Dans / Musical / Muziektheater

Probabilities of Independent Events Grace Ellen Barkey & Needcompany

De wederopstanding van Grace Ellen Barkey

Na ‘Forever’, in 2016, werd het stil rond Grace Ellen Barkey. Ze speelde nog wel mee in voorstellingen van de Needcompany, maar aan eigen werk kwam ze niet meer toe. Alsof ze alles gezegd had met haar tegendraadse bewerking van Gustav Mahlers ‘Der Abschied’. Tot nu. ‘Probabilities of Independent events’ is een onwaarschijnlijke voorstelling. (De titel verwijst ook naar een term uit de kansberekening). Ze werd gecreëerd op slechts tien dagen, heeft een cast van meer dan twintig spelers, maar is desondanks een feest voor oog en oor. Met zo’n openingsvoorstelling kan December Dance in Brugge niet meer stuk. 

Probabilities of Independent Events
Pieter T’Jonck Concertgebouw Brugge meer info download PDF
06 december 2019

Toegegeven: ‘Probabilities of Independent Events’ of ‘PIE’ is gebaseerd op een beproefde formule: neem een handvol bekende en minder bekende popsongs, laat die uitvoeren door een stevige band en gooi er nog een hoop dansers tegenaan en je hebt als vanzelf een feestelijke revue. Barkey doet echter veel meer dan dat. Elke song werd uitgewerkt als een klein tafereel. Het begint heel eenvoudig. Elke Janssens, die op deze avond meer dan eens de show steelt, komt op en zegt met een doodernstig gezicht dat Barkey haar, als dramaturge en artistiek coördinator van de Needcompany, gevraagd heeft om het tempo aan te geven. Beurtelings stampt ze dan op de grond en klapt ze in de handen, nog steeds met een uitgestreken gezicht.

Dat gelaat contrasteert fel met de uitgelaten bende dansers in zwart ondergoed die verschijnt van achter een gordijn. Het zijn studenten van het Conservatorium in Antwerpen, aangevoerd door de Koreaanse Sung-Im Her, een lid van de Needcompany. Een fiets met een reuze aanhangbak komt erbij. Joelend dossen de dansers zich uit met de knotsgekke kleren op de kar. Ze lijken wel gemaakt van oude lakens en gordijnen. Alsof deze volwassenen het kind in zichzelf vrij baan willen geven.

Ondertussen zet een negenkoppige band ‘I want it all’ van Queen in. Een band om U tegen te zeggen, want naast bandleider-bassist Rombout Willems telt ze topmusici als violist George van Dam of cellist Simon Lenski. Maar ook de leden van de Needcompany, zoals Maarten Seghers en Jan Lauwers op gitaar, Jules Beckman op drums en alweer Elke Janssens op viool dragen bij aan een krachtige sound, waar Yonier Camilo Mejia een soulvol stemgeluid aan toevoegt. De muzikanten zijn overigens al even gek uitgedost als de dansers.

Zo zit de sfeer er meteen in. Janssens wordt nu in een grote boodschappentas naar het midden van het podium gesleept, waar ze de smartlap ‘Lean on me’ van Bill Withers aanheft. Niet dat ze echt in zak en as zit, net zo min als Mejia. In zijn knalroze konijnenkostuum met een zilverwitte buik maakt die helemaal een grap van het nummer als hij eindigt met een falsetstem. Maarten Seghers kan het niet laten om ook een duit in het zakje te doen met een geradbraakte versie van Timmy Thomas ‘Why can’t we live together’.

Alsof deze volwassenen het kind in zichzelf vrij baan willen geven

Deze scène, net als alle volgende, zit vol geestige kleine interventies van de dansers. Een van hen steekt bijvoorbeeld zijn hoofd door de bodem van zo’n grote boodschappentas en hurkt zo laag neer dat het lijkt alsof de tas tot leven gekomen is. Het doet denken aan de huisraad die tot leven kwam in Barkey’s ‘This door is too small (for a bear) uit 2010. Het dansensemble blijkt overigens van uitstekende kwaliteit: ze behouden de levendige, uitgelaten sfeer van in het begin, zonder dat het een vermoeiende chaos wordt door losse improvisaties goed gedoseerd af te wisselen met kleine scènes. Ze fungeren zelfs even als koor met een fragment uit ‘Perfect day’ van Lou Reed.

De feelgood sfeer houdt aan met ‘Everything will be allright’, dat onsterfelijk werd met de vertolking van David Bowie en Tina Turner. Daarna slaat de sfeer echter dramatisch om. Moederziel alleen gaat Janssens achteraan op het podium op een klein verhoogje staan om ‘I think it’s going to rain today’ van Randy Newman te vertolken. De strijkers in het orkest bewijzen hier hun waarde: ze ondersteunen de zachte wanhoop in het lied op een indrukwekkende manier.

Daarna barst het spektakel weer los, met onder meer een dolle dans op ‘Dancing Fool’ van Frank Zappa. De gekte bereikt echter een hoogtepunt met ‘White Rabbit’ van Jefferson Airplane, een nummer uit 1967 dat in deze bewerking terug glanst. De tekst is gebaseerd op ‘Alice in Wonderland’ -vandaar de titel- maar deze Alice heeft wel een serieuze drugverslaving. Barkey komt nu even het podium op als de Grace Slick van dienst, terwijl achter haar houten zetstukken in de vorm van konijnen het podium overwoekeren. De sixties blijven het podium beheersen met ‘All this loneliness’ van Janis Joplin. Gekke slangen van tule en ijzerdraad kronkelen daarbij over het podium. Gek is dat,  hoe een lied vol wanhoop zo toch een soort lichtheid krijgt. Het doet denken aan ‘Forever’, waar de dood met een luide lach ter sprake gebracht werd. Een prachtige paradox.

De meest verrassende songkeuze is echter wel het slotlied. ‘Le temps des cerises’ dateert uit 1871. Jean-Baptiste Clément en Antoine Renard schreven het in het heetst van de strijd van de Parijse Commune. De legende wil dat Renard toen verliefd werd op een verpleegster die de revolutionairen bijstond in de strijd. Het bleef sindsdien een succesnummer bij de Franse linkerzijde. Ook dit lied ensceneert Barkey op een wat tegendraadse manier. Het beeld is zeemzoet: Janssens en Lenski nemen samen plaats op een brede schommel om in duet te zingen. Maar als je luistert naar de tekst kan de ironie van dat zeemzoete je niet ontgaan. Alsof Barkey wou zeggen dat we onze dromen niet moeten vergeten in deze barre tijden. Zou het trouwens niet daarom zijn dat de jaren 1960 en 1970 zo sterk vertegenwoordigd zijn in deze voorstelling? Toen er wel nog veel en hard geprotesteerd werd? 

Na het applaus volgt nog een toemaatje: Barkey klautert nogmaals het podium op. Ze vertelt dat het stuk in tien dagen gemaakt werd, en nodigt daarna de zaal uit om samen ter afsluiting een Indonesisch slaapliedje te zingen. En geloof het of niet: ze kreeg de hele zaal ook zo gek om recht te staan en mee te zingen. Het enthousiasme van dansers en muzikanten is op deze avond dan ook meer dan aanstekelijk. 

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login