La montagna è finita Edoardo Ripani / Antigone & Theater Arsenaal
Bergbewoners vs. de Staat
‘La montagne è finita’, het is afgelopen met de berg. De berg, dat is het gebied van de Italiaanse Marken dat in 2016 geteisterd werd door een zware aardbeving. Die duwde deze al armoedige streek nog verder in de miserie. Wat restte van de ooit hechte lokale gemeenschappen met hun eeuwenoude tradities viel toen uit elkaar. In het gelijknamige stuk heeft Edoardo Ripani het samen met twee bewoners over de ware toedracht van de gebeurtenissen. Een pijnlijk ‘ J’accuse’. Maar een kwinkslag kan er toch nog altijd af.
In ‘La montagne è finita’ ben je quasi letterlijk te gast in de besloten gemeenschap van een Italiaans bergdorp. Je komt binnen over het podium, waar met ruwe planken de contouren van een huis getimmerd zijn. Aan de deur begroet Edoardo Ripani, auteur, regisseur en hoofdrolspeler van dit stuk, je hartelijk, naar keuze in het Italiaans , het Engels of het Nederlands. Ook als het publiek goed en wel op de tribune zit houdt Ripani die charade vol: terwijl hij honderduit praat over zijn geboortestad, San Benedetto del Tronto , een kuststadje van de Marken, knipt een vrouw zijn haar. Alsof we in zijn huiskamer zaten. Van die knipbeurt komt wel niet terecht, want Ripani kan niet stil zitten. Hij ratelt maar door over zijn vader die begin 2017 longkanker kreeg en geen half jaar later stierf. Op een laken dat over een primitief getimmerd raamkader hangt verschijnen wat familiefoto’s.
Ripani vertelt dan over het levenswerk van zijn vader: hij legde telefoonlijnen aan in de bergachtige streek langs de Via Salaria die van San Benedetto naar Rome loopt, dwars door de Apennijnen. Die weg loopt door de Marken, maar scheert rakelings langs de Abruzzen en loopt dan verder in Lazio. Enthousiast demonstreert hij met de hulp van de vrouw en een man ook de intercomsystemen die zijn vader installeerde in hotels. Zijn vaders favoriete hotel was Hotel Roma in Amatrici, waar ze de beste pasta Amatriciana ter wereld maakten. Meteen snap je waarom in het ‘huis’ van Ripani overal grote bobijnen staan: het zijn de kabelhaspels. Hier dienen ze meteen als stoelen.
Er wordt veel gestorven in dit stuk. Er zullen nog veel meer doden volgen
Net als je je Ripani, wat ongeduldig gaat afvragen waar dit verhaal heen gaat komt, op kousenvoeten, de inzet van het stuk aan het licht. Aanvankelijk lijkt nostalgie het thema. Ripani woont al sinds jaren in Brussel, maar wilde nog eens pasta te eten in Hotel Roma in Amatrici, als eerbetoon aan zijn vader. De reis naar Amatrici lijkt vanaf dan de rode draad in het stuk. We zien prachtige natuurbeelden, geprojecteerd op lakens op de achtergrond. Ripani zingt de lof van die natuur en van de stuurse, eigengereide bewoners. Die nostalgie bracht hem ook dichter bij Ermelindo Bruni, die al op 16-jarige leeftijd naar België vertrok om in de mijn te werken, maar bleef altijd terug verlangen naar de Marken. De 93-jarige zou hier zijn liederen over il bel paese zelf gebracht hebben met zijn organetto, een kleine accordeon. Helaas, meldt Ripani, overleed hij kort geleden. We moeten het stellen met een opname. Er wordt veel gestorven in dit stuk. Er zullen nog veel meer doden volgen
Het stuk neemt echter een heel andere wending als Ripani vertelt hoe deze bergstreek door de oorlog in bittere armoede verviel en stilaan ontvolkte. Enkel ouderen en een enkeling die het stadsleven ontvluchtte bleven er achter. De aardbeving, met naschokken, van 24 augustus 2016 en de tweede aardbeving begin 2017 – net toen Ripani’s vader ziek werd, brachten het gebied de genadeslag toe. Hele dorpen werden van de kaart geveegd. Van het roemruchte hotel Roma bleef slechts een ruïne over. En de bevolking? Die werd ‘geholpen’ door de Italiaanse staat met langdurige evacuaties en noodwoningen. Heropbouw? Matteo Renzi beloofde veel, maar er gebeurde weinig.
In het interview bij het programma met Edoardo Ripani (en scenograaf/spelcoach Michiel Soete) maakt Ripani een opmerking die enkel een Italiaan kon verzinnen. Hij kiest voor documentair theater omdat ‘er zoveel theater zit in de werkelijkheid’. Aan aardbevingen is echter niets theatraals. Op dit punt in het verhaal breekt Ripani dan ook abrupt het spel af. Na zoveel miserie is er maar één conclusie voor hem: ‘Lo spettacolo è finito’ (het stuk is voorbij). Hij verlaat mokkend het toneel.
Dat is natuurlijk ook theater, en bovendien een wat geforceerd keerpunt in de voorstelling dat de man en vrouw die hem al heel de tijd assisteerden toelaat het podium over te nemen. In tegenstelling tot Ripani wonen zij nog steeds in de streek. Zij ervoeren de aardbeving aan den lijve. Toch weigerden verpleegster Monia Fontana en dichter- drop out Diego Quattrociocchi het op te geven. Ook hier niet. Ze beginnen rustig een pasta te bereiden, als aanloop naar twee persoonlijke, ontroerende verhalen over de manier waarop zij de aardbeving beleefden en hoe ze toch weer de draad van hun leven, zij het in veel slechtere omstandigheden, opnamen.
Hoe verwaarlozing en minachting door de overheid de hechte gemeenschappen van de bergbewoners kapot kreeg.
Als die pasta dan 10 minuten later klaar is, is Ripani weer helemaal opgewarmd. Hij speelt nu de buitenstaander (die hij in werkelijkheid ook geworden is). Hij brengt een bijtende persiflage op politici en bureaucraten die de verwoeste en verwaarloosde streek een schitterende toekomst beloofden mits de juiste combinatie van wederopbouw en economische valorisatie (versta: toerisme). Noch van het één, noch van het andere kwam veel terecht maar: Lo spettacolo continua! En hoe! Alleen al voor de groteske scène in ware buffa traditie die volgt moet je dit stuk zien. Te mooi en brutaal om te verklappen.
Uiteindelijk is dat waar het hier om ging: hoe verwaarlozing en minachting door de overheid de hechte gemeenschappen van de bergbewoners kapot kreeg. De aardbevingen waren maar het laatste duwtje dat het lot van de streek bezegelde. De lakens met slogans in de achtergrond laten daar geen twijfel over bestaan: ‘La burocrazia uccide piu del terremoto’ (de bureaucratie is dodelijker dan de aardbeving), ‘ripprendiamoci la nostra dignità’ (laten we onze waardigheid terugpakken) of ‘Ricostruzione decidiamo noi!!’ (laat ons zelf beslissen over wederopbouw).
Het verhaal is overigens meer dan een fait divers. Ripani merkt in het programma op dat veel ‘achterlijke’ streken in Europa op die manier genekt werden. En inderdaad: denk maar aan de Groningers. Nederland werd rijk van de exlloitatie van gas, maar na de aardbevingen die er het gevolg van waren liet de overheid hen schandelijk in de steek.
Ripani en zijn twee kompanen vertellen dit intrieste verhaal echter met die onnavolgbare mengeling van humor met een vleugje spotzucht, fatalisme vermengd met politieke strijdlustigheid en vertelplezier waar Italianen het patent op hebben. Perfect is ze nochtans niet. Daarvoor zijn de breuken en sprongen in het verhaal soms wat te willekeurig en verwijlt Ripani al te lang bij sappige anekdotes. Maar de authentieke présence van Ripani en de bewoners van de bergstreek maken dat meer dan goed. Ik genoot van dit stuk, ondanks de bittere nasmaak die het nalaat.
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz