Performance

T-2123 Barbara T'Jonck

Onze schuld, niet ons probleem

In 'T-2123'  neemt Barbara T’Jonck je mee naar een verre toekomst, ergens rond het jaar 3000. Locatie: het centrum van Brugge. Dat ligt dan meters diep onder water, omdat de zeespiegel zoveel meer steeg dan in alle huidige voorspellingen. Het Concertgebouw werd zo een schip. Wij, het publiek, moeten als 'beach jutters', die verondersteld zijn iets te weten van het verre verleden,  onder leiding van een waterschout (afwisselend Veroline Vanderbeek / Ibtissam Boulbahaiem) het mysterie van vreemde geluidvissen oplossen.

T-2123
Elie Agniel Stadscentrum Brugge, in het kader van het reiefestival 2023 meer info download PDF
22 augustus 2023

Die vreemde vissen hangen vooral rond aan de Onze-Lieve-Vrouwenkerk, een onderwatertocht ver. Om onder water te kunnen ademen krijgt elke toeschouwer een duikfles (een plastic fles in een fluo-groene sok). Een tuig om vissen te vangen en te beluisteren hoort er ook bij. Die instrumenten, ontworpen door Elias Cafmeyer, zijn gewone, goedkope spullen, zoals een stofborstel, een verkeerskegel of een kussentje van een hoofdtelefoon, maar een laag gips maakt ze quasi onherkenbaar, als objecten van Franz West. Om de ‘gedachten’ van de zeeschout te horen, krijgt ieder ook een koptelefoon.

Het eerste deel van de wandeling door Brugge dient duidelijk om je mee in de verbeelding te slepen. Met een soundscape van Tom Van den Brande in de achtergrond vertelt de zeeschout over de gevaarlijke tocht. Ze wijst werkelijke objecten aan alsof het onderwaterwezens waren. Een geranium wordt zeesla, een roostertje verbergt krioelende waterbeestjes, de weg wordt versperd door een ingebeeld zeemonster van een rest plastic, de afbladderende verf van een straatlantaarn moet een zeewier zijn. Als we afslaan in een winkelstraat, benoemt ze de shoppers als een school vissen.

Tegelijkertijd heeft ze het ook over de verdwenen stad. De zeeschout probeert zich in te beelden hoe bedrukkend een klein steegje moet geweest zijn, of kijkt verwonderd naar de hoge muren van gebouwen. Het vraagt even wat inlevingsvermogen, maar na een tijdje kijk je echt verwonderd naar de ‘koralen’ tussen de kasseien.

De rare vissen waar we geleidelijk op stoten blijken audiofragmenten uit een ver verleden te zijn, met name uit 2123; het jaar van de grote vloed. In feite gaat het echter om fragmenten uit interviews die Barbara T’Jonck hield met passanten in 2023. Zij vroeg hen hoe ze Brugge binnen honderd jaar zagen. Opvallend is dat de meeste antwoorden ronduit pessimistisch zijn. De ene vermoedt dat we tegen dan massaal uitgestorven zijn, de andere ziet het klimaat onleefbaar worden. Nog een andere vermoed dat de levensstandaard zodanig verlaagt, dat het leven helemaal anders wordt. Enkelen antwoorden met clichés als vliegende auto’s of telekinetische communicatie.

De toekomst lijkt steeds meer te lijken op een verlangen dan op een voorspelling.

Twee antwoorden verrassen echter door hun naïeve positiviteit. De ene vertelt eerst nog hoe weinig vertrouwen hij heeft dat alle problemen vandaag opgelost kunnen worden, maar besluit dat zolang hij muziek kan blijven spelen, het voor hem allemaal goed komt. Een andere vertelt dat ze vermoedt dat we binnen honderd jaar allemaal glimlachend, hand in hand in wereldvrede zullen leven.

Denken aan een toekomst is altijd een afweging tussen een voorspelling en een verlangen. Als ik mijn week plan, komt mijn planning nog nauw overeen met de werkelijke afwikkeling. Maar wanneer ik een maand, of een jaar voor me uitkijk, lijkt die toekomst steeds meer te lijken op een verlangen dan op een voorspelling. Vakanties en studies worden wensen, meer dan plannen. Zo begreep ook deze vrouw de vraag: de toekomst bepaal je namelijk voor een groot deel zelf.

T’Jonck laat je als toeschouwer ook tweemaal zelf de ruimte om over de vraag na te denken. Op een parking neemt een repetitief geneuried liedje het over van de gesproken tekst, en valt niet veel anders te doen dan de zeeschout na te volgen, en te reflecteren over een toekomst.

Eenmaal terug op het schip, biedt Barbara T’Jonck een glas water en wat zeewier aan, en stelt aan de toeschouwers hoe zij denken dat Brugge er zal uitzien binnen honderd jaar. Ook hier antwoordt de ene met technologische vooruitgang (AI en hersenimplantaten zullen de wereld redden), de andere met een pessimistischer beeld (migratie wordt onhoudbaar en het klimaat valt niet te redden).

Wanneer T’Jonck echter vraagt hoe het voelt om over een net-niet nabije toekomst na te denken vallen de clichés weg en drijft een nog veel enger beeld boven. Een toekomst projecteren vertelt ook akelig veel over het heden. De meeste toeschouwers, van een late middelbare leeftijd, lijken het over de problemen eens. Brugge trekt een verkeerd (toeristisch) publiek aan, we zijn met te veel, willen te veel reizen en het klimaat zou nog erger uitdraaien dan wetenschappers voorspellen.

Maar waar ze het ook over eens lijken is dat zij niet de problemen van morgen moeten oplossen, zij zouden hun strijd al gevoerd hebben. Nadenken over de toekomst is voor kinderen, voegen ze nog toe. Al vergeten ze handig dat elke politieke strekking een toekomstbeeld voor ogen heeft, en daar beslissen deze mensen ook over.

'T-2123' vraagt enig inlevingsvermogen en een zekere durf, om met rare objecten, duikflessen en koptelefoons over de drukke straten van Brugge in hoofdseizoen te wandelen, maar werkt zeer effectief. De negatieve toekomstbeelden van de jongere stemmen geven zin om hoopvol te zijn, terwijl de boomer-stemmen aanzetten tot strijd. En, voorzichtig, durf ik ook mijn wensen om te zetten in (iets nabijere) toekomstplannen.

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login