From Gravity to Grace Anna Karenina Lambrechts
Onversneden dansplezier
Anna Karenina Lambrechts lijkt als danseres in de wieg gelegd. Ze draaide als jong kind al mee in amateurgezelschappen, studeerde hedendaagse dans aan de Fontys academie in Tilburg, trad op in drie producties van Anton Lachky Company in Brussel en schitterde in vier producties van Ultima Vez, het gezelschap van Wim Vandekeybus. Dat ze kan dansen lijdt dus geen twijfel. Haar solo, ‘From Gravity to grace’ laat zien dat ze met een hoogstpersoonlijke mix van krump, hedendaagse dans en traditionele en hedendaagse Filipijnse dans het publiek ook op haar eentje kan inpakken.

Rook hangt in de zaal. Als de lichten doven priemen van links boven lichtbundels door de ruimte. Ze toveren een archipel van lichtvlekken op de vloer die opdoemen en weer wijken in de mist. Elektrisch versterkte gitaaraanslagen verbreken de mysterieuze sfeer en kondigen zo de danseres aan. Die lijkt even haar weg te zoeken in het bos van lichtstralen in het duister, maar breekt er dan uit om tot vlak bij het publiek te komen.
Dat is het waarmerk en het bijzondere van deze voorstelling: hoe de danseres onvervaard de nabijheid met het publiek opzoekt, telkens weer, ondanks de – virtuele – barrières die het licht opwerpt. Verleiden doet ze echter niet, toch niet meteen. Ze is zelfs intimiderend als haar benen onverwacht en wild heen en weer zwiepen tot hoog boven haar bekken, zoals een karateka dat zou doen. Haar gespannen armen gaan tegen de impuls van die benen in. Chaotische energie vanuit een duister bos waaruit onheilspellend gerommel opstijgt.
De beklemmende belichting, die suggereert dat de danseres in een uitzichtloze ruimte ronddwaalt, krijgt een vervolg als een kegel van scherp licht zich aftekent in het duister en de rook van het podium. De lichtkegel wordt een muur, of zelfs een gevangenis. De danseres botst telkens weer op die tralies van licht als ze heen en weer loopt, tot ze neerzakt op de vloer. Daarop volgt – ongeacht de nogal doorzichtige symboliek – een van de belangrijkste momenten van de voorstelling. De eerdere wilde energie maakt plaats voor concentratie. Die vloeit naar de vingers, handen, en pas dan de armen die verfijnde figuren vormen. Is dat de ‘Gravity’ uit de titel? ‘Gelouterd’ komt de danseres weer overeind en blijkt de lichtkegel plots geen barrière meer: ze stapt vrijmoedig op de toeschouwers toe. It’s all-in the mind? Zoiets?
Vanaf dan gaat de dans, samen met de steeds nadrukkelijker aanwezige score van Elko Blijweert crescendo. Nog even wordt de illusie van een klassieke choreografie opgeroepen door een met licht onderstreepte beweging over de diagonaal van het podium, maar eens alle lichten volop gaan schijnen en de zaal daarin betrekken wordt, is duidelijk dat deze danseres het publiek frontaal, direct wil benaderen en betrekken bij de dans. Een heel bijzondere dans.
Dat slotbeeld vat het mooi samen: ze heeft leven, adem doorgegeven.
De tekstbrochure bij de voorstelling spreekt van krump, een expressieve, gecrispeerde vorm van hiphop, maar die vlag dekt de lading nauwelijks. Er zijn zeker die typische, wapperende handen uit de hiphop, alsof een argument kracht moest bijgezet worden. De bewegingstaal doet echter even vaak Oosters aan. Dat is geen toeval. Lambrechts is van oorsprong Filipijns, maar werd als driejarige geadopteerd door Belgische ouders. Via de vzw Filipiniana-Europa nam ze echter al vanaf haar negende lessen Filipijnse dans en Tagalog, één van de talen die op de Filippijnen gesproken worden.
Het resultaat is uitbundig, direct, fantasievol - het spreekt je rechtstreeks aan. Het doet denken aan een spontane dans op begeesterende muziek, maar dan met het lichaamsbewustzijn van een echte danser, die weet wat ze laat zien. Dat is vooral plezier: ze likt haar lippen alsof ze het heerlijkste ijsje at. ‘Grace’?
Na die uitbarsting keert het schemerduister waarmee de voorstelling opende terug. Als dat licht helemaal wegdeemstert en uiteindelijk wegvalt is de diepe adem van de danseres al wat nog rest. Dat slotbeeld vat het mooi samen: ze heeft leven, adem doorgegeven.
Een fijne voorstelling is dit dus zeker. Al voelde ik ook een zekere irritatie bij het visueel, akoestisch en zelfs discursief geweld daarrond. Het lichtontwerp van Luc Schaltin is vernuftig maar voegt – en dat is ongewoon voor hem - een wat al te doorzichtige symbolische laag toe aan de dans. De muziek van Elko Blijweert wil soms dan weer al te nadrukkelijk de zaal opzwepen. De dramaturgische uitleg van Greet Van Poeck maakt van de dans tenslotte meer – en tegelijk minder – dan wat ze is: “Deze voorstelling is een ode aan een gemixte identiteit, en hoe een verscheidenheid aan roots eerst en vooral een grote kracht mag zijn”. Dat is niet per se onwaar, maar de bewering is zo generisch, op zoveel voorstellingen toepasselijk, dat ze de specifieke kwaliteit van deze danseres negeert.
Je zou zo bijna denken dat de makers er niet helemaal op vertrouwden dat dans het op zichzelf zou waarmaken. Die schrik is echt overbodig. Integendeel: ik kreeg het gevoel dat de band tussen danseres en publiek intenser was geweest zonder al die extra’s. Maar laat deze puristische opmerkingen vooral niemand tegenhouden om te gaan kijken.
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz