The Cloud Arkadi Zaides
Over vriendschap en verwoesting in virtuele tijden
In ‘The Cloud’ deelt choreograaf Arkadi Zaides de beelden en gedachten die hij tijdens acht jaar onderzoek verzamelde met het publiek. Dat intensieve onderzoek weegt soms op de performance die een brug wil slaan tussen zijn persoonlijke verhaal over zijn migratie van Wit-Rusland naar West-Europa en de herinnering aan de allesverwoestende nucleaire wolk van Tsjernobyl. Toch biedt Zaides een sterke beschouwing over onze (virtuele) tijdsgeest: moderne technologie kan veel oplossen, maar paradoxaal genoeg lijken we toch onze greep te verliezen op de ecologische en maatschappelijke gevaren die als een dreigend wolkendek boven onze hoofden hangen.Iets tastbaar maken. Dat zou misschien al helpen om de reële situatie beter in te voelen. Wanneer je de zaal binnenkomt, ruikt het er naar etherische olie van lavendel. In zijn verwelkoming koppelt Zaides die zoete geur meteen aan gevaar: ‘Lavender’ is ook de naam van het AI-systeem dat Israël bedacht om op 20 seconden tijd te bepalen of iemand al dan niet een doelwit is. Hoe choquerend dat ook is, Zaides deelt het terloops mee. Samen met zijn woorden vervliegt de lavendelgeur als een vluchtige herinnering. Net zo staan we misschien te weinig stil bij de slachtoffers van moderne technologie omdat we geen voeling hebben met de consequenties ervan.
Een tafel links op het podium is bezaaid met de technische snufjes die onderzoeker en muziekproducent Axel Chemla-Romeu-Santos bedient tijdens de performance. Zaides zit op een kruk in het midden van het podium en leest zijn notities voor. Achter hem staat een projectiescherm. Hij leest niet met de stem van iemand die zijn intiemste dagboekfragmenten bovenhaalt, maar met de objectiviteit van een nieuwslezer. Toch plaatst hij persoonlijke ervaringen naast historische gebeurtenissen. Zaides vertrekt van dat persoonlijke met een relaas over een reis naar zijn geboorteland Wit-Rusland in 2016. Hij wou zijn jeugdvriend Genadi na zijn lange afwezigheid terug opzoeken. Dat contact kwam echter toch pas na zijn reis tot stand. Niet alleen zijn leven was veranderd na zijn migratie, ook zijn jeugdvriend vertelde hem ‘dat alles anders was na zijn vertrek’.
De woorden die Zaides voorleest worden in real time via een spraakherkenningsprogramma op het projectiescherm gegenereerd. Zijn herinneringen krijgen op dat projectiescherm als het ware een tweede leven. Maar je hoort soms het ene en ziet tegelijk het andere woord verschijnen omdat het systeem achterloopt. Er zit ruis op de communicatie. Het spraakherkenningsprogramma weerspiegelt zo dat ons geheugen niet altijd even betrouwbaar is als het erop aankomt een lang vervlogen herinnering, een gevoel of sfeer in taal om te zetten.
Zaides vertelt over tastbare restanten en waarschuwingen, zoals de oproep om ‘niets van de besmette grond te eten als je in Gomel bent’. Die houden de herinnering aan de kernramp van Tsjernobyl levend. Als zo’n verwoesting blijft doorsluimeren, dan moet het toch ook mogelijk zijn om een intense vriendschap nieuw leven in te blazen? Helaas moet Zaides zijn plan voor een film die het weerzien met Genadi zou capteren opbergen wanneer de wereldwijde coronapandemie vliegreizen onmogelijk maakt. Dat gaf hem wel de tijd om getuigenissen van de liquidators van Tsjernobyl te lezen. Zij moesten de ‘Verboden Zone’ laag per laag afschrapen en een sarcofaag rond de ontplofte kernreactor bouwen.
Zaides herkent in de afgebroken takken een symbool van de verwoesting.
De filmplannen zijn een belangrijk element in de performance. Zaides filmde samen met cineast Arthur Castro Freire ter voorbereiding al beelden van zichzelf in een bos. Hij draagt daarin een beschermingspak, alsof hij zich in de ‘Verboden Zone’ begeeft Hij vertelt hoe hij op zoek was naar een repetitieve handeling zoals de echte liquidators die stelden. Ze verkeerden in de waan dat ze bij de sanering hun gezondheid konden beschermen door strikt in tijd en ruimte afgebakende acties. Zaides raapt in zijn video geen ontplofte brokstukken op maar herkent in afgebroken takken een symbool van de verwoesting. Hij leest voor hoe hij ze opnieuw en opnieuw probeert recht te zetten in de grond. De beeldspraak lijkt simpel, maar voor de camera was het te moeilijk om de handeling zo te capteren dat er geen betekenis verloren ging of nadien misverstanden konden ontstaan, meldt Zaides.
In een therapeutische koortsdroom na de doodstrijd van zijn vader, zag Zaides zichzelf als golem in de spiegel. Pas na deze anekdote verschijnen op het scherm naast de woorden ook foto’s. Alsof die het verleden exacter kunnen oproepen. Het begint met een oude klasfoto van de zevenjarige Zaides en zijn vriend Genadi. Zaides’ beschrijving ervan heeft meer weg van een wiskundige analyse dan van een nostalgische herinnering. Hij goochelt met getallen om zichzelf en Genadi te plaatsen tussen de andere kinderen. Toch krijgt ook deze realistische, meetbare overdrijving geen vat op wat voorbij is: de kinderen hebben onherkenbare, verwrongen gezichten alsof die met de jaren uitgewist raakten.
Tussen foto’s en herinneringen van Sovjet-parades, de aftermath, het dagelijkse leven, verschijnt plots het schilderij ‘Angelus Novus’ van de Duitse schilder Paul Klee. De engelfiguur kijkt strak voor zich uit, met gespreide vleugels. De Duitse cultuurfilosoof Walter Benjamin beschreef het werk in ‘Over het concept van de geschiedenis’ (1940) als ‘de engel van de geschiedenis’ die puinhoop op puinhoop ziet ontstaan:
De engel zou wel willen blijven, de doden tot leven wekken en de brokstukken weer tot een geheel maken. Maar zijn vleugels vangen de wind die uit het paradijs waait, een storm die zo hard is dat hij ze niet kan sluiten. Deze storm stuwt hem onweerstaanbaar voort, de toekomst in die hij de rug heeft toegekeerd, terwijl de stapel puin vóór hem tot aan de hemel groeit. Deze storm is wat wij vooruitgang noemen
De beelden en woorden over de gevolgen van Tsjernobyl verdwijnen en verschijnen nu sneller. Op het scherm gaat alles met alles in verband staan. Die verzameling, dat zijn de puinhopen van Benjamin. Het is niet verwonderlijk dat Zaides verwijst naar Benjamin om zijn onderzoek naar de ongrijpbare aspecten van nieuwe technologieën kracht bij te zetten. Hij zet die ook in om in beeld te brengen waar ze ons kunnen misleiden. Maatschappelijke en ecologische vraagstukken eisen zeker waarachtigheid, maar ook in een vriendschapsband speelt authenticiteit een belangrijke rol.
Een nieuwe wending in de performance volgt. Zaides demonteert zijn microfoon en zijn krukje. Hij bakent op de vloer een vierkant af met de losse onderdelen. Deze deconstructie staat niet voor een safe space, maar voor het tegendeel, het vierkant lijkt op de ‘Verboden Zone’ wanneer danser Misha Demoustier de afgebakende ruimte betreedt in een beschermingspak. Zwartwit beelden op het scherm tonen hoe de onfortuinlijke liquidators zich klaarmaken voor een efficiënte sanering. Zaides laat Demoustier hier achter.
Het verlangen naar een gedeelde, onschuldige kindertijd wordt steeds duidelijker.
Demoustier herbeleeft de sanering in zijn dansbewegingen. Het lijkt alsof hij brokstukken wegschept. Of vertolkt Demoustier hier ook de achtergebleven vriend in Wit-Rusland? Dat zou je kunnen denken door de monoloog die weerklinkt via de luidsprekers. De tekst kwam tot stand door een gesprek met AI. De woorden en opgeroepen vragen doen denken aan een intiem gesprek tussen vrienden terwijl de robotachtige, Amerikaanse stem een afstand creëert. ‘My friend, liquidator, why are you not afraid of the fire that burns the earth?,’ is de eerste vraag die de gevoelige stream of consciousness inleidt waarin het verlangen naar een gedeelde, onschuldige kindertijd steeds duidelijker wordt.
Met deze combinatie van AI en zijn verzameling van persoonlijke en historische foto’s probeert Zaides in de voetsporen van Walter Benjamin het verleden (en het heden) echt te doorvoelen in een zelfontwikkeld systeem dat herbeleving mogelijk maakt. Zo roept de performance vragen op over onze vluchtige tijdsgeest. Het verlangen naar een authentieke, langdurige vriendschap geldt daarbij als casestudy. Toch weet ‘The Cloud’ het onderzoek niet helemaal los te laten. Tijdens de voorstelling betrapte ik me er soms op dat de beelden, bewegingen en woorden me niet bleven boeien. Misschien omdat er zo weinig ‘echt’ gebeurde tijdens het eerste deel van de voorstelling? Omdat alles zich op het scherm afspeelde? Misschien omdat de rationele benadering mijn gevoel in de weg stond? Het is pas thuis, tijdens het herlezen, dat ik plezier vond in de gekozen dramaturgie. Dat is jammer, want performatieve kracht ligt in het moment.
Krachtig is de voorstelling wel wanneer er eindelijk een ontmoeting plaatsvindt. Nadat alles ten onder ging, de onfortuinlijke liquidators, Demoustier, de beelden. Nadat de danser kronkelt op de grond terwijl overbelichte beelden hun zeggingskracht verliezen, alles en iedereen aangetast door de radiostralen, komt Zaides op in een beschermingspak. Hier, live, ontmoeten twee mannen elkaar terwijl de voorbereidingsvideo in het bos afspeelt. Je hoort takken breken. Je ziet een dunne, jonge stam die naar de hemel reikt. Het is Zaides’ teken van hoop. Geen puinhopen maar een boom die traag de zon opzoekt. Er is geen wolkje aan de lucht. Een hernieuwde vriendschap. Of toont de camera slechts een deeltje van die werkelijkheid?
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz