Toneel / Performance

Walden Jonas Vermeulen

De tussenruimte, we bevinden ons er middenin.

In de negentiende eeuw schreef Henry David Thoreau zich met Walden uit de heersende maatschappij. Zijn natuurobservaties kon hij niet langer loskoppelen van zijn pleidooi voor een humanere samenleving. Want alles is verweven. Geïnspireerd door deze einzelgänger en beïnvloed door onze tijdsgeest, maakt acteur Jonas Vermeulen zijn tweede solo ‘Walden’. Ook hij laat, met hulp van kunstenares Charlotte Bouckaert en lichtontwerper Tim Oelbrandt, op grootse wijze zien dat we zorgvuldig de tijd moeten nemen om de dingen van heel dichtbij te onderzoeken om ze te begrijpen. Dan komen we al ver. 

Walden
Lotte Ogiers Lier, Liers Cultuurcentrum meer info download PDF
04 december 2023

Dat doet Jonas Vermeulen zo: witte, golvende gordijnen vormen het scherm van zijn gedachten en handelingen. Met een microscopische camera vergroot hij alles uit. Het eerste beeld van zijn solo is de textuur van zijn trui. Het textiel vormt een stekelig patroon op de linnen gordijnen. De draden zijn tot een kluwen vervlochten waardoor ze niet meer afzonderlijk bestaan. Zij aan zij, onder, over en door elkaar, dat is de enige weg.

Waar Thoreau het moeilijk had met de hele samenleving, focust Vermeulen zijn frustratie op zijn stereotiepe buren. ‘Rechts’ heeft al zijn bomen ingewisseld voor een groene pelouse, ‘Links’ is een narcistische jazzmuzikant. Hij wil ze aanschrijven. Je ziet de zwarte letters op de gordijnen ontstaan. ‘Geachte’, of ‘Beste’ probeert hij telkens op nieuw. Met zijn handpalm wrijft hij de aansprekingen tot een zwarte wolk.  Want hoe spreek je de mensen aan die je letterlijk dichtbij zijn maar figuurlijk veraf?

Nu staat Vermeulen weer voor zijn scherm waar zijn weggeveegde letters als modernistische schilderijen dienst doen. Zijn monoloog op rijm is gedreven door zijn wervelende Weltschmerz. Die nu eens eenzaam maakt, dan daadkrachtig of ingetogen. Hoewel Vermeulen zijn frustratie spuwt in de woorden en Engelse slang, blijft rijm iets liefelijks en voorspelbaars hebben. Het golvende karakter van de tekst, het ritme, de natuurbespiegelingen doen denken aan een moderne Guido Gezelle of oude volksverhalen die van mond tot mond gememoriseerd moeten worden. Een nieuwjaarsbrief van je kapoen.

Zijn monoloog op rijm is gedreven door zijn wervelende Weltschmerz. Die nu eens eenzaam maakt, dan daadkrachtig of ingetogen.

Hoewel de tekst vernuftig in elkaar zit en het de ecologische boodschap van Vermeulen tot een heel levendig manifest maakt, kan ik me soms niet helemaal verhouden tot de beperkende structuur die rijmvorm is. Wanneer iets nauw aan je hart ligt, wil je toch zonder restrictie kunnen praten? En tegelijk is het gedwongen karakter van het rijmschema waarschijnlijk ook net de reden waarom Vermeulen zich dit oplegde. Het keurslijf van de maatschappij past hem niet meer. Die opgelegde, beperkende structuur komt tot uiting in de taal.

De wereld en haar dingen krijgen in ‘Walden’ al je aandacht. Het is prachtig hoe groots kleine dingen kunnen zijn. Een waterdruppel, een stukje huid, dwarrelend stof, een voor een verschijnen ze als tactiele kunstwerken op het canvas wanneer Jonas Vermeulen met zijn camera op hen inzoomt. Zo focust Vermeulen ook letterlijk op zijn eigen blik. Met de microscopische lens op zijn oog gedrukt, zie je hoe op de gordijnen rode rivieren en vertakkingen ontstaan. Of zijn het wortels van duizenden bomen? Feit is dat deze oogbol, dit organisch materiaal, zo veel in zich draagt als je het écht goed bekijkt. Hoe kan het dan zijn wat we met dit paar verbluffende ogen niet beter zien, soms wegkijken, niet verder kijken?

En weer zie je de trui tot leven komen op de linnen gordijnen. Vermeulen stroopt zijn mouw op en toont je langzaam dat de structuur van zijn trui in haar diepste kern niet zo veel verschilt van zijn behaarde huid. Hij trekt deze gedachte door in zijn tekst. In de ruimte tussen de dingen, daar schuilt de potentie. Een brug slaan tussen twee polen, die het zonder te weten, dichter bij elkaar liggen dan ze durven vermoeden.

Die gedachte klinkt naïef als hier geen strijd en afstand aan voorafgaan. Twee staande spots van Tim Oelbrandt verbeelden de twee polen waartussen Vermeulen zich moet begeven. Zijn beide armen gestrekt. Met zijn camera op de warme lichtspots gericht, staat Vermeulen tussen hen in. Op het scherm zie je twee donkere cirkels. Twee planeten die eindeloos rond hun eigen as draaien. Ze flikkeren gevaarlijk en dreigend terwijl Jonas Vermeulen ze van zich af probeert te houden: hij wil niets weten van het maatschappelijke conflict tussen links en rechts. Ze moeten hem met rust laten. Moegestreden trekt het personage zich, zoals Henry David Thoreau, terug in een bos waar hij enkel nog bezig wil zijn met wat de natuur hem leert. Dat wilde paddenstoelen eten levensgevaarlijk kan zijn, bijvoorbeeld.

Die onttrekking aan de maatschappij is een expliciete bezinning, terwijl bezinning dankzij het spel van Jonas Vermeulen al heel de voorstelling impliciet aanwezig is. Je ziet hoe zorgvuldig hij de voorwerpen manipuleert tot ze perfect afgericht staan om er de camera op te zetten. Je voelt hoe hij zijn tijd neemt om je deelgenoot te maken van deze kleine wonderen.

Zijn ‘Walden’ is geen schreeuwerig pamflet, maar een zorgvuldige dissectie. Het is een kwestie van ‘de volle aandacht’, de deepfocus waarin geduld beloond wordt met iets moois. En zoals de klimaatproblematiek nu aangepakt moet worden, zo zie je de onderliggende structuren en patronen van de dingen, een oog, een trui, een druppel, in het ‘nu’, het eigenste moment, tot leven komen. Nu moet het gebeuren, anders is de onuitputtelijke mogelijkheid ervan alweer voorbij.  Want ‘Beste buren,’ schrijft Vermeulen na zijn bijna-doodervaring met de paddenstoelen in het bos, ‘er staat nog te veel op het spel.’ Dat doodsangst en levenskracht niet ver uit elkaar liggen is een feit. Met die herwonnen energie begeeft het personage zich weer naar zijn huis tussen de twee. Met de voeten in de maatschappij. Hier moet het gebeuren.

Het antwoord van de twee buren kan je alleen maar raden, wat telt is de schrijfdrift van Jonas Vermeulen. Geen uitgeveegde, kunstige letters meer, maar woorden die zwart op wit bestaan.         

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login