Toneel / Jeugdtheater

De onzichtbare man Jetse Batelaan / Theater Artemis

Over zien en gezien worden

Er zijn van die stukken die je elk jaar rond de kerstperiode zou willen terugzien. ‘De onzichtbare man’ van Jetse Batelaan en Theater Artemis behoort, wat mij betreft, tot die categorie, al is het dan ‘maar’ een stuk voor kinderen vanaf 4 jaar. Het blijft elke keer weer spannend hoe het (jonge) publiek reageert op de bizarre situatie die zich hier voordoet. Wat als de spelers ons niet zien (en omgekeerd)? Een stuk over wat het betekent als we elkaar niet zien staan, op het podium, of zomaar. 

Uitgelicht door Pieter T’Jonck
De onzichtbare man
Pieter T’Jonck Bronks, Brussel meer info download PDF
31 december 2022

Je voelt al meteen als je de zaal binnen komt dat er iets vreemds aan de hand is. Een man in werkkledij (René Groothof) met een gekke grijze staart en een koplamp loopt wat zorgelijk rond over het podium. De technieker die de laatste keer nakijkt of alles wel in orde is? Hij lijkt helemaal niet te merken dat het publiek binnen stroomt. Als hij even in de zaal gaat zitten om zijn werk te monsteren merkt hij zelfs niet dat hij pardoes op iemands schoot gaat zitten.

Nog gekker: hij zeult met een onzichtbare ladder en is in de weer met een dito bezem. Die doen ook wat ze horen te doen, ook al zijn ze er niet. Theater for dummies! Op het podium moet iets er niet zijn om er te zijn.

Helemaal vreemd wordt het pas als de onzichtbare man ‘opkomt’. Je ‘ziet’ hem door het zoeklicht dat van het deurtje achteraan over het podium naar de piano vooraan glijdt. Daar schuift het krukje achteruit, zakt het kussen een beetje in en schuift de kruk weer onder het klavier en gaat de klep omhoog. En warempel, de toetsen bewegen mee met de eerste pianoklanken. Een wonderlijke illusie.

Na meer van die hilarische gags komt Nimué Walraven in clownskostuum op. Ze kijkt verbijsterd  de zaal in. Waar is het publiek vraagt ze Johan. Zo heet de technieker dus. Hij weet het ook niet. De kinderen in de zaal joelen zo hard als ze kunnen ‘Hier, hier’, niets helpt. Ze zien ons niet. Droevige clown, droevige technieker. Ook Marijn Brussaard, de tweede clown laat op zich wachten. Det belet Rob, de onzichtbare pianist, niet om vrolijke riedeltjes te spelen, tot wanhoop van Johan en Nimué (de muziek werd gecomponeerd door Keimpe De Jong i.s.m. Arend Niks). 

Wij bepalen of ze zien dat we ze zien.

Hij lijkt de pispaal van het gezelschap. Nimué behandelt hem zelfs als een kind als ze hem botweg een zakje chips weigert. Een broodje, dat kan. Anders niets. Als hij even het podium op komt (zijn lichtcirkel dan toch) weren de anderen geërgerd af. Hij is, ondanks zijn 54 jaar, dan ook wel de belhamel, die de boel graag in de war stuurt. Maar dat de anderen hem niet zien staan, lijkt onverdiend. Maar ja, die clowns en die technieker zien ons (de kinderen in de zaal die zo hard roepen dat ze er zijn) ook niet staan. Volwassenen…

Rob staat zo niet alleen structureel aan de kant van de zaal, hij is de enige die ons ziet, en ons leert hoe we kunnen verdwijnen en weer verdwijnen. Terwijl de clowns en Johan wanhopig overwegen om het decor af te breken en te vertrekken, toont hij ons hoe je hen kan verschalken. Enkele kinderen steken hem daadwerkelijk een handje toe, op zijn vraag. Ze vinden het helemaal niet vreemd om een onzichtbare man een zakje chips te bezorgen.

Het machtsevenwicht verschuift daardoor: het zijn niet meer zij, daar op het podium, die bepalen wat we leuk gaan vinden (wie maalt ook om kinderachtige clownsliedjes) maar wij, in de zaal. Wij bepalen wat ze betekenen. Wij bepalen of ze zien dat we ze zien. Al blijft het natuurlijk droevig om te zien hoe weinig die clowns voorstellen zonder hun publiek.

Terwijl het decor ontmanteld wordt, overmeesteren spoken op het podium. Door hun toedoen schuift een beeldscherm het podium op en krijgen we een stomme film, compleet met pancartes, te zien. Al snel blijkt dat die film een opname is van wat we tegelijk live zien. Een onwaarschijnlijk Droste-effect, met nog een hoop slapstick beelden er bovenop. En warempel: heel even komt Rob in die film ook in beeld. En dan, eindelijk, snappen de clowns en Johan ook dat we er waren.

Het is prachtig, het is grappig, het is een brilante demonstratie van illusies op het toneel. Batelaan krijgt zijn publiek op een meesterlijke manier waar hij het hebben wil. Ergens op de bodem, bijna onzichtbaar, zit er nochtans ook een droevige vraag: of we elkaar misschien wat meer zouden kunnen zien? Een mooie kerstboodschap toch?

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login