Toneel

Geel Hesje Het Nieuwstedelijk / Stijn Devillé

Op bezoek bij een Geel Hesje

De ‘Gele Hesjes’ zijn een fenomeen. Sinds ze vanaf eind 2018 eerst Frankrijk, later ook ons land, in rep en roer zetten, putte de kletsende klasse zich uit in verklaringen over hun beweegredenen. Doordat hun acties niet door een ‘redelijk’ of helder programma geschraagd werden, leken ze immers onbegrijpelijk. Met het stuk ‘Geel hesje’ wil Stijn Devillé aan de hand van de lotgevallen van enkele figuren toch inzicht bieden in wat hen bezielde. ‘We hebben er genoeg van’. 

Geel Hesje
Pieter T’Jonck Ecowerf Leuven meer info download PDF
24 augustus 2020

Ik vermoed dat Devillé stiekem een film wilde maken zoals Ken Loach’ s Sorry we missed you,  een haast misselijkmakende aanklacht tegen de omstandigheden waarin pakjesbezorgers vandaag werken. Het zijn working poor: al werken ze zich uit de naad, ze slagen er niet in een leefbaar inkomen bijeen te schrapen. Via de lotgevallen van één familie toont hij haarfijn hoe een onmenselijk arbeidssysteem hen van zo hun menselijke waardigheid en zelfs ei zo na van hun leven berooft.

De impact van de film berust op de combinatie van twee dingen. Het verhaal is gebaseerd op diepgaande research. Die leverde details en plotwendingen op, zo treffend en schokkend dat niemand ze had kunnen verzinnen. Dat de hoofdrolspeler gaat werken terwijl hij dringend medische zorg behoeft, is daar een voorbeeld van. Echt gebeurd, met de dood als gevolg. Maar de film grijpt je ook in de kraag door de pakkende vertolking van de amateur-acteurs, die ervaringsdeskundigen zijn.

‘Geel Hesje’ heeft een zelfde opzet:  de credits van de voorstelling vermelden niet alleen de auteur, maar ook de research, die in handen was van Devillé zelf, actrice Sara Vertongen en dramaturge Els Theunis. Het programma vermeldt ook het fait divers waar het stuk op gebaseerd is.

Op 11 januari 2019 kwam Roger Borlez onder de wielen van een truck terecht, aan een filterblokkade van de gele hesjes in Visé. Borlez wou de truck tot stilstand dwingen, sloeg met een moersleutel op de voorruit. De trucker uit het Nederlandse Landgraaf raakte in paniek, loste de koppeling en schoot met zijn veertig tonnen diesel vooruit. Roger overleed, de trucker pleegde vluchtmisdrijf. Het was een ongelukkige episode van de Belgische manifestaties van de Gele Hesjes.

De voorstelling speelt zich af op locatie. Het terrein is goed gekozen: een enorm, kaal stuk grond aan de Ecowerf van Leuven, te midden van een kluwen van grootschalige infrastructuren zoals een snelweg, een spoorweg, een waterweg en hoogspanningslijnen. Net het soort omgeving dat mensen die moeilijk en zwaar werk doen, zoals het gros van de Gele Hesjes, maar al te goed kennen. Vaak zijn dat, net als bij Loach, ‘working poor’. Je herkent ze al van ver aan de verplichte fluo-jasjes, de hesjes. Ze werden een soort geuzenkostuum.

Het publiek zit aan de rand van dat terrein, op grote afstand van het gebeuren. Door een koptelefoon kan het volgen wat de acteurs zeggen, ook al bevinden die zich soms tientallen meters ver. Zo horen ze ook de muziek die Geert Waegeman (toetsen en gitaar) en Prisca-Agnes Nishimwe (gitaar en zang) componeerden en uitvoeren. Via die koptelefoon komen ook geregeld nieuwsflashes door over het verloop van een actie van de Gele Hesjes die de achtergrond vormt van het drama dat zich hier zal afspelen. We vernemen dat de hesjes enkele strategische rondpunten bezetten, zodat de logistiek van een hele regio in de knel raakt. Het brein achter de actie is Jacques, aka ‘Ripper’ (Kris Cuppens).

Pechvogel

Die Ripper is hard getroffen door het lot. Bij een reorganisatie werd hij ontslagen. Kort daarna overleed zijn vrouw aan kanker en liet hem achter met torenhoge schulden. Daardoor moest hij terug intrekken bij zijn moeder, die zelf aan morbide obesitas lijdt. Zelf is hij diabeticus. Hij is dan ook nog eens vervreemd van zijn zoon Kevin (Pieter-Jan De Wyngaert, een politieagent. Toch steunt die, buiten zijn medeweten lijkt het, zijn grootmoeder en vader financieel. Het enige lichtpunt in zijn leven is de zorgkundige Priscilla (Aicha Cissé) die waakt over zijn moeder.

Die Priscilla is een interessante figuur. Je zou ze omwille van haar doordachte, zorgzame handelen niet meteen associëren met de gele hesjes. Daar stel je je eerder relschoppers of rebels without a cause bij voor. Toch voelt ze zich thuis bij hen. Ook zij heeft het, ondanks haar job als zorgkundige, moeilijk om de eindjes aan elkaar te knopen. Dat lukt maar net door twee extra baantjes. Ze komt tot het besef dat het beleid haar ‘vergeten’ is. Bij de hesjes daarentegen vindt ze steun en vriendschap, en ontwikkelt ze ideeën voor een alternatief beleid. Priscilla zal uiteindelijk ook een uitweg verzinnen uit de nesten waarin alle personages zich gewerkt hebben in de loop van het stuk.

Die Priscilla wekte de ontmoedigde Ripper terug tot leven door hem mee te tronen naar de gele hesjes. Daar vond hij een nieuw élan. Er ontstond ook een knipperlichtrelatie tussen hen. Maar dan slaat het noodlot weer toe, want Ripper verliest bij een politiebelegering een oog en loopt een veroordeling op. Hij is slechts voorwaardelijk vrij, al weerhoudt dat hem er niet van nieuwe acties van de gele hesjes te bekokstoven.

Al die feiten krijg je maar mondjesmaat mee. Het eerste wat je ziet is hoe Ripper met een brommer op een tientonner afrijdt, en een handgemeen met de chauffeur heeft. Hij wil zich immers wreken op die chauffeur, omdat die eerst zijn vriend Roger aanreed en daarna vluchtmisdrijf pleegde. Nu had Roger dat ongeluk ook wel aan zichzelf te danken: wie bonkt nu op de voorruit van de tientonner met een Engelse sleutel?

Dat is uiteraard geen verontschuldiging om vluchtmisdrijf te plegen. Toch begrijp je die wat die chauffeur bezielde eens ze uit de cabine stapt. Het is namelijk geen man, zoals in het historische voorval waarop het stuk gebaseerd is, maar een vrouw. Kelly (Sara Vertongen) was op weg om haar kinderen op te pikken aan een baanrestaurant waar haar ex-man ze dropt bij de ‘overdracht’. Door de acties van de gele hesjes had ze net die dag al heel wat vertraging opgelopen. En misstappen, zoals te laat komen voor de kinderen, kan ze zich in het juridisch gevecht over hoederecht over de kinderen niet veroorloven. Tot overmaat van ramp is het dan ook nog de verjaardag van haar zoon Kylian. Anders gezegd: vanuit haar perspectief was vluchten de enige oplossing.

Niets te kiezen

De confrontatie tussen Ripper, Priscilla en Kelly leidt tot heftige actiescènes, maar de agressie ruimt langzaam baan voor een voorzichtige toenadering en zelfs onderlinge hulp. Het leidt ook tot lange beschouwingen van Ripper over het leven, de politiek, rechtvaardigheid en nog veel meer. Ripper blijkt een vat vol tegenstrijdigheden: vakbondsman, maar vatbaar voor rechtse propaganda. Een liefhebbende zoon, die zijn eigen zoon naar de hel wenst. Vriend van Priscilla, maar ook xenofoob. Als kijker snap je al snel dat het ideologisch en moreel onsamenhangend discours van Ripper het gevolg is van zijn penibele leefomstandigheden. In zijn plaats zou niemand nog helder nadenken.

Dat is eigenlijk ook Kelly’s probleem. Ze klampt zich vast aan haar job omdat ze het, als armlastige alleenstaande moeder, anders niet rooit. Ze is wars van politieke actie omdat ze niet in opspraak mag komen omwille van het hoederecht over de kinderen. Ze heeft een broertje dood aan politiek, omdat dat niets is voor mensen als zij. Ze legt zich dus neer bij haar lot omdat ze zich gewoon niet kan inbeelden dat ze een keuze heeft. Priscilla daarentegen maakt door de acties van de gele hesjes een emancipatieproces door. Ze leert voor zichzelf denken, en kan situaties en belangen redelijk goed inschatten. In de slotscène blijkt dat ook Rippers zoon Kevin daartoe in staat is, ook al denkt zijn vader dat hij slaafs bevelen opvolgt.

