Not Quichot Het Zuidelijk Toneel / Moeremans & Robbrecht
Don Quichot slaat op hol
Bekende verhalen met mythische dimensies navertellen en van kritiek voorzien: het is de formule waarmee Robbrecht en Moeremans al gezorgd hebben voor memorabele toneelavonden. De Ibsen-marathon blijft als een zoete herinnering in mijn theatergeheugen zitten. Hun laatste worp is ‘Not Quichot’. Een verraderlijke titel zo blijkt, want de voorstelling gaat wel en niet over ‘Don Quichot’.
Wat schrijvers Joachim Robbrecht en Artun Alaska Arasli (met de hulp van Sarah Moeremans) in de roman uit 1605 van hun Spaanse collega Cervantes bijzonder boeide was de vorm: verhalen-in-verhalen. Hier heb je “vertellers die elkaar tegenspreken en personages die beseffen dat er over hen wordt geschreven” schrijft Robbrecht. “Het onderliggend thema is een zoeken naar waarheid. Het is een moeilijke opgave, want verder dan versies van versies komen we niet. Als we dood zijn, zijn we dan dood of is dat een illusie?” Met deze vraag krijgt de voorstelling een lichtvoetige, filosofische onderlaag.
Verwarring. Het woord is gevallen. Het vat deze voorstelling ook het beste samen. Ze tuimelt immers door toestanden waarbij de acteurs als losgeslagen vertelmachines in volle praatactie zijn.
Wat moet je bij ‘Not Quichot’ van het verhaal van Cervantes kennen, wanneer je de toneelzaal betreedt? Snel blijkt dat je met een erg oppervlakkige kennis al een eind ver komt. Bij Cervantes gaat het om iemand die denkt dat hij een rondreizend ridder is en als zodanig overal het onrecht wil bestrijden. In het culturele geheugen is vooral het hoofdstuk van het gevecht tegen windmolens blijven hangen. In de versie van Het Zuidelijk Toneel is er evenwel geen windmolen te bespeuren.
De bewerking is één grote vertaal- en taalspel: de tijd van de actie is een onbepaald nu, de plaats van actie is de kaart van Europa. Don Quichot is hier een ‘eigengereide trucker’ die rondtrekt en ieder personage krijgt een hoofdletter als naam. Zo wordt Quichot - met verve vertolkt door Gillis Biesheuvel - een Q. Verwarrend wordt het als in het laatste deel van de voorstelling Joep van der Geest op het toneel verschijnt en beweert dat hij ‘de echte’ Don Q. is.
Verwarring. Het woord is gevallen. Het vat deze voorstelling ook het beste samen. Ze tuimelt immers door toestanden waarbij de acteurs als losgeslagen vertelmachines in volle praatactie zijn. Zo neemt Gillis Biesheuvel aan het einde van het eerste bedrijf paddo’s als drug en verandert het toneel in een psychedelische roes. Na de pauze gaat hij -met bloemen getooid- in de zaal op de stoelen staan. Deze trucker is nu een bloemenkind geworden. Ook al ben je in alle verwarring als toeschouwer al lang vergeten dat Quichot hier een ‘trucker’ is, de scenografie houdt die suggestie. De ontwerpers Ruimtetijd-Theun Mosk zetten zes grote lantaarnpalen op het toneel als op een autostrade. Die schijnwerpers laten enkele interessante lichtingrepen toe: ze lijken zwaar en van metaal, maar blijken naderhand makkelijk verplaatsbaar en kunnen zelfs zonder moeite de lucht in, weggetoverd in de toneeltoren. Trucker en autostrade? Het is allemaal theater lijkt deze voorstelling te suggereren.
Als publiek loop je in die warboel verloren. Gelukkig bestaat het gezelschap van Het Zuidelijk Toneel uit erg getalenteerde spelers.
En dan zijn er de bonte gezellen van de trucker. Het is een gemengd gezelschap, zonder veel sociale samenhang. Louis Van der Waal speelt de musketier, worstelend met zijn grote hoed, Alicia Boedhoe vertolkt de edelman. Keja Klaasje Kwestro steelt als barvrouw de show. Ze is ondeugend, vol energie, onbeschaamd, sexy én intens komisch. En dan is er de buitenstaander: Julia Ghysels beweert dat ze een boek over Don Q. wil schrijven. Ze schijnt informatie te verzamelen, alleen weten de bewerkers haar geen interessante taken toe te vertrouwen. Eén keer krijgt ze een felle monoloog waarbij ze een krachtig – zij het te bediscussiëren -advies geeft: “Lees geen boeken, want dat is tijdverlies, verbrandt ze. Je moet de wereld intrekken om wijs te worden.”
Al deze personages richten zich tot het publiek want ze willen elk hun versie van de feiten kwijt. Ze nemen het woord en onderbreken elkaar en doen dat aan een hels ritme. Als publiek loop je in die warboel verloren. Gelukkig bestaat het gezelschap van Het Zuidelijk Toneel uit erg getalenteerde spelers maar dat neemt niet weg dat al die erg vrijblijvend is. De queeste naar de waarheid ontbreekt hier aan aarding. Er gaat een grote inhoudelijke leegte: zegt het iets wezenlijk over de waarheid, die we niet kunnen kennen, of over de dood? Neen. Zie je heerlijke virtuositeit zowel in spel, scenografie als bewerking? Ja.
Zo komen we uit bij een paradox: het is een heerlijke toneelavond -want het gezelschap rond Sarah Moeremans behoort tot de sterkste in de Lage Landen-, maar het is ook een snoepje dat nauwelijks een smaak nalaat. Het maakt deze voorstelling én vol én leeg.
Zo heb je een combinatie van plezier en verbijstering. Als je de zaal verlaat, hoorde je bij veel toeschouwers de vraag: Waar ging dit over? Waaraan ik zou willen toevoegen: Waarover wilde Het Zuidelijk Toneel het eigenlijk hebben? Het is alsof ‘Not Quichot’ een motor is die enthousiast wil starten, maar die nooit verder dan de startmotor geraakt.
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz