O Amor Natural Andrew Graham / laGeste
Seks die het verschil raakt
‘O amor natural’, een voorstelling naar een concept van choreograaf Andrew Graham en dramaturg Hildegard Devuyst, mikt hoog: het stuk wil intimiteit in onderling verschil (onder)zoeken. Hoe geven zes diverse mensen, met en zonder beperking, wit of van kleur, cis-gender of queer, hun onderlinge relaties vorm? Het resultaat is grappig, teder en speels. De energieke cast roept met verve, op muziek van Steven Prengels, het feest van de ontmoeting op. Inhoudelijk zit er echter wat ruis op de lijn.

Boven een effen belicht scènevlak hangen een stuk of vijf objecten in rood, roze, perzikkleur en goud. Ik denk een bes te ontwaren, een paar (schaam)lippen en… een soort troetelpenis: een langwerpig, worst-achtig ding met kroezelhaartjes aan weerszijden. De zachte voorwerpen die Karolien de Schepper ontwierp zweven tussen zitzak en knuffel, en slagen er even in om mij te verwarren. De troetelpenis zet wel de toon: het gaat hier over seks.
Ijzig stil verschijnen performers tussen de knuffelorganen. De rijzige gestalte van Tijen Lawton leidt. Ze komt op, voet voor voet. Op hetzelfde ritme zwermt de rest van de cast één voor één om haar heen. Daarmee wordt meteen duidelijk dat choreograaf Andrew Graham ons in één oogopslag een ‘diverse groep’ wil laten zien: de ervaren danser met grijze haren (Lawton), een danser in een rolstoel (Wim Auwerx), een danser met een kniebrace (Maarten Degezelle), een danseres met Midden-Oosterse roots (Hamza Damra), een zwarte danseres (Isnelle Da Silveira) en een danser die zich later uit als queer (Vladimir Perrin). ‘O amor natural’ heeft het in zijn perstekst vaak over inclusiviteit. Voor Graham is dat niet alleen een principe, maar ook een esthetiek. Dat is tegelijk radicaal en veilig ontdek ik in de loop van de voorstelling.
Als de groep zich om Lawton verzamelt ontstaat een trek-en-duw-spel. Lawton ademt hevig, en laat zich manipuleren. En ontkleden. Haar rode-roze outfit wordt in flarden van haar lijf getrokken door de anderen. Deze recensent kreeg het moeilijk met zo’n opener. Eerst las ik het als ambigue aanrakingen, maar al snel zag ik vooral een pastiche van Pina Bausch’ Le sacre de printemps’, waarin Bausch één rood geklede danseres ‘offerde’. Dat stuk ging de dansgeschiedenis in als beeld voor het gedogen van seksueel geweld. Ik probeer de gedachte van me af te zetten, maar dan zegt Lawton ‘Don’t touch me please’. Het blijft doorgaan. Ik vraag me af wat deze choreograaf wil vertellen over seks door te beginnen met een verkrachte vrouw.
Ik vraag me af wat deze choreograaf wil vertellen over seks door te beginnen met een verkrachte vrouw.
De perstekst van ‘O amor natural’ stelt dat Graham onderzoek wil doen naar toestemming en sensualiteit in een zorgcontext. Als choreograaf werkt hij met ‘mixability’: hij wil in zijn danspraktijk alle lichamen omarmen. Soms neemt dat de vorm van een participatieproject met lokale groepen aan. ‘O amor natural’ maakt van ‘mixability’ ook een thema: intimiteit voor, tussen en met diverse mensen, ongacht hun voorkeur, en ongeacht eventuele beperkingen.
Toestemming is dan natuurlijk een eerste voorwaarde. Hoe doen we dat en hoe overbruggen we de verschillende contexten waarin we leerden wat wel en niet kan? Verpleegkundigen vragen een persoon die verlamd is zelden of kleren uit mogen. Tegelijkertijd is seksualiteit van mensen met een beperking, of zelfs maar aanraking, hoezeer ze er ook naar snakken, vaak nog taboe . Vertel je echter iets over dat dilemma door geweld op een vrouw te ensceneren? Of zonder één van de twee dansers met een fysieke beperking centraal te stellen? Mijn vraag is retorisch: deze openingsscène slaat de bal mis. Mogelijk onbedoeld wordt hier iets héél anders zichtbaar.
Het duurt even voor mijn ongemak verdwijnt, maar daarna ben ik helemaal mee met deze voorstelling. ‘O amor natural’ is een reeks amusante vignetten. De groep performers danst, feest, spat uit (elkaar). De decorstukken die boven de scène hingen worden al snel neergetakeld om te dienen als bed, cocon, of speelbal. Alles is spel. Er spreekt frisheid uit de choreografie: dansers ontdekken speels elkaar en de ruimte. Ook de muziek, een collage van bestaande muziek door Steven Prengels, heeft een lichtheid die uitnodigt tot ontmoeten. Een hoogtepunt is de muzikale spielerei met strofen van Nina Simone en spoken word van Isnelle Da Silveira. Haar magnetische présence maakt van Da Silveira een herrijzenis van jazzlegende Eartha Kitt (die stem!)
Haar magnetische présence maakt van Da Silveira een herrijzenis van jazzlegende Eartha Kitt (die stem!)
Die speelsheid wordt aangevuld met tederheid tussen de dansers. Dat is ook een weerkerend motief in wat de stemmen die opklinken zeggen. Ze hebben het over de fysieke, directe en ontwapenende blik die de performers op elkaar werpen. ‘I like the muscles under your skin’ klinkt het. Je hoort Lawton in voice over zeggen ‘I have never seen your feet before’ terwijl je ziet hoe ze de orthopedische schoenen van Wim Auwerx uitdoet. Hier raakt de voorstelling aan de basis van intimiteit: elkaar zién, zonder verwachtingen of normen. Auwerx heeft zo’n orthopedische schoenen nodig omwille van zijn beperking, maar toch bemint Lawton die voeten. Dat is ontroerend genoeg om het begin te vergeten. Jammer genoeg zijn deze dialogen vooraf opgenomen. Dat komt gekunsteld over en knaagt aan een reële interactie en connectie tussen de performers.
Zo zijn er veel beklijvende, vertederende en soms gewoon amusante momenten. Toch schiet de voorstelling teveel kanten uit om diep te wortelen. Dat zet ook de samenhang binnen de groep onder druk. De hoofdvraag van ‘O Amor Natural’ draait rond het overbruggen van verschil binnen intimiteit. Twee van de zes performers hebben echter een beperking die hen belet op een gangbare manier te dansen. Daardoor blijven ze vaak aan de zijlijn toekijken hoe de anderen dat doen. Hun beperking sluit hen op dat moment uit. Het zou me boeien hoe je mensen in een rolstoel of met een brace een volwaardige eigen plek kan geven in een voorstelling, maar daar laat dit stuk me dus op mijn honger. ‘O amor natural’ geeft de voorrang aan esthetische diversiteit boven inhoudelijke connectie. Tijdens een monoloog van queer danser Vladimir Perrin roept Auwerx vanuit zijn rolstoel ‘an orgasm is a spasm so I should know most about it’. Dààr zou het spannend kunnen worden. Maar het blijft slechts een ludieke voetnoot.
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz