Between Two Lights Huang Ro/Muziektheater Transparant/Nederlands Kamerkoor
Een groot thema vraagt kleine gebaren
Voor de Chinees-Amerikaanse componist Huang Ro viel de onbevattelijke coronaperiode samen met het verlies van zijn moeder. Hij verwerkte deze tijd van afscheid en afzondering in zijn nieuw muziekwerk ‘Between Two Lights’. Dachten we niet allemaal dat we helende rituelen zouden ontwikkelen om samen een nieuwe wereld te omarmen?

Met de Boeddhistische Hartsoetra als leidraad en zijn hand op zijn hart, schreef Huang Ro een muziekstuk in zes delen voor het Nederlands Kamerkoor. De zachte percussie van HERMESensemble ondersteunt de zang. ‘Between Two Lights’ kent geen typische Westerse structuur, maar is een herhaling van klanken en patronen die door (dis)harmonieuze samenzang en in energieke canon een rituele zielentocht doorlopen waarin het afscheid van een leven centraal staat.
Het is meteen duidelijk dat Huang Ro een interculturele uitwisseling voor ogen heeft. Terwijl het publiek binnenstroomt praat de diverse cast van het Nederlands Kamerkoor links op het podium gemoedelijk over afscheidsrituelen uit hun cultuur. Wanneer het ritselen van regenjassen stopt en iedereen zijn juiste stoel vond, interviewt performer Grace Ellen Barkey ook de componist en vraagt hem naar zijn drijfveren. Huang Ro wil praten over de dood waarna hij op het podium springt en zijn handen klaar houdt om zijn gebed in alle toonaarden vorm te geven.
Waar Huang Ro de dirigent van de muziek is, fungeert performer Grace Ellen Barkey als energetische richtingaangever. Regisseurs Aïda Gabriëls en Tido Visser laten haar tussen het koor staan als ongenode onbekende. Ze raakt de zangers aan of legt haar hoofd op een schouder terwijl de stemmen zich in een canon vastklampen aan het leven. Ze is daar al. Ze is een dwalende kracht die het koor soms letterlijk in beweging brengt door hen één voor één bij de hand te nemen en hen te leiden naar een andere plek op het podium. Maar het lijkt alsof ze soms zelf verdwaalt of niet helemaal gelooft in haar rol. Haar gebaren zijn te gedicteerd. Dat past niet bij de woeste energie van levensverschuivingen. Waar in de Hartsoetra de vloeiende beweging van leegte naar vorm (en omgekeerd) beschreven wordt, lijkt de regie van ‘Between Two Lights’ moeite te hebben met de organische wervelkracht van klank en stilte.
De metaforen en ervaringen die geïnterviewden aanreiken zijn ontroerend, maar onderbreken tegelijk de abstracte, gevoelsmatige muziektaal van Ro.
De zes delen ‘manifestatie van de dood in het leven’ tot ‘wedergeboorte’ zijn geprojecteerd op verrijdbare schermen. Daarop wisselen ook filosofische interviews over de dood en de zilver-fonkelende videoprojectie van Lise Bruyneel elkaar af. Hoewel het dramaturgisch te bevatten is dat Ro een rituele structuur kiest voor ‘Between Two Lights’, heeft de opdeling in hoofdstukken van deze cyclische dwaaltocht een omgekeerd effect. De benoeming van de fasen zet je geest aan het werk terwijl je leest in het programmaboekje dat Huang Ro een lichamelijke luisterervaring voor ogen had. Terwijl je zou willen verdwalen in de diepte van de klankenpracht, zit je alleen maar te denken dat je nu Nirvana moet zien omdat het scherm daarop wijst.
Dat Nirvana is poëtisch vormgegeven door de beelden van Lise Bruyneel die ‘visioenen en Nirvana’ voorstelt als een flonkerende, zilveren atmosfeer. Je denkt aan sterren die verschijnen en verdwijnen. Die vluchtigheid creëert Barkey door met de schermen van hier naar daar te rennen over het podium. Hierdoor sluit ze het Kamerkoor af van die geheime wereld. Ze hebben nog wat te overbruggen. Je wordt van de ene tussenruimte naar de andere geslingerd. Die voortdurende onderbreking schuilt ook in de aardse woorden van vier geïnterviewden die praten over de dood. De metaforen en ervaringen die ze aanreiken zijn ontroerend, maar onderbreken tegelijk de abstracte, gevoelsmatige muziektaal van Ro. Waar de dialoog tussen de culturen een wervelend samenspel is, voelt het gesprek tussen al de verschillende disciplines te geforceerd voor een onmetelijk thema als de dood.
Gelukkig kan je je in het vierde deel ‘de stap in de dood’ wel gewoon overgeven aan de hoge vrouwenstemmen die eerst nog lijken te gillen maar dankzij de speelse mannenstemmen vervormen naar een tweestrijd waaruit een nieuwe energie spreekt. Je ontwaart enkel de contouren van het strijdende koor. In die donkere klankenwereld slaagt Huang Ro er wel in je over te leveren aan een bevreemdende energie die van buitenaf je binnenwereld binnendringt. Dat doet hij nog een keer wanneer de ‘wedergeboorte’ haar stuwende climax bereikt en Ro zelf in het Hainanees een afscheidsgedicht aan zijn moeder meezingt. De koorleden staan in een cirkel rond hem terwijl hij in de rode gloed van lichtontwerper Peter Quasters vervelt tot een andere gedaante. De sturende dirigent is nu een zingevende zanger. Dat komt binnen.Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz