Opera

Götterdämmerung Richard Wagner / Pierre Audi / Alain Altinoglu / De Munt

Het orkest van Altinoglu triomfeert over de beelden van Audi

De Munt sluit zijn nieuwe enscenering van de cyclus ‘Der Ring des Niebelungen’ van Richard Wagner af met ‘Götterdämmerung’ . Regisseur  Pïerre Audi  mikt op spektakel. Vooral  Valerio Tiberi ontpopt zich als een tovenaar met licht. Maar de held van de avond is onbetwistbaar dirigent Alain Altinoglu die het Muntorkest helemaal laat openbloeien.

Götterdämmerung
Johan Thielemans De Munt, Brussel
09 februari 2025

Vier opera’s had Wagner nodig om de ondergang van het rijk van oppergod Wotan te vertellen. Ze vertonen één grote verhaalboog die in het laatste deel uitloopt op de totale neergang van alle protagonisten terwijl Wotan machteloos toekijkt vanuit zijn Walhalla, Siegfried bedriegt zijn vrouw Brünnhilde. Uit jaloersheid verraadt ze aan Siegfrieds vijand Hagen waar de zwakke plek van de held zich bevindt. Hagen neemt Siegfried mee op jacht, en steekt hem neer. Brünnhilde is in het bezit van de magische ring en weet dat hij de oorzaak is van alle kwaad. Ze zal de Rijndochters de ring teruggeven: het goud van het kwaad wordt het weerloze goud van de natuur.

Wagner bouwde zijn verhaal rond de tegenstelling natuur/cultuur – met een pessimistische visie op maatschappij en politiek. Brünnhilde zal tenslotte  een wereldbrand ontsteken. Na de totale vernietiging van het godenrijk, stijgt de mooiste melodie van de lange avond uit de orkestbak op: troost, of hoop, of wedergeboorte. Wagner zorgde voor een dubbelzinnig einde.

De ‘Ring’ is voor elk operahuis een uitdaging. In Brussel voerde Romeo Castellucci de regie van de eerste twee delen, maar toen liep het spaak. Castellucci werd opgevolgd door Pierre Audi. Die kon inspringen omdat hij het werk grondig kent. In de jaren negentig van de vorige eeuw maakte hij al een spraakmakende ‘Ring’ bij de Nederlandse opera. In Brussel ontfermde hij zich nu over de twee laatste delen van de cyclus. Zijn nieuwe versie wijkt wel sterk af van die uit de jaren 1990.

In de scenografie van Michael Simon staan eenvoudige zetstukken centraal in het eerste en laatste bedrijf: twee grote balkvormige volumes die over het podium zwerven. Links van het podium staat een staaf van neonlicht, als een symbool voor het magische zwaard van Siegfried, rechts een grote gouden plaat, als symbool voor het Rijngoud. Een stralende zon domineert de achterwand van het podium. In het tweede bedrijf daarentegen vullen schots en scheef gezakte witte kubussen en balken de ruimte. Mogelijk evoceren ze een wereld vol conflicten. Je kan ook denken dat hier een explosie plaats vond, al komt die in het libretto niet voor. Een paard voorzag Wagner wel in de laatste scènes. Simon verbeeldt dat met een grote zwarte sculptuur die neerdaalt uit de toneeltoren. Het is een nachtmerrieachtige barokke wirwar van vormen waar de kop van een paard uit steekt. Qua esthetiek staat dit laatste beeld haaks op het totale concept van de enscenering. Audi heeft  immers voor een abstracte wereld gekozen, misschien om het mythische van dit universum te benadrukken.

Het lichtontwerp van  Valerio Tiberi speelt een kapitale rol in deze enscenering. Met een uitgebreid kleurenpalet roept hij verschillende sferen op ondanks de eenvoudige scenografie. Eén van de mooiste beelden is de al vermelde zon die in steeds wisselende gedaantes het achterdoek vult. Het is een subliem, romantisch beeld.

