Toneel / Performance

Une traduction infidèle Ahilan Ratnamohan

Lost in translation

Lorsque Ahilan Ratnamohan est arrivé d'Australie en Belgique il y a dix ans, il a appris le néerlandais. Depuis, il apprend le français et met en pratique ses connaissances linguistiques sur scène. Découvrir l'essence d'une culture à travers le langage, telle a été sa démarche dans ‘Une traduction infidèle’. C’est un exercice sensible et stimulant qui peut révéler la face cachée d'une nation entière. Il est toujours passionnant de rencontrer un artiste qui, grâce à sa sensibilité aux milieux dans lesquels il évolue, a intégré la question de l'apprentissage des langues dans sa pratique artistique. (NL vertaling onder)

Une traduction infidèle
Lodie Kardouss Théâtre de la Balsamine, Schaarbeek, in het kader van Kunstenfestivaldesarts meer info download PDF
26 mei 2023

Rien qu’en considérant les différents types d'écriture, des caractères chinois, aux kanas japonais, à l'écriture alphabétique des langues latines, ou au système de traits de l’alphabet coréen, ou encore des différents styles de calligraphie - latine, extrême-orientale, arabe, hébraïque ou géorgienne - on peut constater que le langage, ce système de signes qui associe des mots selon des règles grammaticales précises, conditionne, voire détermine, la pensée culturelle, les perceptions et la vision du monde.

Ahilan Ratnamohan part sur une autre piste. ‘Une traduction infidèle’ prend la forme d'un long monologue dans lequel il nous partage son arrivée en Europe, d'abord par la France, puis vers la Belgique. En racontant son histoire, depuis ses cours de français en Australie à l'âge de 10 ans, au choix des prénoms de ses filles nées en Europe, à sa première expérience de l'art contemporain, en regardant des VHS de spectacles d'Alain Platel et de Wim Vandekeybus, qui lui feront découvrir plus tard la Flandre et son paysage artistique, il propose une réflexion sur la relation entre l'apprentissage des langues et le caractère dominant ou non des cultures, sur la base de notre belgitude complexe.

Bien que plusieurs thèmes pertinents émergent de son récit, notamment son expérience des centres culturels flamands et bruxellois et sa capacité à s'intégrer dans une communauté plutôt qu'une autre grâce à sa maîtrise du flamand, sa confusion dans la manière d’appréhender les différences entre flamands, bruxellois néerlandophones, bruxellois francophones, wallons ou encore francophones de France, sa propre identité en relation avec ses origines tamoules, sa langue d'origine, l'anglais, qui lui confère une sorte de pouvoir qu'il qualifie d’"imperial guilt", la place de l'école dans l'apprentissage d'une culture, l'influence du politique sur l'art et vice-versa, son approche se veut très décontractée et il n'offre pas de perspective philosophique à son propos.

Il fait toutefois un parallèle intéressant à propos de sa fille, néerlandophone, entre le moment où elle a commencé à apprendre le français à l'école et le fait qu'elle pratiquait la danse classique avant cela. La danse classique telle que nous la connaissons, a commencé à prendre forme dans la France du XVIIe siècle. Le roi Louis XIV considérait que la danse faisait partie intégrante de la couronne française. Ainsi, qu'elle soit enseignée aux Etats-Unis, en Russie ou au Japon, la danse classique est toujours enseignée en utilisant le lexique français, et à cet égard, il souligne que sa fille "avait déjà le français et la culture française dans le corps" avant de l’apprendre à l'école.

Une démonstration romancée de l'épreuve linguistique du processus d'intégration

Cependant, le peu de matière physique ajoutée au texte, les transitions, presque systématiquement assurées par le retrait d'un vêtement et une certaine monotonie dans le discours ne mobilisent pas l’attention dans la durée.

La performance, qui consiste ici à jouer une pièce dans une langue encore en apprentissage, est certes un défi, mais ne parvient pas à émouvoir véritablement, car le texte est composé et le protège de tout danger lié au discours improvisé. Pourtant, dès le départ, il avait précisé que sa motivation, pour apprendre le français, résidait dans l'idée de comprendre la langue afin de développer de l'empathie pour ceux qui la parlent.

La façon dont "Une traduction infidèle" est présentée - sans exploitation spatiale, sans utilisation des accessoires déjà présents sur scène, sans intégration technique - aurait finalement pu être jouée dans un cadre non-théâtral, dans lequel le rapport immédiat à l'oralité aurait sans doute apporté une plus grande proximité avec le protagoniste et donné plus de substance à la forme minimaliste qu’il a choisie.

Dommage, car l'art et le théâtre offrent une multitude de moyens de développer, et même de sublimer, n'importe quel sujet en toute liberté, dans une variété de formes liées à l'imaginaire des cultures les plus diverses.

S'il s'amuse et s'étonne d'avoir été qualifié d’“artiste flamand” au cours de sa carrière artistique en Belgique, ‘Une traduction infidèle’ s'apparente davantage à une démonstration romancée de l'épreuve linguistique du processus d'intégration qu'à un spectacle. En nous confiant, probablement contre son gré, ce rôle de juré, voudrait-il que nous le validions également comme “artiste francophone” ? On peut regretter que la traduction n'ait pas été radicalement plus infidèle et transformatrice.

(NL vertaling) 

Toen Ahilan Ratnamohan tien jaar geleden vanuit Australië naar België kwam, leerde hij Nederlands. Sindsdien leert hij Frans en brengt hij zijn talenkennis in praktijk op het podium. In 'Une traduction infidèle' gaat hij op zoek naar de essentie van een cultuur via de taal. Het is een gevoelige en stimulerende oefening die het verborgen gezicht van een hele natie kan onthullen. Het is altijd fascinerend om een kunstenaar te ontmoeten die, dankzij zijn gevoeligheid voor de omgeving waarin hij evolueert, het vraagstuk van het leren van talen in zijn artistieke praktijk heeft geïntegreerd.

Als we alleen al kijken naar de verschillende soorten schrift, van Chinese karakters tot Japanse kana's, het alfabetische schrift van de Latijnse talen, of het streepjessysteem van het Koreaanse alfabet, of de verschillende kalligrafiestijlen - in Latijn, in het Verre Oosten, het Arabisch, Hebreeuws of Georgisch - kunnen we zien dat taal, dit tekensysteem dat woorden verbindt volgens precieze grammaticale regels, het culturele denken, de perceptie en onze visie op de wereld bepaalt.

Ahilan Ratnamohan gooit het over een andere boeg. 'Une traduction infidèle' neemt de vorm aan van een lange monoloog waarin hij ons deelgenoot maakt van zijn aankomst in Europa, eerst in Frankrijk, daarna in België. Terwijl hij zijn verhaal vertelt, dat begint met lessen Frans in Australië op 10-jarige leeftijd, over het kiezen van de voornamen van zijn in Europa geboren dochters, tot zijn eerste ervaring met hedendaagse kunst als hij VHS-tapes ziet van voorstellingen van Alain Platel en Wim Vandekeybus die hem Vlaanderen en het artistieke landschap lieten ontdekken, biedt hij een reflectie op de relatie tussen het leren van talen en de dominante of niet-dominante aard van culturen. Zijn vertrekpunt is onze complexe 'belgitude'.

Uit zijn relaas komen een aantal pertinente thema's naar voren. Zo is er zijn ervaring met Vlaamse en Brusselse culturele centra en zijn vermogen om zich dankzij zijn beheersing van het Nederlands te integreren in die gemeenschap, en niet in de andere. Het gaat ook over zijn verwarring om de verschillen te begrijpen tussen Vlamingen, Nederlandstalige Brusselaars, Franstalige Brusselaars, Walen of Franstalige Fransen. Hij heeft het ook over zijn eigen identiteit als iemand met Tamil achtergrond en over zijn eerste taal, het Engels, die hem een soort macht geeft die hij omschrijft als 'imperiaal schuldgevoel'. Hij stipt ook de rol van de school als doorgeefluik van een cultuur aan, alsook de invloed van de politiek op de kunst en omgekeerd. Hij slaat daarbij bewust een ontspannen toon aan zonder een filosofisch perspectief op zijn onderwerp te bieden.

Wel trekt hij een interessante parallel met betrekking tot zijn Nedelandstalige dochter. Die deed al aan ballet vooraleer ze Frans ging leren op school. Het ballet zoals wij dat kennen kreeg vorm in het Frankrijk van de 17e eeuw. Koning Lodewijk XIV beschouwde dans als een integraal onderdeel van de Franse kroon. Dus of het nu in de Verenigde Staten, Rusland of Japan wordt onderwezen, ballet wordt altijd onderwezen met behulp van het Franse lexicon, en in dit opzicht wijst hij erop dat zijn dochter 'al Frans en de Franse cultuur in haar lichaam had' voordat ze het op school leerde.

Aan dat verhaal voegt de speler echter weinig fysiek spel toe. Overgangen worden bijna systematisch aangegeven door een kledingstuk uit te trekken. dat leidt tot een zekere monotonie in zijn discours, dat de aandacht op de duur niet kan vasthouden. 

Deze performance komt in wezen neer op het spelen van een stuk in een taal die men nog aan het leren is. Dat is zeker een uitdaging, maar Ratnamohan slaagt er niet in het publiek echt te ontroeren, omdat de tekst vooraf vastligt en hem beschermt tegen elk gevaar dat verbonden is aan geïmproviseerd spreken. Toch had hij vanaf het begin duidelijk gemaakt dat zijn motivatie om Frans te leren het idee was de taal te begrijpen om zo empathie te ontwikkelen voor degenen die de taal spreken.

De manier waarop "Une traduction infidèle" wordt gepresenteerd - zonder werkelijk gebruik van de ruimte, zonder gebruik van de op het toneel aanwezige rekwisieten en zonder technische uitwerking - had uiteindelijk ook in een niet-theatrale setting kunnen worden opgevoerd. De directe luisterverhouding met de verteller zou hem ongetwijfeld dichterbij gebracht hebben en zou meer inhoud gegeven hebben aan de gekozen minimalistische vorm.

Jammer, want kunst en theater bieden een veelheid aan manieren om elk onderwerp in alle vrijheid te ontwikkelen en zelfs te sublimeren, in een verscheidenheid aan vormen die verbonden zijn met de verbeelding van de meest uiteenlopende culturen.

Hoewel hij geamuseerd en verbaasd is dat hij tijdens zijn artistieke loopbaan in België als "Vlaamse kunstenaar" werd omschreven, lijkt "Une traduction infidèle" meer op de fictieve representatie van een taalexamen dat moet bewijzen dat iemand zich goed integreerde dan op een voorstelling. Zou hij, door ons, wellicht ongewild, de rol van lid van de examencommissie op te dringen, willen dat we hem erkennen als 'Franstalige kunstenaar'? We kunnen alleen maar betreuren dat de vertaling niet radicaal ontrouwer en vervormender was.

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login