Toneel

A long day's journey into the night Eugene O' Neill / Koen Van Kaam / Zuidpool

Mistige levens

‘A Long Day’s Journey into Night’ van Eugene O’Neill is een postuum gepubliceerd, nauwelijks verholen portret van zijn eigen gezin Het stuk werd ‘geschreven met tranen en bloed’. Het schetst een dag in het leven van een dysfunctionele familie. Moeder en één zoon zijn verslaafd aan morfine of alcohol. De andere zoon lijdt aan tuberculose. De vader is één en al vrekkigheid. Al geldt het als zijn beste stuk, O’Neill beschikte niet over de gave van de beknoptheid. Voor de enscenering van Zuidpool dikte Koen Van Kaam het stuk daarom sterk in. Zonder enig kwaliteitsverlies.

Uitgelicht door Johan Thielemans
A long day's journey into the night
Johan Thielemans Theater Zuidpool, Antwerpen
19 maart 2023

‘A Long Day’s Journey into Night’ draait rond James Tyrone, zijn vrouw Mary, en hun twee zonen, James jr. (Jamie) en Edmund. James sr. was een commercieel succesvol acteur, maar scheerde artistiek nooit hoge toppen. Zijn vermogen zette hij vast in beleggingen, zodat de familie armoede kent. Mary beklaagt zich erover dat ze haar roeping als pianiste én als non liet vallen voor deze vrek. Virtuoos piano spelen lukt haar ook niet meer omwille van artrose. Bij de geboorte van haar jongste zoon Edmund liep ze bovendien een morfineverslaving op, omdat haar man haar om de centen door een kwakzalver liet behandelen tegen pijn. Die verslaving blijkt het centrale probleem in het gezin. James jr. is, net als zijn vader, acteur, maar komt niet aan de bak door zijn drankzucht en gedoe met vrouwen. Edmund werkte in de koopvaardij, maar heeft ambities als schrijver.

In het eerste bedrijf keert Mary terug van een ontwenningsbehandeling. Ze is zeer onrustig, zeker als ze verneemt dat haar jongste mogelijk aan tuberculose lijdt. Al snel hervalt ze in haar verslaving. De frustraties van moeder en zonen barsten uit in het tweede bedrijf. In het derde lucht Mary haar hart tegenover de dienstmeid. Ze spreekt ook over haar liefde voor de mist, maar haar afkeer van het geluid van de misthoorn. Later breekt een ruzie uit tussen haar en James, die ze proberen te sussen door lieve woordjes over hun mooie herinneringen. De verwijten heen en weer tussen de familieleden gaan echter onverminderd door. Daarbij komen onaangename geheimen aan het licht. Het stuk eindigt als een totale déconfiture. De vader biecht tegenover Edmund op hoe hij faalde als acteur. Edmund bekent dat ook hij mislukt is als dichter. Mary trekt in een morfineroes haar trouwkleed aan, Jamie raakt bewusteloos van de drank. James sr. en Edmund kijken verbijsterd toe.

Naar goede gewoonte pakt het artistieke team van Zuidpool dit stuk op een verrassende manier aan. Wat meteen in het oog springt is dat de vier acteurs elk een andere taal spreken. Sofie Decleir, als Mary, spreekt Nederlands. Laurent Capelutto, als James sr., Frans, Ata Nasser (Jamie) Arabisch en Tijmen Govaerts (Edmund) Engels. Boventiteling, in de kundige handen van Tine Coumans, is dus essentieel. In de eerste minuten doet deze keuze wat onhandig aan, maar het went vlug. Deze eigenzinnige beslissing staat noch het verhaal, noch de emoties in de weg.

De scenografie van Anne Straetmans maakt een even radicale keuze. Ze beperkt zich tot vier ‘Barcelona Chairs’ van Mies van der Rohe. In het eerste uur kijken de spelers vanaf die stoelen roerloos naar het publiek. Alle aandacht gaat naar de replieken. Als een speler afgaat in het stuk laat een grote wolk mist hem of haar ‘verdwijnen’, zonder op te stappen. Deze fijne technische ingreep weerspiegelt het motief van mist en misthoorns in de tekst. Dat strakke concept wordt echter niet dogmatisch aangehouden: in het tweede deel van de avond zullen de spelers wel fysiek opstaan en van het toneel verdwijnen.

Sofie Decleir kreeg als Mary Tyrone een centrale plaats in de rij stoelen. Haar rol is dan ook overheersend. Zij laat elke zin juist klinken, soms klagend, soms sussend of bijtend agressief. Nu eens heeft ze zichzelf helemaal onder controle, dan weer geeft ze toe aan een grote woedebui, vooral als  ze het heeft over de dokter die haar de verkeerde behandeling gaf. Toch speelt Decleir Mary’s centrale probleem – haar verslaving – niet uit. Alles laat ze uit haar woorden komen. De verhouding tot haar man is er een van misprijzen, terwijl ze overdreven lief en zoet is tegenover Edmund.

Ondanks de ongewone keuze voor de veeltaligheid, brengen de acteurs de tekst volledig tot leven.

De cruciale scène in het derde bedrijf, waarin Mary haar frustraties en verloren dromen uitspreekt tegenover de meid, wordt hier gebracht als een monoloog. Decleir richt zich daarin direct tot het publiek. Dat is een kleine stijlbreuk, maar het schitterend acteermoment dat Sofie Decleir hieruit distilleert maakt dat meer dan goed. Is ze streng, zelfs bazig in de vorige scenes, dan wordt ze hier één en al levendigheid. Ze is schalks, verleidelijk, vol humor. Het is een aspect van Decleirs talent dat we zelden zagen.

In de laatste scene gaat Mary in roes helemaal op in haar verleden, toen ze nog gelukkig was. We hebben haar eerst nog horen piano spelen, ook al staan haar vingers nu krom van de artrose. Jorgen Cassier, die voor de muziek zorgt, zette dat falen om in een twijfelende, ontroerende compositie.

Tegenover Mary staat - of naast haar zit ­ de Franstalige Belg Laurent Capelutto. Zijn vertolking van vader Tyrone is even juist als de Mary van Sofie Decleir. Hij drinkt heel de tijd whisky, maar in het spel ontwijkt hij toch elk cliché van dronkaard. Hij is een man in een hopeloze situatie, steeds bereid om met lieve leugens zijn vrouw te ontzien, maar ook zijn schuld aan de verslaving van zijn vrouw te verhullen.

Koen Van Kaam, die het stuk bewerkte, werkt ook een ander aspect van dit karakter ­ zijn succes als acteur ­ heel sterk uit in het laatste bedrijf, als vader Tyrone een lang gesprek voert Edmund. Hij bekent dat hij droomde van grote kunst. Shakespeare is zijn god. O’Neill citeert de bard een paar keer, maar Van Kaam voegde nog meer citaten toe, zoals een flits Koning Lear of een repliek uit Julius Caesar. Laurent Capelutto gaat dan op een stoel staan – een schamel podium- en declameert ( in het Engels) de verzen. Zijn adoratie voor Shakespeare loopt uit op een moment van totale ontreddering.

Capelutto laat ons in die heftige scene de totale wanhoop zien van de mislukte, oudere acteur. Van Kaam maakte van deze passage een zo goed als een nieuwe tekst. Daardoor krijgen we een ander begrip voor de vader/kunstenaar. Zijn mislukking staat tegenover zijn gierigheid. Het verandert de teneur van het stuk. Toen O’Neill het stuk schreef in 1938 rekende hij af met het patriarchaat (toen een geliefd thema in de Amerikaanse literatuur). Bij Van Kaam is deze man veel minder de oorsprong van alle onheil. Hij blijkt vooral een zielig man. Als toeschouwer heb je begrip en zelfs medelijden met hem. Dat was bij O’Neill niet aan de orde. Je bedenkt dan dat deze bewerking door een acteur gemaakt is.

Dat merk je ook aan het feit dat Van Kaam grondig schrapte in de uitvoerige tekst van O’Neill. Die schreef alles lang en breed uit, en schuwde de herhaling niet. Hij bezorgde, als grote vakman, elk personage zijn belangrijke scene. In deze bewerking is dat niet meer het geval. De rollen van de twee zonen zijn sterk ingekort. Ata Nasser en Tijmen Govaerts vertolken ze overtuigend, maar ze verschuiven toch meer naar de achtergrond. Ze krijgen net genoeg momenten die hun rol in de familie verduidelijken, en dat blijkt voldoende. Je mist de geschrapte teksten niet.

Deze versie van ‘Long Day’s Journey into Night’ groeide zo uit tot een bijzondere, originele lezing van een canonieke tekst. Dat is ten eerste zo door de knappe bewerking van de tekst door Van Kaam. Als je deze voorstelling plaatst in de opvoeringstraditie, stel je vast dat evenwichten uit O’Neills stuk grondig verschoven zijn. Dit werd een stuk over de moeder Mary Tyrone. Doorgaans is ze een zwak en lijdend slachtoffer. In deze interpretatie is ze een sterke vrouw, het centrum van de familie.

Maar het zijn, ten tweede, ook de sterke vertolkingen van de acteurs, en dan in het bijzonder van Sofie Decleir, die dat waar maken. Ondanks de ongewone keuze voor de veeltaligheid, brengen ze de tekst volledig tot leven. Zo is deze ‘Long Day’s Journey into Night’ bij Zuidpool een heel bijzondere voorstelling geworden. 

Genoten van deze recensie?

Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.

Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login