Oordeel niet te snel over acties als die van de gele hesjes, zelfs al zijn die ideologisch en praktisch vaak bedenkelijk. 

Daarmee heb je de moraal van dit stuk in een notendop gehad: oordeel niet te snel over acties als die van de gele hesjes, zelfs al zijn die ideologisch en praktisch vaak bedenkelijk. Kijk eerst naar de omstandigheden waar dat verzet uit voortvloeit. Zoals het feit dat deze mensen het gevoel hebben dat regeringen geen bal om hen geven, of zich zelfs vrolijk maken over hen. Dat zie je in één scène waarin wereldleiders als Merkel en Trump (de acteurs dragen hier hun maskers) een parodie op de gele hesjes ensceneren.

Dat Stijn Devillé en zijn team hier de vinger leggen op een ernstige kwestie lijdt geen twijfel. Toch bleven bij mij twee vragen knagen. 1: Levert dit goed theater op? 2: Biedt deze analyse meer dan wat we reeds (min of meer) wisten?

Moeilijke locatie

Om op die eerste vraag te antwoorden moet ik even met de kritische billen bloot : wat is voor mij ‘goed theater’? Ik hoop altijd dat acteurs met hun materiaal, of door de manier waarop ze met elkaar omgaan, iets doen wat je niet verwacht had, of zelfs niet eens helemaal begrijpt. Pas dan raak je echt bij het gebeuren betrokken. Je moet je engageren om er zelf ‘iets van te maken’. Dat miste ik hier.

Dat heeft alvast te maken met de locatie: het speelveld is gigantisch -ik schat zo’n 100 * 30 m of meer. Weliswaar kan je zo in coronatijden veel toeschouwers toelaten maar het effect is wel dat de spelers vaak al te ver van elkaar verwijderd zijn. Elke uitwisseling krijgt daardoor iets schetsmatig, bedacht. Er ‘gebeurt’ weinig tussen hen. Dat je de stemmen via de koptelefoon hoort helpt ook al niet. Acteren zoals te verwachten en te voorzien was. Dat blijft geen twee uur boeien. Vreemd genoeg versterkt het realisme van de setting en het decor met echte vrachtwagens en scooters, dat probleem nog: hun wat artificiële spel springt er des te sterker door in het oog.

De enige die aan dat euvel ontsnapt is zangeres Nishimwe. Als een engel van de gele hesjes -ze lijkt wat op de vrouw in het beroemde schilderij ‘La liberté guidant le peuple’ van Eugène Delacroix- danst en springt zij rond terwijl ze de intieme kwellingen van de personages uitzingt. Misschien had dat soort abstractie geholpen om het spel te verlevendigen?

Maar ook de tekst zelf werkt niet echt goed als toneeltekst. Dit stuk maakt een maatschappelijke kwestie zichtbaar en bespreekbaar, maar doet dat op een haast pedagogische wijze. Elk detail, elke plotwending dient een agenda, kaart een issue aan. Dat Ripper een oog verloor leert je dat ordediensten brutale middelen zoals rubberen kogels inzetten tegen de gele hesjes. Rippers warrige denkbeelden vertolken de schimmige politieke agenda van de beweging. Zo krijg je geen echte karakters, maar personages die dienen als kapstok om een sociaal-politieke analyse aan op te hangen.

Dat brengt me bij de tweede vraag. Komen we hier nu iets meer te weten? Ontstaan hier nieuwe inzichten? Ja en nee. Devillé toont zeker aan dat het fenomeen van de gele hesjes complexer is dan het lijkt. Toch had ik zelfs daar een ongemakkelijk gevoel bij. Anders dan in ‘Sorry we missed you’ had ik nooit het gevoel dat Devillé de gele hesjes zelf een stem geeft. De tekst spreekt over de gele hesjes, niet met de gele hesjes. Dat komt nu net, vermoed ik, doordat de personages geen echte karakters zijn. Vooral het personage van Ripper lijdt daaronder. Hij is, als personage, te voorspelbaar. Dat daagt je niet uit. Je leert zo wel iets bij, maar of het ook nog blijft hangen? 

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login