bij haar laatste levensfase. Die zien we niet live, maar volgen we op een filmscherm. We zien er de nu 77-jarige Viviane De Muynck alleen in haar appartement. De camera van Peter Monsaert laat ons daarna dolen door de leegstaande kamers op een manier die herinnert aan Chantal Akerman.

De voorstelling springt dan terug in de tijd. van oud naar jong. Een jong meisje (Jeanne van Thienen) staat voor onschuld en hoopvolle verwachting. Haar romantische witte kleedje, een ontwerp van Marij de Brabandere, drukt dat al uit, maar prachtig is vooral haar a capella vertolking van ‘Der Lindenbaum’, het 5e lied uit de cyclus. Daarin biedt een boom troost.

Daarna volgen drie volwassen zangeressen. Door Schuberts muziek is hun aanwezigheid diep doordrongen van eenzaamheid. Het wordt echter snel duidelijk dat de regie op een bijzondere stembehandeling inzet die afwijkt van de gangbare uitvoeringen. Zo is Eurudike De Beul wel een getrainde operazangeres, maar hier laat ze die stemtechniek los om met een natuurlijke, broze stem te zingen. Haar interpretatie wordt zo het portret van een breekbare vrouw.

    De reis door de winter raakt in dit laatste lied de snaar van de ontroering.    

Er zijn ook zeer mooie tussenkomsten van jazz-zangeres  Oriana Ikomo en popzangeres Lara Chedraoui, elk met een eigen nummer. Telkens keren ze dan terug naar de muziek van Schubert. Jan Sobrie geeft deze drie zangeressen ook meerdere uitgesproken theatrale momenten. Wouter Deltour zingt af en toe ook mee, maar zorgde vooral voor een intrigerende muzikale bewerking. Hij weet de klank van een buffetpiano naadloos te laten aansluiten op elektronische keyboards.

Op het scherm zien we ondertussen nieuwe beelden: hoge gebouwen in een stad naast beelden van een man, Deltour zelf, die in een bos ronddwaalt. Tenslotte belanden we weer in het appartement van de oude vrouw. Als grootmoeder ontvangt ze haar kleindochter. Nu is het aan De Muynck om a capella het slotlied van de cyclus, ‘Der Leiermann’ (de orgeldraaier) te brengen. In dat lied ontmoet de reiziger een oude man die half bevroren aan de zwengel van zijn instrument blijft draaien. De tekst suggereert hier dat de zanger een lotgenoot treft. Beiden zijn verbonden door een afgrondelijke eenzaamheid. Of staren ze de dood in de ogen?

De oprechte, eenvoudige voordracht van De Muynck sluit aan bij de sfeer van de lege kamers die we in het begin zagen. Toch is het laatste woord hier niet gezegd: De Muynck, als grootmoeder, vindt nog genegenheid bij haar kleindochter die op bezoek is. Na dat emotionele moment keert alles terug naar de orde van de dag als de grootmoeder de kleindochter vraagt: ‘Nog taart?’ De reis door de winter raakt in dit laatste lied de snaar van de ontroering.

‘Winterreise’ is een origineel en gedurfd project, ook al is niet elke stap overtuigend of duidelijk. Wat bijblijft is vooral het breekbaar zingen van alle vertolkers. Het slotlied van Viviane De Muynck is zelfs aangrijpend. Ze zorgt voor de ontroering die zo kenmerkend is voor de wereld van Schubert. Deze versie kan dan ook gelden als een belangwekkend experiment met stemtimbres en -techniek. Muzikaal leeft Wouter Deltour zich hier ook uit als bewerker en pianist, ook al miste zijn spel bij de première in Oostende af en toe wat fijne nuances. Maar het indrukwekkende slotbeeld maakt alles goed. 

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login