De kostuums van Petra Reinhardt vertellen ook een verhaal, maar dat is niet zo sterk. De ‘goeden’  lopen rond in witte gewaden. Hagen, het absolute kwaad, is dan clichématig in het zwart. Wagner gebruikte in deze opera voor het eerst een mannenkoor. Het zijn de onderdanen en jachtgezellen van Hagen. Wagner geeft in zijn libretto doorgaans heel uitgebreide beschrijvingen van de personages,  maar voor deze koorleden ontbreken indicaties. Hij noemt ze ‘mannen’. De muziek is zo ruw en opwindend dat je vanzelf aan soldaten denkt. Hier verschijnen deze mannen echter in iets wat op een zwarte monnikspij lijkt. Zoals ze op de bank zitten met hun kap, gaat er geen dreiging van hen uit. Is dit een sekte, of een vreemd genootschap  van katholieke monniken/strijders?  De keuze voor het kostuum blijft een raadsel. Toneelmatig is de hele passage met het koor een dieptepunt. Ook de Rijndochters krijgen een vreemde belichaming. Het zijn meisjes met zwemvliezen, die in de mythische beeldenwereld niet passen. Ze zijn een stukje onwelkome kitsch.

Veel aandacht gaat er niet naar de subtiele psychologische schildering die Wagners opera zo fascinerend maakt.

De zangers acteren de rollen op een vrij conventionele manier. Veel aandacht gaat er niet naar de subtiele psychologische schildering die Wagners opera zo fascinerend maakt. Vocaal is er een stevige rolbezetting. Wie er absoluut uitspringt is de Estse bas Ain Anger. Hij vertolkt Hagen, de belichaming van het absolute kwaad. Hij heeft brute uitstraling te over, die helemaal bij de muziek past . Hij bezit een sonore stem en een overdonderende fysieke présence, waarbij hij fier zijn blote bast toont. Tegenover hem staat de tenor Bryan Register als Siegfried. Hij is de zwakke schakel van de groep. Vocaal ontbreekt het hem aan kracht , en als de figuur van de held mist hij charisma.

Aan de vrouwelijke kant staat een sterke groep, aangevoerd door de sopraan Ingela Brimberg als Brünnhilde. Zij krijgt van Wagner de moeilijke taak  om de lange avond te besluiten met een prachtige, maar veeleisende solozang. Die vertolkt ze glorieus. Ze is totaal bezwerend wanneer ze oproept om het vuur aan te steken. Sopraan Anett Fritsch zingt de rol van haar rivale Gutrune. Ze doet dat met veel gevoel. Ze is mak, opstandig, vrolijk en tenslotte diep gekwetst. Haar stem  drukt dan de pijn uit van een vrouw die de speelbal is van onbetrouwbare mannen. Ook Nora Gubisch, brengt een sterke vertolking als Waltraute.

De ster van de avond is dirigent Alain Altinoglu. Hij haalt alle nuances uit de complexe partituur. Hij stuwt vier uur lang zijn orkest voort. Hij is energiek, enthousiast en in volledige controle van de scène en de orkestbak.  Beroemde bladzijden, zoals de tocht van Siegfried langs de Rijn, of de grote dodenmars naar het einde getuigen van een grote klankcultuur. Als de  blaassectie én de stierhor, (dat speciale ‘Germaanse’ instrument dat Wagner aan het orkest toevoegde) met volle geweld de treurzang inzetten is het alsof de zaal te klein is en het fortissimo nog van meer kracht droomt. Het is alsof de muziek zich tot de hele wereld richt, treurend om Siegfried, deze ‘geliefde’ held. Toch deze bedenking: waarom drijft de componist de rouw tot op een kosmische hoogte? Siegfried, zo heeft Wagner toch uitvoerig laten zien, is  een dubieus sujet: hopeloos naïef, uiterst manipuleerbaar en dus een beetje dom. Tenslotte is hij een ontrouwe vrijer, wat tot zijn noodlottig einde zal leiden.

Deze ‘Götterdämmerung’ bevredigt dus niet helemaal, ondanks zijn vele kwaliteiten. De regie bezondigt zich daarvoor teveel aan het najagen van mooie beelden. Audi kiest voor een mythische vertelling. Hij mengt via videobeelden een paar keer kindertekeningen in de voorstelling, als een poging om het wat sprookjesachtige gegeven klein te maken, het drama te relativeren. Het staat haaks op de grootspraak van de productie, waarin elke vorm van ironie ontbreekt. De avond is vast en zeker deze van de muziek. Wat een plezier, wat een genot om een dirigent aan het werk te horen die de klankwereld van Wagner volledig doorgrond heeft. Het Muntorkest schittert onder zijn leiding en zorgt voor een pakkend muzikaal einde.        

Genoten van deze recensie?

Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.

Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Steunen Login