Toneel / Performance

Vulcanize me Audrey Apers

Exploderen in de speeltuin

In ‘Vulcanize me’ worstelen twee vrouwen zich uit hun keurslijven, om daarna eens goed uit te barsten. Audrey Apers maakte een hilarische, groteske voorstelling, waarin rasperformers Nona Buhrs en Kaat Arnaert zich konden uitleven.  

Vulcanize me
Daphne de Roo Kaaistudio's, Brussel meer info download PDF
13 juni 2023

Het begin is al geweldig. In het midden van een ruig, desolaat landschap liggen twee figuren boven op een helling. Ze zijn gewikkeld in vuilzakken en glanzende zwarte tape en dragen een motorhelm. Langzaam beginnen ze te kronkelen, en door het fantastische lichtspel van Joaquin de Rycke zien we nu eens gloeiend gesteente bubbelen, dan weer kijken we naar twee vrouwelijke contouren.

Een voor een rollen de vrouwen, Kaat Arnaert en Nona Buhrs, van de helling. Ze ontdoen zich onhandig van hun helm en bijeengetapete harnas, steken een schuchtere hand op naar het publiek en kijken verdwaasd de zaal in. Het zijn net aliens die onze wereld ontdekken, al zijn dit geen buitenaardse, maar binnenaardse wezens. Stemvervormers versterken de zuchten van deze aliens, maken van hun zware ademhaling een haast monsterlijk gereutel. Maar angstaanjagend zijn ze niet: de opgeluchte zuchten die ze slaken als ze zich losgewurmd hebben uit hun pantser zijn al te menselijk, hun gekreun klinkt veeleer als dat van een 70-jarige man die zich uit zijn stoel hijst.

En wat doe je als je net uit het binnenste van de aarde bent opgeborreld? Je smeult en rookt nog een beetje na. Arnaert en Buhrs steken een sigaret op, alweer iets wat hun menselijkheid in de verf zet. Die sigaret leidt tot een soort wedergeboorte: wanneer de twee de rook uitblazen, ontdekken ze hun stem. Dat begint met de simpele klanken ‘aaa’, ‘ooo’ en ‘eee’, maar zodra ze die onder de knie hebben, volgt meteen een resem bekende existentialistische citaten: ‘Angst is de duizeling van vrijheid - Kierkegaard.  Vrijheid is wat je doet met wat jou wordt aangedaan - Sartre. Niets is alles wat niet in dit moment gebeurt - Hei, hei, hei … Heidegger.’

Zichtbaar onder de indruk van die woorden, ontdekken de twee vrouwen, nu gekleed in een topje en een tule rok, hun vrijheid. Ze nemen yogaposes aan op rotsblokken terwijl ze het ene na het andere citaat afvuren op het publiek. Afsluiten doen ze met een toekomstige klassieker, ditmaal van Kaat Arnaert zelf: ‘Als je hard genoeg duwt, komt het wel los.’

Met haar eindwerk ‘Vulcanize me’ laat regisseur Audrey Apers het groteske van François Rabelais herleven: Arnaert en Buhrs baren, boeren en laten scheten alsof hun leven ervan afhangt. Of misschien hangt hun leven er ook echt van af: ‘Het ruikt hier naar stront, het ruikt hier naar zijn’, roept Buhrs uit. ‘We schijten, dus we zijn. We hebben ervoor gekozen om te schijten.’ Intussen knijpt Arnaert de benen toe, totdat ze zo ‘vastzit’ dat zelfs een intensieve yogakuur van twee maanden niet volstaat om haar uit de knoop te krijgen.

Net als veel ander grotesk en absurdistisch werk draait deze performance rond één probleem: hoe gaan we de beklemming van een uitzichtloze wereld te lijf? Is er daarbij plaats voor irrationeel gedrag? In ons én rond ons bestaat een zich immer uitbreidende leegte, stelt Apers. Ze behandelt de moderne middelen tegen een bezwaard gemoed — lifecoaching, personal training, de yogales en de kleurentherapie — en de traditionele — psychoanalyse, flesjes van de homeopaat en ‘gewoon eens een nacht heel goed doordrinken’. Uiteindelijk zit er maar een ding op, besluiten de twee vrouwen op het toneel: hun interne nacht loslaten.

Als je dan toch eens uitbarst, waarom dan niet in een waterpretpark?

‘Vulcanize me’ zit tjokvol metaforen, verwijzingen en allegorieën. We zien zelfs een moderne Sysiphus: wanneer Arnaert en Buhrs beiden met veel moeite een rotsblok de helling op hebben geduwd en boven zitten uit te puffen, beseffen ze dat ze ‘de sleutel’ vergeten zijn. Even later bespreken ze nog meer van die dagdagelijkse ergernissen. De wekker die gesnoozed wordt, de partner die geen poot uitsteekt maar wel ‘advies’ geeft, onderuitgaan met de fiets, wachten op een tram die nooit komt. En na een dag vol tegenslag is er nog iemand die het nodig vindt om te zeggen dat je ‘niet zo hysterisch moet doen’. Je zou voor minder uitbarsten.

De vulkaan is natuurlijk de ultieme metafoor in deze performance: twee tektonische platen die tegen elkaar wrijven en vastzitten tot er een uitbarsting móét volgen, al weet niemand wanneer dat precies zal gebeuren. Apers simplificeert de wetenschap wel wat om die in haar verhaal te doen passen. Hetzelfde lot laat ze existentialistische denkbeelden ondergaan. Ook had ze het fenomeen van de uitbarsting iets meer kunnen uitwerken. Wat bijvoorbeeld met de gevolgen? Hier wordt niks verwoest, er sneuvelen geen relaties en al zeker geen mensen. Arnaert en Buhrs schreeuwen, boeren, drinken en sjezen wel, maar al bij al blijft hun gedrag toch vrij braaf.

Dat is niet per se problematisch. We zijn niet voor een lezing gekomen, maar voor theater. Op dat vlak is ‘Vulcanize me’ geweldig. Buhrs en Arnaert zijn rasperformers en ze zijn buitengewoon goed op elkaar ingespeeld. Ze gebruiken elk voorwerp in dat ruige, op het eerste zicht van de pot gerukte decor. Alles heeft zijn nut, zelfs de soundtrack draagt bij aan de komische timing, en elke grap wordt tot in het uiterste doorgetrokken. Zo blijkt Arnaert online een lavasteen te hebben besteld — ‘In het echt is hij toch iets groter dan op de foto’ — waaronder ze klem komt te zitten. ‘Dit is een prachtige metafoor’, merkt Buhrs op. Wanneer Arnaert gilt dat ze ‘helemaal vastzit’, sust Buhrs met: ‘zo moet je er niet over denken, Kaat’.

Die over the top humor is hilarisch en bevrijdend. Feminisme en existentialisme hoeven niet serieus te zijn. We hoeven onze al te menselijke problemen niet altijd al te serieus te benaderen. Soms moet je gewoon eens een nacht stevig doordrinken, scheten, schijten en doen alsof de wereld je speeltuin is. Het podium is misschien wel de ultieme safe space om je eens goed te misdragen. Buhrs en Arnaert zien er in ieder geval uit alsof ze tijd van hun leven hebben: ze gorgelen en spuwen hun alcohol, ze rijden joelend rondjes op motoren en gebruiken tot slot ‘de vulkaan’ als waterglijbaan. Want als je dan toch eens uitbarst, waarom dan niet in een waterpretpark?

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login