Performance

Mourn Baby Mourn Katerina Andreou

Doffe woede

De ‘Espace Pier Paolo Pasolini’ is een piepklein zaaltje in het oude stadshart van Valenciennes. Het publiek, hooguit 100 man, zit er met zijn neus op de speelvloer. Daardoor ontstaat er bijna als vanzelf contact tussen publiek en spelers. Maar in ‘Mourn Baby Mourn’ van Katerina Andreou gebeurt dat nauwelijks. Het is een voorstelling die op een ongemakkelijke manier zowel schreeuwt om aandacht als die afwijst. Een klaagzang die geen troost meer wil. 

Mourn Baby Mourn
Pieter T’Jonck Espace Pier Paolo Pasolini, Valenciennes (FR) in het kader van het NEXT Festival meer info download PDF
18 november 2022

Dat zie je eigenlijk al aan de podiuminstallatie ­ een decor kan je het niet noemen ­. Spaarzaam geplaatste elementaire TL buizen, de meeste wit, enkele oranje van kleur, bakenen een vierkant speelveld af. Op zo’n anderhalve meter van de achterzijde van dat speelveld van hooguit 8 bij 8 meter staat een muurtje van twee lagen forse terracotta bouwblokken, telkens drie op een rij. Op de grond eromheen liggen nog meer van die blokken een beetje lukraak verspreid. Sommige op hun kant, sommige op hun kop, sommige rechtop.

Een jonge vrouw met een warrige bos krulhaar stap van achter de tribune van het piepkleine zaaltje het podium op, zonder te groeten of het publiek zelfs maar aan te kijken. Ze gaat meteen aan de slag met de verspreide blokken, die ze één na één zal stapelen bovenop het muurtje dat er al staat tot dat zowat manshoog is.

Bijzonder is niet dat ze dat doet, want de podiuminstallatie suggereert die actie al, maar hoe ze dat doet. Niet onhandig, maar grillig. Alsof ze elke keer een andere manier wou bedenken om een steen vast te pakken, te verslepen naar de muur en op zijn plaats te krijgen. Nu eens gaat ze bovenop een steen op zijn kant staan om een andere beet te pakken, waardoor ze haar rug te zwaar belast. Of ze kantelt een steen een paar keer voor ze hem vanuit de meest onvoordelige positie optilt. Maar uiteindelijk zet ze die stenen wel allemaal heel secuur in het gelid. Het is alsof ze dit werk wel én niet wil doen. Alsof ze zichzelf ermee kwelt.

Het gevolg is wel dat de vrouw voortdurend met haar gezicht naar de grond gekeerd is. Je ziet haar gelaat haast nooit. Wat je wel ziet is haar tenue: een grijzige T-shirt boven een bermuda short met de afbeelding van een paradijselijk palmbomenstrand bij maanlicht. Het vloekt met de toon van haar handelen. Alsof het een kledingstuk was uit een eerder, vrolijker leven, maar ze het vertikt om iets meer passend te zoeken. Het betekent toch gewoon niets. Er is geen betekenis in dit verhaal.

Dat wordt bevestigd als een tekst van onder naar boven over het muurtje en de achterwand van het podium begint te lopen. In vette drukletters gaat het over radeloosheid en stille woede. Zinnen als: ‘Ik gooi woorden tegen de muur. Hier is niets anders. Geen stenen. Geen voorwerpen. Ik heb niets in mijn handen’. Of nog: ‘Eigenlijk bestaat dit leven uit niets anders dan stille knallen. Misschien is het droefheid’.

Ze blijft maar molenwieken. Alles om ons toch maar niet te moeten aankijken.

Op een bepaald moment staakt Andreou het werk aan de muur, en danst ze gewoon. Nu ja, dansen… Stampen, door haar benen zijgen in een quasi spreidstand, schokschouderen, wild gesticuleren. Op pompende muziek die soms verschraalt tot niet meer dan een doffe beat en dan weer aanzwelt. Ze blijft maar molenwieken. Alles om ons toch maar niet te moeten aankijken.

Er volgen variaties op het thema. De muur wordt deels weer afgebroken. De thema’s in de tekst worden openlijke vragen: ‘iemand zei me dat ik woedend ben’. Later: ‘iemand zei me ook iets over wanhoop’. Of, nog betekenisvoller: ‘Ik ben het gevoel voor verhaal kwijt’. Het druk precies uit wat je als kijker ervaart: dit gaat nergens heen. Dit is een schreeuw van ellende die vlucht voor zichzelf, die het moeilijk heeft met zijn eigen wanhoop. Die zich niet wil tonen, maar niet anders kan dan zich toch te tonen.

Het is heel moeilijk om je als kijker hiertoe te verhouden. Geen verhaal, geen visueel contact, geen verlossing. ‘Geen next level. Geen bonus. Geen game over’. Pas helemaal op het einde verandert er iets, met zinnen als ‘Ik moet een toekomst bedenken die ik kan bewenen. Bedenken en bewenen tegelijk. Dit is ontzaglijk’.

Daar benoemt Andreou iets wat vooral jonge mensen hard moet raken, maar niemand onberoerd kan laten. De wereld is naar de kloten maar we moeten er toch mee verder. Maar hoe kijk je elkaar dan nog in de ogen zonder moordlustig te worden? Hoe wend je je energie nog in positieve zin aan? Deze voorstelling eindigt met het woord ‘boom’ in kleine letters, als een onhoorbare, quasi onschuldige ontploffing.

Maar wat als deze ‘boom’ het geluid is van de kanarie in de koolmijn? Wat als het een ‘BOOM’ aankondigt, een enorme woede over de staat van de wereld? ‘Mourn Baby Mourn’ is een lastige voorstelling om te bekijken, maar nog lastiger eens je beseft dat hier toch een verhaal verteld werd, al was dat dan in de vorm van een passieve, machteloze klaagzang. 

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login